'The wonderful world of college pussy is upon you.' Gepromoot als het officieuze vervolg op Dazed and Confused, geeft deze retro-Linklater vooral plezier wanneer je die classic razendsnel uit het hoofd zet. Everybody Wants Some doet nergens gelaagd of gecompliceerd, en weet wat iedereen wil. Onward, upward, and inward, ja? Op elk honk staat een nieuwe subcultuur gewillig te wachten. Hetzelfde in alle verscheidenheid. Toneelchicks met dominante fantasieën, cowgirls die altijd willen rijden, en bronstige honkbaljocks samenhokkend in vervallen huizen. Zij toeren lekker rond met die sterrenstatus onder de arm. Fluisterend... 'He's a baseball player.' De looks van de film moeten bewust ééndimensionaal zijn. Soms lijken de poppetjes gewoon Thunderbirds, zo gladjes. Het werkt toch. Alsof Wes Anderson in een flauwe bui een feromonenfantasie maakte. De pitchende hoofdrolspeler heeft wat van Matt Dillon, en hij sjouwt de muziek de film binnen. Zijn leven in een kratje lp's. The Sugar Hill Gang blijkt wederom onverslijtbaar, en klinkt beter dan alle Bruno Marsen van nu. Een tweede, erg melige pitcher komt uit het land van Napoleon Dynamite. Hun vele teammaten nemen daartussenin de bekende standjes in. Zoals alfamannetjes dat horen te doen. Les numero uno: ook met pool moet je gewoon stoten. 'What!? The bitchstick?!”
dinsdag 4 juli 2017
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten