donderdag 15 juni 2017

Truman

Een gebroken man staat aan de Amsterdamse grachten. Het is Ricardo Darín, de Zuid-Amerikaanse klasbak die hier een gevierd acteur spéélt. Enkele dagen eerder is zijn beste vriend 'm in Madrid komen opzoeken. Er hangt al iets in de lucht. Darín snottert en sjokt als een depressieveling. Ik dacht, hij wil zelfmoord plegen. Helaas... De man blijkt 'slechts' kankerpatiënt. Dat levert in Nederlandse ogen toch heel wat minder morele dilemma's op. In Spanje gaat dat anders, ondanks de befaamde snijtafel-Rembrandt 'on display' in het ziekenhuis. De omgeving van de gevierde acteur weigert te accepteren dat hij zijn behandeling wil stopzetten, laat stáán dat er over zekere pillen wordt gesproken. Samen met zijn kompaan – die zonder chemo en zonder chemie als plot-vehikel fungeert – zoekt Darín naar een adresje voor zijn geliefde hond Truman. De Dagen met Morrie-vibe die tussen de tegeltjes dreigt, blijft met moeite achterwege. De film bevat het noodzakelijke mespuntje scherpte in ongemakkelijke ontmoetingen. Vooral in Amsterdam. De UvA stelde haar duurste hal beschikbaar, en daar verschijnt de zoon. Vaders en zonen, zwijgend, knijpend. Typisch voor het niveau van de film wordt die intense scene nog wel even nabesproken... Richting einde komt met de verplichte Spaanse seksscene een ondergrens in zicht. 'Wat heb je van mij geleerd?' 'Niets helemaal niets.'

Geen opmerkingen: