'I
have a lot of questions about all the things you just said.' Hollywood
gaat zich aan Toni Erdmann vergrijpen, dat zal niemand verbazen. Maar
zou Japan een remake van Swiss Army Man overwegen? Alles aan deze
uiterst merkwaardige komedie ademt (en niet-ademt!) namelijk hun
arthouse-leipheid. Extreem flippen op de vierkante centimeter. En nog
sentimenteel-muzikaal ook. Ik wil de versie van Matsumoto (Symbol) best
zien. Tot die tijd doen ook Paul Dano en Daniel Radcliffe lekker
morbide. De eerste scene bevat de grap in een notendop. Een man op een
onbewoond eiland steekt zijn hoofd uit arren moede in de strop. En net
als hij dreigt te sterven... ziet hij een lijk! Dan moet ie daar maar
mee aan de gang. Ergens in de verte is deze cultfilm in spe een variant
op de tearjerker waarin een dakloze vriendschap sluit met een kat.
Evenveel projectie. 'Crazy, I'm fucking crazy, maybe just maybe, I'll
make it alone.' Gekke liedjes én Cotton Eye Joe worden aangeheven, en
het komisch duo klinkt in falset als Grandaddy. (De film swingt behoorlijk
indiepoppy). Voor een minuut of twee neigt het zelfs naar Eternal
Sunshine. Tot de winderigheid weer toeneemt... Vooral voor Radcliffe (de
ondode) moet dit een heerlijke rol zijn geweest. Eén keer kan hij zijn
lachen niet inhouden. 'O Super Manny, save me!'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten