donderdag 8 juni 2017
An
Heel
Japan Bakt. Zoete pannenkoekjes met bonenpasta, ik moet er echt niet
aan denken, maar daarin blijk ik zelfs binnen deze film niet de enige. De
'nandeska's', 'nandés' en stijgende 'ehhh's' spetteren hier weer van het
scherm. Alle clichés van Japan rond één rondom koekje. Soms schiet
regisseuse Kawase door. Alwéér een cherry blossom tree. Zijn er dan echt
geen andere Japanse bomen met enige symbolische betekenis? Kawase
dwaalt zo wel erg ver af van de grimmige arthouse waarmee ze haar carrière
begon. Ze belandt op 'laat' Van Sant-terrein. Een soort Finding Forrester.
Wijze, lieve oudjes met eenvoudige lessen. Mijn dinsdagen met Morrie in
een poffertjestent. De meer verontrustende verhaallijnen raken in het
underwritten scenario snel op de achtergrond. Tevergeefs focuste ik op
het eenzame high school meisje en de langs stormende treinen in de wind.
Het arme meisje hangt er maar wat bij. Het gaat om de
doriyaki-kok en zijn nieuw maatje. Een gollemig wezentje met misvormde
handen. 'Ik laat jou de potten tillen'. Als bonenfluisteraar verklapt
zij de geheimen van het antropomorfisch koken. Het vrouwtje laat
kwetterend genieten van het leven. 'Piu piu piu piu.' Haar
onvermijdelijke afscheid zet een bitterzoete punt, maar Kawase rekt het
slot om onbegrijpelijke redenen eindeloos. Branden die koekjes toch nog
an.
Labels:
films uit de jaren '10,
Naomi Kawase
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten