zaterdag 3 juni 2017
Room
‘We're never anywhere but here...’ Een
jongetje groet ’s morgens de dingen. Kamertje is alles wat ie kent.
Samen met ma (Brie Larson) zit hij in een variant van de
Kampusch-tragedie opgesloten in een schuurtje. Niet eens zo diep
weggestopt dus. Ze 'hebben' zelfs een dakraampje. Voor schaduwen zorgt
dat beetje licht niet, maar de gedachten gaan al gauw naar Plato’s Grot.
Veroordeeld tot illusies in een schaduwrijk. De vage afspiegeling van
de wereld in de vorm van een tv. Nu het jongetje vijf wordt, beginnen de
verzinsels van mama te wankelen. Room is zo’n film die niet valt te
bespreken zonder spoilers. Er komt verandering in de situatie.
Natuurlijk. Eerst woedende ontkenning, dan ontketening. De Eerste Blik.
Hét moment van de film, vol van Malickaanse verwondering. Toch mist die
fase een kansje. Ik had de hele scene via een POV-shot van het jongetje
willen zien. Wankel op weg naar de uitgang. De makers behouden liever
het ‘overzicht’, houden het allemaal toegankelijk. Op het kruispunt van
het ijzersterke eerste uur (en een leven) lijkt het verhaal daarmee wel
afgerond. Er volgt echter een moeizamere tweede helft. Gelukkig kan de
film ook dan terugvallen op die innige band. Hoe lang heeft een jongen
genoeg aan zijn moeder? Heel, heel lang. Samen groeten ze de dingen voor
een laatste maal. ‘If you don't mind, it doesn't matter.’
Labels:
films uit de jaren '10,
Lenny Abrahamson
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten