"Een fokking café!?" Oorbelletje in dat
lelletje en allez hop, flashback naar de nineties. Primal Scream en
Pavement-posters hangen nog aan de muur. “Helemaal de max.” Twee
Belgische broers beginnen een concertkot, in oude krakersstijl.
'Marginalen' en dansende vrouwen bezetten de vloer. Stomende seksgod
Davy Coppens het podium. De broertjes Soulwax verzonnen de kekke acts met
hun fictieve hits. Vooral de electro-vrouwen weten in wilde
uitdossingen van wanten. Het muzikantensfeertje mag er sowieso zijn.
'Stevig geurke.' Al het geld van de twee broers verdwijnt intussen in de
afgrond van dat honk. Zolang niemand zich druk maakt om enig plot swingt
Belgica als een zwangere tiet. België oogt Amerikaanser dan Nederland dat
ooit zou kunnen doen. Meer chaos en meer cowboys. Maar al snel begint er
iemand met een kek mobieltje te zwaaien, en ik denk: huh nineties toch!?
En alhoewel dat detail op zichzelf volslagen irrelevant is, slaat het
scenario plots morsdood. Zeker de oudste – doorgesnoven – broer lijkt steeds meer op Hans Teeuwen die een disconummer nadoet. Elke minuut een paar
godverdommes, pardon, hodverdommes. Soapy episodische ruzies
uitgevochten op Samson-niveau. De melancholie van de dansvloer gaat in
coke en rook op. 'Soms sta ik daar te dansen en dan peize ik: wat doen
al die mensen hier?'
Zeven jaar later keek ik 'm nog een keer - per ongeluk uiteraard - nadat ik de fijne soundtrack via een Mechelse kringloopwinkel had (her)ontdekt. Op dat moment schreef ik deze kortere versie van dezelfde recensie:
'Wa is da nu?' België op zijn Hollandst. De eerste tetjes zijn binnen een minuut binnen en ook de 'hodverdommes' laten niet lang op zich wachten. Seks, drugs en rock 'n roll beheersen het leven van twee Gentse broers. De ene een éénoog, de ander een stijfkop. Ze runnen café Belgica op coke en zijn het merendeel van de tijd volledig van de kook. De film drijft op de (geweldige) soundtrack van – hoe toepasselijk – de Dewaele brothers. De openingsavond van de vernieuwde club vormt – ook muzikaal - het hoogtepunt, dankzij een babylonesk blaasorkestje en een vocoder. Wat een decadentie. Slechte scenes zijn er ook zat. Het acteerwerk is even plat als de accenten. Door al het melodrama schoot me het tweede uur eindelijk te binnen wie de matige regisseur moest wezen: Felix van Groeningen. 'Ik ga je laten.'
zaterdag 10 juni 2017
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten