zaterdag 10 juni 2017
El Botón de Nácar
'Vanaf
de droogste plek op aarde hebben astronomen in heel de kosmos water
ontdekt.' Tegen de ijle, paarse lucht van de Chileense woestijn steken
rijen aan telescopen indrukwekkend af. Regisseur Patricio Guzmán neemt
de kolossen als beginpunt van zijn meanderende auteursdocu. Heerlijk
vrij associërend, maar de kracht zit niet eens zozeer ín de verbanden
maar in de verhalen. Ondanks de fijne subjectivistische vorm wint de
inhoud. (Is dat geen 2-0 voor de maker? Ik dacht het wel!) Guzmán
spreekt zelf wat overdreven articulerend de voice-over in. Zo sloom, dat
het een 'leer Spaans'-cursusje lijkt. Later gaat hij werkelijk op
taalles, bij de indianen van Patagonië. Van macro-oneindigheid belandt
hij zo in die ene geconcentreerde micro-druppel, waarin de wereld
blinkt. De indianen werden ook in Chili door de kolonisten uitgeroeid.
Wat rest zijn flarden herinneringen. In een segment van werkelijk
onwaarschijnlijke schoonheid portretteren naakte indianen het oneindige.
Sterren tot in hun solar plexus. Het almaar uitdijende universum
teruggebracht tot het meest aardse doek. Zo maakt Guzmán langzaam een
case voor zijn país als het meest bijzondere land op aarde. Daarvoor
hoef je eigenlijk alleen maar naar de kaart te kijken. En dat doet hij
dan ook. Hij besluit ergens tussen hoop en vrees. De ellende na Allende.
Sereen en grimmig.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten