vrijdag 30 juni 2017
Much Loved
'Wat, ben ik niet poëtisch genoeg?' Controversieel Marokkaans drama, waarin geen blad voor de mond wordt genomen. Het ultieme hoerengebed in het Verre Oosten luidt: 'Ik wens me een Saudi met weinig pik, en veel geld.' In de eerste sequentie zien we de hoofdpersonages te Marrakesh aan het werk op zo'n feestje. Sheiks die juwelen in het water smijten, en zelfs een dwerg op laten draven. Een gouwe ouwe middeleeuwse orgie, zou je haast zeggen. Met moderne drugs. Terug thuis in hun 'kippenhok' kibbelen de dames wat af. Eén van hen probeert de band met het ouderlijk huis nog in leven te houden, maar haar moeder ziet haar liever gaan. Dochterlief is ver weggedreven van de wereld van traditionele tegels en pruttelende pannen. De prostituée raakt langzaam in haar werk-wereld gevangen. Alleen daar valt nog solidariteit te vinden. 'I sweated in each country of the gulf'. In de mooiste scenes rijden de dames met hun chauffeur door nachtelijk Marrakesh. Kijkend naar buiten, naar de gewone wereld. Vette Vice-ambientklanken doen de rest. Richting slot begint de film op twee gedachten te hinken. Er valt weinig positiefs te zeggen over dit leven. Politiek correct melodrama en 'saaie' ellende lijkt daarom de logische conclusie. Maar dat voelt als nóg een trap na. Dan toch maar een vleugje lichtvoetigheid. De dames kijken zelf niet voor niets naar Bollywood-films.
Labels:
films uit de jaren '10,
Nabil Ayouch
Arabian Nights, Volume III: The Enchanted One
Hoe
eindigt 1001 Nachten eigenlijk? En zou Gomes het antwoord weten? Ergens in dit
laatste deel volgt nog een lesje narratologie, maar zelf laat de
verhalenverteller zijn Arabian Nights ontsporen. (Niet dat we iets
anders hadden verwacht!) Na een laatste zonovergoten psychedelisch
'intro', waar de anachronismen burlesk over elkaar heen buitelen, worden
Bagdad en Portugal definitief één. Gomes beperkt de invloed van
Sheherazade tot tekst. Eindeloze lappen tekst. Sheherazade vervult zo de rol van 'zwijgende' voice-over. In een verstilde documentaire over
vogelaars! Zo maakt Gomes toch een soort van documentaire-cirkel. Uren eerder begon
hij zijn trilogie namelijk met een segment over scheepsbouw. Oude
Portugezen, die peinsden wat ze nu moesten met hun leven. De tandeloze
goudvink-mannetjes hebben hier een bezigheid gevonden. Vogeltjes vangen,
trainen, en tegen elkaar op laten kwetteren. 'Whistle, thrill, stroke!'
Het konden heavy metal termen zijn. De vogelaarswereld heeft zijn
vermakelijke (metaforische) kanten. De beste manier om de vinkjes te
leren 'vertellen', is door middel van een 'voorzanger'. Een 'master
bird', die het de kleintjes kan leren. Sommige liedjes zijn echter in de
mist der tijd verdwenen (net zoals sommige verhalen) en daarom
knutselen hi-tech eigenaars met eigen mp3-mixen. Werkt het? 'I can tell
rightaway. You knów a bird from a cd.'
Labels:
films uit de jaren '10,
Miguel Gomes
donderdag 29 juni 2017
Toni Erdmann
'Wie lang willst du eigentlich bleiben?' Toni komt precies op tijd. De slacker is een van de filmhelden van dit jaar. De grapjesmaker verstopt zich achter een grapjesmasker. Zo'n soort man die als iemand 'Jezus' zegt, 'ja?' antwoordt. Al-tijd. (Al is dat misschien nog net een te verbaal grapje voor hem.) De sjoemelige vader besluit op een dag zijn dochter in Roemenie te bezoeken. Normaal ziet hij de zakenvrouw alleen in flitsen, als ze even 'overkomt'. Eén van die eerste momenten thuis lijkt zelfs de man met de nep-tanden iets van schaamte te voelen. Voor zichzelf, haar eeuwige smartfoon, en zijn eigen malle manieren van communicatie. Toni Erdmann gaat de uren daarna echter vol door op dat thema. Normaal ben ik niet zo cinema waarin je zelf (ook) achter een trui wilt schuilen, maar in Roemenie vindt regisseur Mare Ade in al dat schuren, plagen en kietelen iets heel verstilds. Het groepje managers ter plaatse kan ook écht een Klaus Kinski-achtige ontregelaar gebruiken. Afgestompt door de geldmolen. De vraag blijft, wie ontregelt wie? Dochter en Toni trekken elkaar naar beneden, en daarmee uiteindelijk omhoog. Managerstalk als 'go with the flow' krijgt met Toni een heel nieuwe dimensie. De verrassingen en merkwaardige combinaties blijven elkaar opvolgen. Alle lagen van de condition humaine afgepeld in een naaktpartij. Ongemak, da's waar de 'wild things are'. 'Ik heb een maand vrij genomen.'
Labels:
films uit de jaren '10,
Maren Ade
Free State of Jones
'He
died with honor.' 'No, he just died.' Er zijn weinig films over de
Amerikaanse Burgeroorlog, en het waarom laat zich raden. Te
confronterend, teveel zaken die nog altijd door etteren... Valt de
dubbele tweedeling ooit te lijmen? Free State of Jones vertelt het
bijzondere verhaal van zuidelijke verzet tégen het zuiden. Zelfs de
Afro-Amerikaan mag nu meedoen. Wel onder leiding van de blanke Matthew
McConaughey, niet toevallig getooid met heuse Castro-baard. 'Are we
gonna start killing rich people?' Wat McConaughey betreft wel. De Rebs
zijn aan de verliezende hand, de zuidelijke velden veranderen in
abattoirs, en wanneer hij als deserteur in de swamps belandt heeft hij
helemaal niks meer te verliezen. Jammer genoeg besluiten de makers het
toch al rommelige scenario op vrij lukrake momenten te onderbreken
met flash forwards. Die vallen langzaam wel op hun plek, maar verstoren
het ritme met een steriele rechtszaak, zo tussen de modder en het bloed
door. Een al te hooggegrepen idee. De stokoude foto-intermezzi werken
dan weer wél. On screen (en bewegend) verbijstert Free States vooral met
één beeld, dat ijskoud alles zegt. Een zwarte man is opgetuigd met wat
ik een ijzeren hakenkruis zou willen noemen. Totaal ontmenselijkt. Geen
wonder dat de wonden nog altijd niet geheeld zijn. 'Out there is deep,
through here is shallow.'
Labels:
films uit de jaren '10,
Gary Ross
woensdag 28 juni 2017
Quand on a 17 Ans
Men in love. Nou ja.
Jongens dus, van zeventien. Twee 'laatstgekozenen' vinden elkaar met
een omweg. Ze zijn in veel elkaars tegenpolen. Zwart tegenover wit, boer
versus stad. Doen versus leren. Maar allebei moederskindje. In een film
van Téchine wordt zo'n feitje al snel nog intiemer dan gebruikelijk. De
donkere jongen (een adoptiekind) heeft net vernomen dat zijn mama
zwanger is. Het is dus tóch gelukt. Terwijl de takken van de boom haast
seksueel ritmisch tegen het raam beuken, lijkt hij te denken aan zijn
'niet-conceptie'. Ware moeder eerder zwanger, dan was hij hier nooit
geweest... In deze fase piekt de film. Een blauwe en bleue méditation.
Nachtelijk dwaaltochten door het bergland, begeleid door sensuele
strijkers. In het dal is de film een stuk aardser. De witte stadsjongen
personifieert de gewone puber, met oorbelletje, Triggerfinger-poster aan
de muur en ironische ja-knikjes als zíjn ma iets van hem wil. Zij zet
een ongeloofwaardig soort 'puberruil' op. De twee jongens worden met
elkaar opgescheept. Een huis vol crushes. Moeder en zoon gaan beide voor
De Ander. Téchine raakt het rustige ritme uit het begin kwijt in
broeierig melodrama. Ik zat te wachten op de logische conclusie. Het
naaktgevecht, zoals Bates en Reed in Women in Love. Laten we het erop
houden dat er ook hier een variant volgt. Meer dan één zelfs.
Labels:
André Téchiné,
films uit de jaren '10
El Clan
'Live
this life of luxury.' El Clan legt een slim muzikaal verbandje, dat
tegelijkertijd clichématig uitpakt. De Argentijnse 'clan' uit de titel
woont in een kast van een huis, en de meest geliefde zoon schittert op
de rugbyclub. De taferelen daar worden in de film met Britse hits
geassocieerd. In tijden van Falkland-oorlog! De kekke soundtrack bevestigt zo hun
vervreemding, maar ademt tevens in alles Martin Scorsese. En dat moet
óók de bedoeling zijn geweest. De pa van de familie is namelijk een
doodenge grijze godfather. Dat zijn de ergste. 'Hij heeft de eerste kans
aangegrepen om zijn rug naar ons te keren.' De Puccio clan hengelt hun
geld binnen met bijzonder intieme kidnappings. Ieder vervult zijn rol in
het masterplan van pa. Hij geeft het fenomeen 'ijzige blik' een nieuwe,
bijna glazen dimensie. In zijn koele morbiditeit schuilt een zeer grauw
familiedrama. Trapero – die normaal wél de diepte in gaat – raakt
echter verstrikt in zijn eigen riffs, en die van de genrefilm. Het lijkt
wel alsof hij niet al te dichtbij durft te komen, de feiten niet durft
te fantaseren. Terwijl met iets langer uitgesponnen scenes die
Zodiac-sfeer toch om de hoek ligt. Wel blijft de film spectaculair tot
en met het einde. De 'ware' afloop van deze sage moet de Grunbergiaanse Trappero zijn
bevallen. Een psychopaat is in wezen untouchable. Zo overtuigd van zijn
eigen gelijk. De slachtoffers vallen om hem heen. Onbekenden en mensen
van heel dichtbij. 'Give me two good reasons why I have to stay'.
Labels:
films uit de jaren '10,
Pablo Trapero
dinsdag 27 juni 2017
Trumbo
C.P! U.S.A! Alles klinkt scandeerbaar met
'USA' erachter. Niet dat deze 'bedroom radicals' zich ooit in
slogan-parades zouden mengen. Als je op de cinema af moet gaan, stelde
het communisme in de USA niet veel meer voor dan studiegroepjes van de
elite. De dikbebrilde scenarist Donald Trumbo verkeerde in de cirkels
van de beroemdste Hollywood-Roemeen, Edward G. Robinson. 'You talk like a
radical, but you live like a rich guy.' De patriottistische krachten om
hen heen, worden al zenuwachtig, maar wie deze biopic kijkt, vraagt
zich af waarom. Trumbo lijkt een beter uithangbord voor de tabakslobby.
Hij moet wel de beste filter op aarde bezitten. Zijn maat krijgt echter
wel longkanker, by association. Tussen het paffen door pent Trumbo –
'anoniem' – Roman Holiday, en honderd andere prentjes. Zijn 24/7
workaholic leventje leent zich eigenlijk nauwelijks voor een lang epos.
De scenarist had best mogen trimmen! Al hadden we dan wellicht dochter
Elle Fanning moeten missen. Het beste shot is niettemin voor collabo
Edward, uitgeteld en uitgeput onder een gigantisch patriottisch bord.
Gezwicht voor de druk. Dá's interessant. Waar blijft de veel gewaagdere film
over Elia Kazan? De grote ironie van Trumbo's verhaal blijft misschien wel dat de
martelaar niet één communistische daad verricht. Hij zit gewoon dag en
nacht geld binnen te harken. A true American.
Labels:
films uit de jaren '10,
Jay Roach
Nerve
'Are you a
watcher or a player'. Nou, een watcher natuurlijk. Toevallig op dezelfde
dag eindelijk m'n serie-cherry gepopt, met aflevering 1 van Mr. Robot.
Ik vond het wat gammel qua acteerwerk, maar het zal nog wel beter worden
zeker... Nerve past in elk geval prima als 'na-programma'. Even smooth
en slick in de beelden, en ook het hackwerk lijkt uit hetzelfde vaatje
tappen. (Nog net geen readme.txt). De film komt uit de koker van de
Catfish-jongens, en de intiteling bewijst meteen dat ze toch wel wat van
computeren weten, om over de coolste aftiteling van het jaar nog te
zwijgen. Een stel kids in New York ontdekt kleppend op de Mac het nieuwe
'Truth or Dare'. Reaguurders smijten met coins om mensen voorbij hun
grenzen te laten gaan. Yolo, right? Een soort Pokémon Go, fueled by veel drank, en
mensen als Pokémon. De hoofdrolspelers zijn lekker popcorn materiaal.
Een tengere Julia Roberts-blondine met black brows ontmoet haar Prins op
een Blauwe Motor. Hij lijkt op Tom Cruise. Uiteindelijk dumpt zelfs de grootste
nerdette de aanmodderfakker. Gaandeweg wordt het scenario een beetje onnozel
pseudo-revolutionair, het moderne nep-verzet. Roodkapje op. Wel iets om
over na te denken: die Catfish jongens houden duidelijk van internet.
Toch maken ze alleen 'waarschuwingsfilms'... En ze hebben een puntje.
'Watchers will find you.'
maandag 26 juni 2017
Bacalaureat
'You changed what could be changed.' Een 'brave' vader is er maar druk mee. De dikke dokter wenst een beter leven voor zijn dochter. Maar in Roemenië moet je daarvoor de blaren op je tong zwammen. Je geweten kun je beter meteen doorslikken en verterken, tenzij je ook na dertig jaar dienst in een veel te intiem familiehuisje wil leven. Tussen architectonische hoogstandjes... Overspel heeft de Wende van de man richting 'normaliteit' al een zetje gegeven, en nu moet dochter koste wat kost naar de UK voor de studie. Wil ze zelf? Neen. Van pa hè. Tijdens een van de vele sterke scenes begint zij hem te blackmailen met wat hij voor háár deed. De verbijstering op papa's gezicht lijkt niet gespeeld. Tussen de familiebedrijven door belandt hij in Mungiu's bekende gangen. Eindeloos en verschrikkelijk kafkaësk, langzaam verslagen door het systeem. Hij draait in zijn tragedie zelf maar opera in de auto. Hoewel het scenario zich érg veel op de hals haalt, valt er ook wel om de Roemenen te lachen. Een verbaal volk. 'Encourage her to date a guy who sells used cars from Germany!?' En ergens zorgt al die corruptie ook voor wat sociale cohesie... De lummelende politie staat je op geheel eigen wijze bij met voormalige dictaturen-humor (ik moest aan Korea denken). De Job incasseert ondertussen de klappen. Er maar het beste van hopend. 'I don't do such things.' 'I don't doubt it.'
Labels:
Cristian Mungiu,
films uit de jaren '10
Perfetti Sconosciuti
'Ik wil de zin van mijn
eigen leven zijn.' Italiaanse gniffel-film vol pop-psychologie. Drie
bevriende stelletjes plus één eenling houden een dinertje. De therapeute
van het gezelschap heeft wel een idee. Een potje Scrupules 2.0. Smartphone op
tafel, en lees alles voor dat binnenkomt. Chaos reigns, natuurlijk,
zoals in die recente Polanski. Hadden ze maar geluisterd naar het oude
ouderlijke adagium: niet appen aan tafel! Dit is het type komedie dat
niet zou bestaan zonder Saarloos Monogame Drama. Maar wie zich daar
overheen kan zetten – én over het feit dat al die Italianen blijkbaar
allemaal een ander hebben – ziet een vermakelijke, erg Hollandse film.
Theo van Gogh zou het bedacht kunnen hebben. En ook de wijngrapjes en
slip-spelletjes brengen het Vaderland in herinnering. Ik vond het wel
amusant om de therapeut door de mangel te zien worden gehaald. De vrouw
wil een 'boob job'. Wrijven de ander haar fijntjes in: 'Therapeuten
moeten zichzelf accepteren!' Eerder heeft ze al een conflict met haar
dochter uitgelokt. 'Zodat ze een rolmodel heeft om zich tegen af te te
zetten, dan kan ze het huis makkelijker verlaten.' Au. Misschien is ze
zelf gewoon te jong voor een 'oude' dochter. Concurrentie! Zo lokt de
film zelf ook genoeg conservatieve gedachten uit. De ringtone van de
eenling geeft de leukste hint. Een kikkertje. Frog... Frozzo! 'Wat is er
mis?' 'Alles.'
Labels:
films uit de jaren '10,
Paolo Genovese
zondag 25 juni 2017
The Light Between Oceans
'When it comes
to the ocean, anything is possible.' Op zijn best valt dit een stemmig
melodrama te noemen. Austen zonder Austen. De ruige landschappen van
Australië suggereren de grillige, zielenroerselen, maar écht op locatie
landen doet de film nooit. Ware dit Bergmaniaanse arthouse dan had de
sombere vuurtorenwachter Fassbender eerst maar eens een uiterst fysiek
half uur alleen doorgebracht, op zijn verlaten eilandpost. Dan zou zelfs
het aansteken van het baken in de avond zijn isolatie enigzins verlichten. Nu
blijft het het bij twee (!!) minuten eenzaamheid. De stille wachter heeft
zijn Pocahontas-meisje op het vasteland al vlug gespot (handig wel) en
even snel zijn ze een stel. De bruid kent zo haar eigen WWI-krassen –
'Sometimes I wonder if I'm still technically a sister', maar ruzies
blijven lang uit. De aftiteling lijkt zo na een half uur begonnen (en
tegelijk eindeloos ver weg). Hobbels verschijnen pas in de vorm van in
vroeggeboorte strandende zwangerschappen. Alicia Vikander lijdt intens,
en ze speelt Fassbender compleet weg. Helaas, strandt de oplossing
in clichés. In een web van half-lies sijpelt de kracht van The Keeper's
Wife weg. Het laatste uur rest een ergerlijk genderbeeld. De vrouw is
leugenachtig, niet tot denken in staat en daarom lamentabel. De man
rationeel en rechtvaardig, en opofferingsgezind. Hij verdient de
beloning.
Labels:
Derek Cianfrance,
films uit de jaren '10
Sausage Party
Dus daarom mag je in de supermarkt
niks openmaken. 'I'm having an out of package experience!' Een stel
worstjes staat te popelen om eindelijk die sexy kadetjes binnen te mogen
dringen. Jammer genoeg zijn het geen Hollandse Bifi's, want dan waren
ze meteen protected geweest. (Ik denk niet dat er een veel duidelijker
staaltje voorlichting bestaat, op de basisschool maakten we er al
grapjes over). Sausage Party is een film op precies dat groep 8 niveau, en
daarin zo overdadig dat het nog aardig amusant wordt. Niet bepaald sterk in
de oneliners – hoeveel 'fucks' kan je eigenlijk kwijt? – maar het aantal
stereotypen dat je met een Sjopspel aan supermarktproducten ten gelde kunt maken,
blijkt eveneens eindeloos. De halal en koosjer-afdeling gaan elkaar te
lijf, en Edwart Norton doet zijn beste Woody Allen-imitatie.
Belangrijker: als worstje valt zelfs Seth Rogen te tolereren. Er schuilt
bovendien poëzie in een ontmanteld Oreo-koekje. Ik miste in deze poel
van moreel bederf, enkel het letterlijke bederf. Het zou toch leuk zijn
geweest als het worstje en het kadetje gedurende hun avontuurtje voor
consumptie ongeschikt raakten, als een soort E.T. buiten het
moederschip. En dan de woedende voedsel en warenautoriteit achter je
aan. Om het gemis te verzachten zingt... Nee, dat moet ik niet
verklappen. Het hád Peaches kunnen zijn. 'Sausage, control your insolent
bun.'
Labels:
Conrad Vernon,
films uit de jaren '10,
Greg Tiernan
zaterdag 24 juni 2017
La Pazzio Gioia
Italië is een beetje gek van zichzelf. En ook wel op zichzelf. Deze
tragikomedie danst theatraal langs alle clichés. Valeria Bruni Tedeschi
blijft stuiteren, heerlijk grenzeloos, eindeloos doorlullend. Het
type cliënt dat het zelf altijd beter weet, en minstens zo goed als de 'psy'
de DMS-4 paraat heeft. Haar zelfinzicht beperkt zich tot korte flitsen.
'Ik kan mijn benen nu nog laten zien, maar nader m'n schemering'. De
borderliner 'van adel' (en dat is zowaar niet gelogen) neemt magere
medegek Michaela Ramazzotti onder haar hoede, en op tocht door Italië.
Gelukkig maar, want de fase 'in de kliniek' lijkt het scenario meer op
een Eminem-video. Op vrije(rs) voeten wordt de film gelukkig stukken
beter. In alle grilligheid aanstekelijk gierend en brullend. Er zijn
domme kerels en niet werkende deus ex machinae. Tussen kleine
tragedies door – 'het spijt me dat ik altijd zoveel last geef' – mag er
gelachen worden. De borderliner zoekt haar 'vriend' op. Een en ander
ontspoort zo snel dat een taxichauffeur wil ingrijpen. Roept de
crimineel: 'Gepetto, Ik kom je opzoeken!” Als het damesduo dan toch bij
de villa van de gravin geraakt, treedt er een nieuwe complicatie op. Aan
lager wal raken voor Italiaanse adel is... Je huis voor films moeten
verhuren. Meta-kansje, duh! Een lach en een traan, en een schlager als
punt. Mooi. 'Terwijl we zinken zijn we gelukkig'.
Labels:
films uit de jaren '10,
Paolo Virzì
Boi Neon
'Deze plaats stinkt als een oksel.' Op
trektocht met de rodeoshow. Cowboys vindt je overal. Ook in het
Braziliaanse hinterland. Noem het hun variant van de bekende Brabantse
trekkertjetrek. Soms is er geen mens te zien, en dan staat er ineens een
mall. In misschien wel het mooiste shot dwaalt het hoofdpersonage
tussen miljoenen aan achtergelaten snippers. Hij vindt een halve
modepop. Het lijkt wel een schilderij van Dali. De bronstige kerel
moedigt overdag de stieren aan ('oi boi!') die op hun beurt later braaf
in de ring neergaan. ('Valeuuu boi!') 's Avonds heeft de kerel meer
ambities. Hij knutselt en naait wonderlijke pakjes, waar zijn buurvrouw
dan in paradeert, voor de verzamelde farmers. De muziek broeit (duh) en
de broekjes zakken nét niet af. Eén enkel Lynchiaans dansje treft al
psychedelischer doel dan het hele Neon Demon van Refn. Tussen de
bedrijven door heerst er op zo'n rodeo echter vooral verveling. Een
l'ennui van het plakkerige, geile soort. Zelfs het jongste meisje mokt
'pre-menstrueel' en wil knuffels. De plannetjes van haar reserve
vader-figuur verzanden langzaam, net als de staarten die hij smeert. Hij
heeft een betere naaimachine nodig. Of gewoon een beurt. Gaandeweg
vergeet regisseur Mascaro de dansjes. Neuken volstaat. Soms expliciet om
het expliciete, maar hij heeft ballen, deze film zal tot nog lang een
fetisj én een arthouse publiek vinden.
Labels:
films uit de jaren '10,
Gabriel Mascaro
vrijdag 23 juni 2017
The Idol
'Certain
events have been fictionalised.' Flauw om daar weer over te beginnen
bij Hany Abu-Assad, maar ditmaal is wat nep is in elk geval duidelijk.
Hij opent zijn Palestijnse Disney-'sprookje' met een ouderwets
oriëntalistische scene. Een film uit Arabië hoort gewoon op de markt te
beginnen. Underdog Aladdin rent voor zijn leven, de strijkjes doen van
James Bond. Benieuwd wat Edward Said ervan zou vinden. Kunnen we nog van
een knipoog spreken? Een stuk pijnlijker wordt het als het stof is
neergedaald. In de reusachtige gevangenis Gaza vluchten wat kids in de
muziek. 'He could've smuggled a whole orchestra by now.' De troupe wordt
geleid door een Anne Frank-achtige tomboy. Het meisje geeft álles. De
teksten gerateld, de leipe kinder-onzin intens beleefd. In een vroeg
hoogtepunt lijkt het wel kerstmis in Gaza. De piepjonge wedding band
staat in een met lampjes versierde wagen te spelen. Een tractor brengt
ze naar plaats bestemming. Lang blijft het noodlot niet in de coulissen
wachten. Muziek maken in Palestina is... óp een generator moeten
staan. Via de treurigste grenspost ter wereld belandt de zanger van de band toch
nog in de spotlights. Op dat moment begint Assad het Ware Verhaal te
doorsnijden met echte Idols beelden. Instant kippenvel. En tv... Die
blijkt weer eens universeel tranentrekkend. In de Arabische wereld zou
Ramses Shaffy nog groot zijn. Kijk Omhoog Abdel!
Labels:
films uit de jaren '10,
Hany Abu-Assad
El Olivo
'Hij wil gewoon aandacht, net zoals jij
met dat haar.' Het valt inderdaad meteen op. Een Spaanse tomboy heeft
een ingenieus kapsel in laagjes, minstens zo gecompliceerd als haar
karakter. Dat haar blijkt later nog als een mini-motiefje te fungeren.
Als de emotie oploopt, begint ze te plukken. Zo haakt alles in elkaar,
want ook de kippen verliezen hun veren. El Olivo toont het sappelende
Spanje, het corrupte Spanje ook. Arme boeren die blij zijn dat ze in elk
geval nog die verlepte kippenboerderij hebben. Opa is er doodstil van
geworden. De stokoude 'troetelolijf' is voor veel geld van de hand gedaan,
de ziel verdwenen. Het meisje ziet het verband – of wil het graag zien –
en besluit de boom terug te halen. Kwestie van picking the wrong
battles. Heel modern wel, de schuld elders zoeken (liefst mét
genoegdoening). Uit wat fijne flashbacks vernemen we hoe lief opa voor
haar was. Voor de anderen daarentegen... De film hint op genoeg boeiends
– een boom uit wraak verwijderd? – maar een gecompliceerd familiedrama
wordt het niet. Het overdadig geëmotioneerde El Olivo scoort vooral
puntjes als merkwaardige roadmovie. Aan de financiers in de intiteling
kun je zien waar we heen gaan (en aan de complimenten richting Duitsland
ook!) Er valt ook wat te leren. Boomtransplantatie, het kan. Echt is
het nieuwe nep. 'Dit hele land liegt tegen zichzelf'.
Labels:
films uit de jaren '10,
Icíar Bollaín
donderdag 22 juni 2017
Chronic
'Do
you want to shower?' 'I want to die.' Het leven van een hulpverlener
vereist veel incasseringsvermogen. Je poetst wat niet meer op te poetsen
valt, redeneert met iemand die niet meer gered wenst te worden. Een
opmerkelijk lobbes-achtige Tim Roth is er dag in dag uit mee bezig. In
het begin twijfelde ik nog of hij wel werkelijk verpleger was. Zulk soort hulp is
al snel zo intiem. Hijzelf ziet die grens echter ook niet zo scherp
meer. Toch lijkt hij zijn werk méér dan adequaat te doen. Hij negeert de
vreselijk 'om het bed heen'-bemoeiers die zich familie noemen, en
overrulet zijn mede-verpleegkundigen die schermen met 'They told me not
to do anything.' Roth neemt als 'caretaker' (maar dan anders) het heft
in handen. Natuurlijk schuilt daar wat achter. Een eenzaamheid
vergelijkbaar met Philip Seymour Hoffman in Magnolia. Van welke dame
checkt de verpleegster toch de hele tijd de FB? De open plek in het
verhaal schrijnt als een wond. Het bewijst weer 'ns de kracht van info
achterwege laten. Tot op het moment van onthulling dacht ik bijvoorbeeld iets
héél anders. De kijkers fantaseert zelf wel. Eenmaal ingevuld,
verbijstert vooral de schrikwekkende fysieke ellende. Daar had ik echter
eerder dat filmjaar met James White mijn portie al wel van gehad. Chronic is het best
wanneer Tim Roth eenzaam in zijn auto zit. Zijn safe space. Dat maakt
het einde des te ironischer.
Labels:
films uit de jaren '10,
Michel Franco
High-Rise
'Keep the change.' 'There isn't any.' Een zuinig ontvangen film, die onverwacht goed uitpakt, dat zijn de fijnere cadeautjes van het filmjaar. Ik snap de zessen best wel, objectief is alleen het eerste uur goed, maar soit. Beter interessant moeilijk, dan saai goed! Ben Wheatley waagt zich hier aan een distopische Ballard. (Ain't they all...) In een parallelle seventies-tijdlijn regeert het betonnen futurisme. Een Trump Tower verheft zich letterlijk boven de massa, met de architect aan de Penthouse-top en het plebs onderin. (Dit lijkt op die trein van Bong). Vieze man Jeremy Irons is als ringleader altijd je man voor dit soort verdorven decadentie. De vers gearriveerde nieuwkomer Tom Hiddleston neemt als byronische dokter een tussenpositie in, en zolang dat goed gaat, gaat de ook film goed. Eindeloos wordt er sensueel naar sigaretten gelonkt. 'I should have married someone like you. Stoic and perfectly breasted.' De film piekt vroeg met een grappig-geile seksscene, en een fabuleus caleidoscopisch lift-shot. De hele wereld spiegelt vulvisch van zo'n ding. Na een afdaling in een Warholiaanse supermarkt, neemt het volk het over. De focus verschuift van dokter naar working man, voor een wat flauwere Thatcheriaanse satire. Ruis van een ratelend scherm. Het blijft nochtans een werkje voor mijn imaginaire Tumblr. Met squash, dus. 'For the good of the building.'
Labels:
Ben Wheatley,
films uit de jaren '10
woensdag 21 juni 2017
L'Avenir
'Plus attractive, mois austère'. Ik voel me een beetje schuldig dat ik hier slechts voorzichtig positief over de nieuwe Mia Hansen Love-film kan schrijven. Ze is ten slotte de 'chouchou' van de pers. En 'MHL' heeft inderdaad unieke kantjes. Wie is er zo goed in de kleine, technische dingen? Het knutselen van een beat, of een lesboek filosofie opzetten, ze toont het met een verfrissende liefde voor intellect. Het schoolleven áchter de schermen van de school. Jammer genoeg gaan dergelijke rake details nog steeds niet gepaard met een strak scenario. Dat hobbelt ook dit keer door de jaren, stipt slechts aan, zonder door te pakken. Zelfs Huppert kan dit niet verbloemen. De lerares 'philo' leest sporend naar college een boek (een kleine Rohmer-ode) en dient de 'student demonstration time' van weerwoord. Met haar depri moeder heeft ze het lastiger. 'Ik speel een lijk'. In hun relatie zat een hele film, maar die krijgen we niet. Idem dito voor haar pas-de-deux met een protegé. Clichés worden wel vermeden, maar het resultaat is soms vreemd vlak. 'Ik heb er nu geen zin in'. Strubbels in het gezinsleven, dat lukt gelukkig wél, met de bedremmelde père des enfants, die doet wat hij niet laten kan. Bevangen door een 'ook dat nog'-gevoel zoekt de lerares naar houvast. Ze vindt die in de ware ster van de film. Haar knusse appartement, vol boeken en verhalen. We moeten ze zelf maar lezen. 'Joehoe, réveille toi!'
Labels:
films uit de jaren '10,
Mia Hansen-Løve
Café Society
'We don't want
to over-emphasize on empathism'. Vorig jaar voor het eerst in
mensenheugenis een jaartje overgeslagen met 'Woody'. Café Society kreeg
wat betere recensies dus ik moest eraan geloven. Steve Carrell is de
meest hoopgevende naam, en hij blijkt oké als George Clooney-achtig
movie producertje. Woody trekt namelijk net als de Coens naar LA, waar
hij zich duidelijk minder thuis voelt. De film neemt 'het wereldje' op
de hak, maar doet zelf ook niet veel meer dan shallow namedropping.
Terwijl in die prachtige motels toch een Fante-verhaal ligt. Iets met
een jonge scriptschrijver die bevangen raakt door de gevaren van de
filmhel... Woody houdt het bij eenvoudige romantiek, zelfs zijn
voice-over klinkt blasé. (Alsof hij zijn mond vol matzes heeft.) Geen
postmoderne geintjes. Zelfs geen zelfverwijzingen. 'Take the money
and... go'. Dan komt het dus op de sterren aan. Een achteloos ravissante
Kristen Stewart doet haar best, met een schorre Scarlet-stem. Spetteren
doet het echter niet met Eisenberg. Het simpele dubbelspel wordt
gecompleteerd door Carrell, ten minste, voor zolang het duurt. Voor de
meeste lol zorgen de anti-semitische grappen met een joodse twist. 'You
guys are moneylenders'. 'No, we control everything actually.' Pas in het
laatste shot weet Eisenberg het gezochte gevoel over te brengen.
Eenzaam in de Gatsby-massa van het eeuwige fuif.
Labels:
films uit de jaren '10,
Woody Allen
dinsdag 20 juni 2017
La Tortue Rouge
Dudok de Wit. Een man met een carrière rond één enkel filmpje, de Zomergasten-classic Father and Daughter. Dat heeft al iets stoers, en als Studio Ghibli dan ook nog je eerste feature film uitbrengt! De geduldigen worden beloond. La Tortue Rouge peinst even sereen en weemoedig over de vragen des levens, in langzaam uitdijende waterkringen. Die onvermijdelijke verlating. Van elkaar, en van de wereld. Ich bin der Welt abhanden gekommen. Dudok heeft in de mooiste passages niet eens kleur nodig. Grauw grijs als een graphic novel strandt een schipbreukeling op een eiland. De man bibbert in fragiele lijnen. Wat houdt hem nu nog bijeen? Hoop? Op de nagenoeg uitgestorven plek kleineert het landschap de eenzame ziel. Eindeloze bladerdekken ruisen. Dan begint hij te dromen... En hoe. Hartverscheurend mooi stijgt de metafysische verwondering tot grote hoogten. Met een Titanic-knipoogje als besluit. Terug in het niets, wordt de man bijgestaan door wat Miyazaki-wezentjes. Zonder al te antropomorf te doen, zijn deze krabbetjes grappiger dan de meeste Disney-figuren. Na een minuutje of veertig verschijnt het volgende beest, en daarmee ook de logische conclusie. Ik hoopte op erotiek, maar het wordt eerder braaf. Gelukkig zijn er nog wel cirkels. Een uitgebeende parabel om de parabel. Is alleen zijn onmenselijk of juist ultiem menselijk?
Black
'Die
Nike's heb ik gevonden... Aan iemand ander's voet'. Een tijdje terug
heerste er een kleine hype rond deze Belgische grotestadsfilm. Gangs
zouden vertoningen willen verstoren. (Ingeseind door de makers, denkt de
cynicus dan.) Zoals altijd, viel het uiteindelijk best mee, net zoals de film. Gelikte looks, strakke ritmes, met een paar brave deuntjes
voor de blanken. Enkel aan wat gangbangs zou de moraalridder zich kunnen
storen. Ook lijken de donkere jongens toch een tandje slechter dan de
Mocro gangs. (En de makers waren nu net 'Arabisch'...) Inhoudelijk begeeft
Black zich op het niveau van het Nederlandse Wolf. Ietwat overdadig in
ambities. De personages lijden eronder. Ik zou zelf vooral
geïnteresseerd zijn in het 'vooraf'. Hoe beland je in zo'n gang? De film
is echter meer van de verklaringen achteraf. Wel valt er te genieten
van het 'sfeervolle' metro-net, waar de gangs elkaar ontmoeten en
bestrijden. Zonder Warriors-nostalgie. Hier geen verheerlijking van
geweld. De liefde daarentegen...In een goeie Romeo & Julia-romance
tussen bruin en lichtbruin nadert de film een topper als Girlhood.
Puber-gerommel in de 'banlieues'. De Nederlandse taal vervult een
grappige bijrol. Voor deze Franstalige jongeren is Vlaams de taal van de
bourgeois, de flikken. Het burgerlijke volkje dat hen een trap onder de
kont wenst te geven. 'Qui a un probleme?
Labels:
Adil El Arbi,
Bilall Fallah,
films uit de jaren '10
maandag 19 juni 2017
Arabian Nights: The Desolate One
'Thereby
creating a theatrical allegory about the reproductive cycle of pigs.'
Zou er een algemene waarheid over tweede delen van trilogieën zijn te
produceren? Ik opper: tijdens het tweede deel lijkt men alle tijd te
hebben. Het verhaal staat op poten, het einde is nog lang niet in zicht.
Daarom zijn middendelen 'moody' en loom. Gomes doet het hier in elk
geval ook rustig aan in een drietal langzame vertellingen. (Delen van
delen, segmenten in segmenten, hij is lekker bezig...) In het eerste
verhaal houdt een oude kerel zich schuil voor politie te paard. Er wordt
niet veel gezegd. We blijven bij de wet in het overdadig babbelende
tweede deel, waarin een opmerkelijke rechter de dorpsvergadering
toespreekt. De representatie van het Portugese volk is – op zijn minst –
uniek te noemen, en de Portugese staat wordt redelijk effectief
belachelijk gemaakt. 'Mothers can sometimes become unwise out of love
for their sons'. Hoe wonderlijk al de situaties ook zijn, geef mij toch
maar de Gomes die de poëzie in het concrete vindt. De wrange Broken
Flowers-humor van kinderspelletjes. In het derde verhaal klinkt er
eindelijk toffe muziek. De intrinsieke gelaagdheid van een flatgebouw
doet de rest. Of hoe een lethargisch moment in bed het hoogtepunt van je
film kan zijn. Adam Gurvitz peinst zwijmelend op tv. 'Got to write a
classic, got to write it in an attic.'
Labels:
films uit de jaren '10,
Miguel Gomes
Francofonia
Terwijl Sokourov nog belletjes voor de film pleegt, loopt de aftiteling. Zo begint (!) Francofonia lekker meta, zoals later ook sterk zal eindigen. De vervreemding zet de toon voor anderhalf uur vrij associëren, gefinancieerd door de Louvre. (Vermoed ik dan toch.) Sokourov's liefde voor het museum en 'het Franse' drijft op de eurofilie die alleen een outsider kan bevangen. Iemand als Miyazaki ging hem voor, met zwierende accordeons. Toch blijft Sokourov ook Rus genoeg, om het 'bittertje' te zien. 'In Europe, Europe is everywhere'. 'Wij' zijn het verwaande continent, en al eeuwen geleden de uitvinder van de selfies. Sokourouv combineert dergelijke kunstzinnige gedachten via Maddin-edits met wat lukrake re-enactments. Hij roept Tsjechov en Tolstoj aan, en denkt aan de Tweede Wereldoorlog. Parigi, città aperta... Francofonia reminisceert meer en meer over oorlog. Zoals het hoort. Wat is een essay zonder Auschwitz? Bon, aan de concentratiekampen komt Sokourov niet, maar er zijn Némirowsky-achtig beelden van De Vlucht en De Evacuatie (nota bene van de stukken uit het Louvre!) Na een uur begint het toertje door Sokourov's 'privé-museum' wat te vervelen. De film neigt naar een lief hoorspel dat je op een laat uurtje op Radio 4 hoort. De regisseur lijkt het zelf ook te beseffen. 'Ben je nog niet moe? Geen zorgen nog maar even te gaan...'
Labels:
Aleksandr Sokurov,
films uit de jaren '10
zondag 18 juni 2017
Don't Breathe
Detroit.
De nieuwe location préferé voor horror-films. Een schizotown met een
leeg hart. Dáár klopt niets meer. Een stel 'cool kids' houdt zich bezig
met woningovervallen. In het gelikte intro volgen we er eentje. Synthetisch
to the max. Later, wanneer de duisternis valt, werkt die slicke look
wél goed. Het spookhuis wordt er hypnotiserend onwerkelijk van. De
camera is de enige die zich duizelingwekkend vrij door de kamers van
Villa Volta kan bewegen. De wapens hangen al aan de muur, de luiken
lonken. Deep sounds op de soundtrack doen de rest. Dit is een trigger
van negentig minuten, een boog tot voorbij het uiterste gespannen. De
drie jonge rovers moeten het met een miniem beetje backstory doen. Het
gaat enkel om de spanning. Dan valt of staat alles met de 'ware'
slechterik. En die mag er zijn. Homerus gone wild! In het begin hebben we nog tijd om na te denken over nonsens. Zou er eigenlijk
geur-neutralisatie-spray bestaan? Kan die man ze niet ruiken? Snel
daarna stapelen de spannende shots zich op. Schuilen onder Jurassic
Park-kastjes, sneuvelen op zijn Se7ens. Het enige beeld dat ik miste, is
het 'money shot', nadat er een broek is opengesneden... Terwijl Money
toch wel degelijk ge-shot wordt. Het eindeloze einde stelt wel teleur.
Na zoveel incasseringsvermogen, verlang ik naar die finale, cynische
klap. 'And that's the last time I will mark my body.'
Labels:
Fede Alvarez,
films uit de jaren '10
Desde Allá
'Ik zou mijn kinderen slaan, dan
weten ze meteen waar ze aan toe zijn.' Plant een filmvlaggetje in
'vergeten' Venezuela. Caracas ziet er grimmig en rommelig uit, met veel
zinloos metaal. Judge Dredd lijkt elk moment op te kunnen duiken, om dan de
law and order net iets te fanatiek terug te brengen. Mensen betalen met
dikke stapels bankbiljetten (die niks waard zijn). Dankzij zulke
bundels weet een grauwe kerel spierbundels van de straat te lokken.
Terug thuis onaneert hij met het kennersoog op de gladde jongensbillen.
Aanraken doet hij ze niet, hij kijkt 'desde allá'. Dat kan niet goed
blijven gaan, en natuurlijk wordt de 'Hijo maricón' te grazen genomen.
Het is het begin van een machtsspelletje, vervuld van eenzaamheid en
zelfhaat. Ik moet bij Zuid-Amerikaanse arthouse-films opmerkelijk vaak
aan Arnon Grunberg denken, en het is hier weer raak. Zelfde treurnis, en
dezelfde bizarre details. De kantoorklerk blijkt bijvoorbeeld secuur en sloom
kunstgebittenbouwer! Zijn jonge tegenspeler zet juist de fast forward
aan. Diens wilde overacteren detoneert, maar er zijn momenten dat
de intensiteit werkt. Op een Venezolaanse bruiloft bijvoorbeeld. Twerk
some! Al snel schiet iedereen echter terug in onscherpe lethargie.
Arthouse is... the resting bitch face of a middle aged man. Humorloos en
muziekloos. Zelfs de aftiteling voltrekt zich in stilte.
Labels:
films uit de jaren '10,
Lorenzo Vigas
zaterdag 17 juni 2017
Midnight Special
'Do
you miss it, living on The Ranch?' The X-files te Texas, met Jeff Nichols,
een echte kenner van de southern territories. Hier doet hij echter
vooral zijn eigen Take Shelter over. Klasbak Michael Shannon mag wederom
de 'believer' spelen. Zolang het 'out there' verhaal bij suggesties
blijft, werkt dat heel goed. Schoolbussen in de schemering, een automobilist
die door de nacht raast met 'goggles' op. (Luc Besson loves that shot).
De elektronische soundtrack pompt ook bij ons geloof door de aderen, en die dubstep
beat dropt nét niet. De FX doen dat wel. Wanneer de messias-missie
duidelijk wordt, neemt de kracht rap af. Meer en meer kreeg ik het
gevoel dat de hele boel gefinancieerd werd door mormonen. Het wachten
is op de stigmata. Of Nicolas Cage. Helemaal uit de bocht vliegt Nichols
overigens niet. De bijrollen helpen hem. Goofball Adam Driver vindt
zichzelf uit als de nieuwe Jeff Goldblum. Hij kan wat de FBI en de
mannetjes van de reli-Ranch niet lukt. Het wonder in het vizier krijgen.
Voor zoiets moet je bij de NSA werken. 'These are the words of the
Lord'. 'Or the federal government'. Ik was ook erg blij Kirsten Dunst
weer eens te zien. Zeer moederlijk, en met gigantische vlecht, zorgt zij
verstild voor een paar intieme momenten. Familieknuffel! Zelfs de
Ongelovige Lucas zal eraan geloven. Op zijn eigen manier. 'Could we go
back to Texas now?'
Labels:
films uit de jaren '10,
Jeff Nichols
Kubo and the Two Strings
'Is this a good dream,
or a bad dream?' 'See for yourself.' Aardig stukje narratologie voor
kinderen, in de lijn van The Never Ending Story. Wanneer wordt een
wanhopige droom de realiteit? En wie is de baas over je levensverhaal.
Jijzelf of de mensen die je (de les) lezen. Storyteller Kubo begeleidt
zichzelf op zijn shamisen, terwijl hij in zijn Japanse dorp mythen
opdist. Via monsters kan hij vluchten uit de monsterlijke realiteit.
Moeder schotelt zoonlief enkel verhaaltjes voor, om hem maar nooit de
waarheid te hoeven vertellen, over de nare gebeurtenissen uit zijn jeugd.
Het verleden haalt beide in de vallende duisternis echter toch in,
waarna Kubo in een 'droomwereld' op zoek naar zijn 'happy end' moet.
Zijn queeste is er een van Zelda-proporties, en het Windwaker-game design overheerst. Veel driehoeken, en over kaap'ren varen. (Doch
geen ocarina.) Ook binnen de mindfuck ontkomt Kubo niet aan de
traditionele liefdesdriehoek. Familieperikelen. 'Do you ever say anything encouraging?' De
ridder en de aap 'doorzien', is voor de de geoefende kijker een
abc'tje. Dit blijft een 'bekend' verhaal, een Wizard of Oz. De 'aunties'
die op Kobo en co jagen zijn eng Shakespeariaans, maar een
Hamlettiaanse tragedie wordt het niet. Een beetje Oosterse film verdient
dan ook een sentimenteel en bemoedigend lampionen-ritueel als slot.
'People like an ending'.
Labels:
films uit de jaren '10,
Travis Knight
vrijdag 16 juni 2017
Lo and Behold
'It is so ugly
on the inside, it is beautiful.' Herzog neemt een kijkje op het nulpunt
van het web. De nerds van toen zijn inmiddels oud geworden, en herinneren zich
verlekkerd het Arpanet directory. Herzog laat zich formules en the law
of big numbers uitleggen, en lijkt zich ondertussen een tikje te vervelen. Gelukkig
vindt hij al snel zijn trademark wazige Zen-meester, en kan de docu écht
beginnen. (Denk nu in het bekende accent: 'To some he was insane.') Het
eerste boeiende punt: als machines oneindig veel slimmer dan wij zijn,
dan wordt het leveren van een menselijke bijdrage aan de samenleving
moeilijk. Zou hierdoor een dorst naar kennis ontstaan of een obesitaanse
vreetdepressie? Lo and Behold klikt in style van link naar link, en van
onderwerpje naar onderwerp, dus elke filosofische vraag wordt gecounterd
met een geintje of een gek. Er is iets bizar grappigs aan voetballende
robotjes, bijvoorbeeld. Langzaam ontstaat toch een steeds gewonere
Herzog-film, dus zoekend naar het ongewone. Safe-vrouwen die zich in een
stralingsloos gebied verschansen. Kids die afkicken van gameverslaving.
(Ik ken zelf iemand die scheurbuik ontwikkelde!) Werners 'on screen'
interrupties neigen naar ego trippin', misschien omdat zijn docu's meer
en meer teamprojecten worden, zonder al teveel eigen auteurs-input. Op
die fijne voice-over na dan. 'Have the monks stopped meditating?'
Labels:
films uit de jaren '10,
Werner Herzog
Hell or High Water
'No hundreds, no bundles.'
Allemaal koele kikkers daar in Texas, met GTA in hun DNA. 'You boys are
robbing the bank?' De camera danst met veel klasse rond de eerste
crimespot. Ook álle minuten erna blijft Mackenzie's negende een perfect
gechoreografeerd crimepareltje. De aaneenschakeling van goeie teksten
houdt niet maar op. 'Bopped you in your snozzola, huh', grauwt Jeff
Bridges. De oude droogkloot moet samen met zijn 'injun' companion achter
de dieven an. Het is de laatste keer, voordat hij geacht wordt in die
rocking chair te gaan zitten. De film cut prompt naar de twee
bankrovende broers, chillend op de porch van hun aftandse boerderijtje.
Hell or High Water heeft ook wat te melden over debt relief America.
Enkel banken zitten nog met hun dikke zakenkonten op die bundles. Zingen
kan zo af en toe de zorgen verzetten. Waylon en Welch doen een duit in
het zakje, en richting einde wordt zelfs Little Dogies aangeheven. Mijn
hart is dan allang gestolen. De silhouetten van de broers tegen de
adembenemende Texas plains. 'I'm not afraid to die'. Hell or High Water
dendert door als The Sugarland Express, en eert die film soms onverbloemd. Bovenal is het natuurlijk een
super-Amerikaanse film. En Amerika drukt zichzelf het beste uit
'through criminality'. 'I've never met nobody who got away with
anything, ever.'
Labels:
David Mackenzie,
films uit de jaren '10
donderdag 15 juni 2017
Truman
Een
gebroken man staat aan de Amsterdamse grachten. Het is Ricardo Darín, de
Zuid-Amerikaanse klasbak die hier een gevierd acteur spéélt. Enkele
dagen eerder is zijn beste vriend 'm in Madrid komen opzoeken. Er hangt
al iets in de lucht. Darín snottert en sjokt als een depressieveling. Ik
dacht, hij wil zelfmoord plegen. Helaas... De man blijkt 'slechts'
kankerpatiënt. Dat levert in Nederlandse ogen toch heel wat minder
morele dilemma's op. In Spanje gaat dat anders, ondanks de befaamde
snijtafel-Rembrandt 'on display' in het ziekenhuis. De omgeving van de
gevierde acteur weigert te accepteren dat hij zijn behandeling wil
stopzetten, laat stáán dat er over zekere pillen wordt gesproken. Samen
met zijn kompaan – die zonder chemo en zonder chemie als plot-vehikel fungeert – zoekt
Darín naar een adresje voor zijn geliefde hond Truman. De Dagen met
Morrie-vibe die tussen de tegeltjes dreigt, blijft met moeite achterwege.
De film bevat het noodzakelijke mespuntje scherpte in ongemakkelijke
ontmoetingen. Vooral in Amsterdam. De UvA stelde haar duurste hal
beschikbaar, en daar verschijnt de zoon. Vaders en zonen, zwijgend,
knijpend. Typisch voor het niveau van de film wordt die intense scene
nog wel even nabesproken... Richting einde komt met de verplichte
Spaanse seksscene een ondergrens in zicht. 'Wat heb je van mij geleerd?'
'Niets helemaal niets.'
Labels:
Cesc Gay,
films uit de jaren '10
Krigen
'Treff.' Oorlog
straft dubbel. Uit en thuis. Krigen stelt zorgvuldige vragen bij
onzorgvuldige zaken. Raakt er iets sneller verstoord dan een veilige
haven? Het bataljon dat in Afghanistan op missie is, voelt zich op één
vlak in elk geval thuis. Ze lopen allemaal met baarden rond. Verder
lijkt hun missie geen groei op te leveren. We zien zinloze patrouilles,
en kleine klusjes bij de bevolking thuis. Het gaat de film om die
laatste scenes. Heel secuur stapelen huiselijke scenes zich op, tot een
leidmotief het krachtige thema wordt. De bataljonleider zelf mist zijn
frisse paardenstaart-dame, die hun kids in het gareel probeert te
houden. Papa is ver weg, maar kan ook dáár niet veel meer doen dan
pleisters leggen. Letterlijk en figuurlijk. In het kamp van de Denen
proberen de mannen dan maar wat huiselijkheid op te roepen met Yahtzee.
De oorlog klopt ondertussen almaar harder op de deur. Een
huiveringwekkende IED scene kan wedijveren met The Hurt Locker. Het ding
gaat niet eens af, maar wordt doodleuk opgehaald. Dergelijke spanningen
worden de commandant langzaam teveel. Hij begaat – zacht uitgedrukt –
een foutje. Prompt mag ie met de loservlucht naar huis. Dán wel. Daar
mag hij gaan nadenken. Richting de onvermijdelijke rechtszaak verliest
de fijne film wel wat subtiliteit. Een 'open' einde had geholpen.
'People's homes were bombed'.
Labels:
films uit de jaren '10,
Tobias Lindholm
woensdag 14 juni 2017
Hail Caesar
'Would that it were so simple.' Het
blijkt zelfs voor de Coen bros niet zo eenvoudig om iets toe te voegen
aan de droomfabriek-mythe. Deze parodie draait slechts de bekende
rondjes op de filmsets. Dat is niet zo'n ramp wanneer er een ode aan
oude sailor-musicals wordt gebracht, maar het hart van het verhaal had
best wat meer substantie mogen bevatten. Het scenario mist net dat geïnspireerde beetje 'extra'. Hint! De raamvertelling rond producer Josh Brolin sjokt
van hot naar her, hij wordt zelfs in steek gelaten door de ironische
voice-over. Ik kreeg bovendien sterk het gevoel dat ik al eens eerder
een film uit Hollywoodland zag waarin een steracteur richting 'haus am
Meer' werd ontvoerd. Om te kunnen genieten van Hail Caesar is het daarom
zaak te focussen op de fragmenten. Met ScarJo als Busby babe lukt dat
aardig. Zij heeft geen 3D nodig in de badpakkenparade. De beste scene
die níet alludeert voert een viertal religieuze baasjes op. De producer
wil groen licht voor zijn nieuwe Jezus-productie. Vanzelfsprekend
verliest het adviespanel zich in religieuze schisma's. Lange tijd blijft
het de grappigste scene. Pas richting einde schakelt de film een tandje
bij in liefde en lol, onder meer dankzij Lockheed-bribes en de
onfortuinlijke McDormand als editor. Clooney onder de commies levert ook
Woodyesk-gegniffel op. 'We're not even talking about money, we're
talking economics.'
Labels:
films uit de jaren '10,
Joel en Ethan Coen
Fuocoammare
'Your
position, your position.' Het minuscule eilandje Lampedusa staat plots
op de kaart, wanneer duizenden vluchtelingen deze buitengrens van Europa
proberen te bereiken. In de docu Fuocoammare (de titel van een Italiaanse schlager)
zien we hoe zoiets gaat. De makers nemen echter ook een kijkje bij de
'gewone hardwerkende Lampedusier'. Meestal ben ik gek op zulke
juxtaposities, maar dit keer werkt het niet. De ongemakkelijke verveling
van het handjevol bewoners slaat dood, zo tussen de beelden van lijden
en lijken. Het lijkt wel alsof de makers geen liefde op konden brengen
voor die paar visserslui. Alsof ze dat simpelweg niet dúrfden, gezien de
rest van het verhaal. Waarom niet wat vragen gesteld, terwijl de pasta
wordt gekookt, en er liedjes op de lokale zender aangevraagd? De
registrerende blik blijft te afstandelijk. Even steriel als de mannen
in witte pakken die de vluchtelingen bijna letterlijk uit zee hengelen.
Op dat vlak komt de film wél aan. Afrikanen secuur geteld, als ware zij
koeien. Kaartje met nummertje erbij, en dan op de foto. Het lijkt net de
slavenmarkt van Delos. (Het Lampedusa van de klassieke oudheid. En ook
díe slaven werden door piraten gebracht hè...) De vluchtelingen stappen
na keuring en ontsmetting, met zilverpapier ingepakt, in de buslijn van
'miseriecordie'. 'It's risky in life not to take a risk, because life
itself is a risk.'
Labels:
films uit de jaren '10,
Gianfranco Rosi
dinsdag 13 juni 2017
D'Ardennen
'Van kutjob naar kutjob'. Een fijne
fucked up kerstfilm uit sjoemelig België. Twee broers waren ooit beste
gabbertjes. Eentje met Jaap Stam-kop, de ander met zijn laatste
Rammstein-lok. Samen aan de criminele wandel, of hakkend op de
dansvloer. Maar nu is het 'goe' misgegaan, en heeft de dominante een
paar jaar in de bak gezeten. 'De smalle' kwam 'm braaf elke donderdag
opzoeken. 'Dat vergeet ik niet', zegt grote broer. Hij weet niet dat
zijn ándere reddingsboei inmiddels is 'ingenomen'. Van de eenvoudige Kain en
Abel-thematiek moet de film het niet hebben, maar het bekende verhaal
wordt bijzonder smakelijk opgediend. D'Ardennen scoort met mooie shots
(de zonnebank!) en rake details. Simons achter de bal... De broers
mijmeren over d'Ardennen, waar hun 'wonderfull' days lagen. Zelden klonk
een happy melodietje zo omineus, want ze rijden erheen, natuurlijk.
Daar duikt – na een korte, eerste flits – Jan Bijvoet op. In een leuk
onbedoeld verbandje houdt hij zich (net als in El Abrazo de la
Serpiente) bezig met plantjes... Hij mag de Tarantino-monoloog afsteken,
tijdens de grote Amerikaanse finale. Lynchy creeps in de caravan en de
Coen bros tussen de messen. Bizar, en zonder één hapering bloedstollend
spannend. Waalse nachten zijn lang. Was het allemaal maar anders gegaan
met die dame... 'Ik wil gewoon saai zijn. 'Thuiskomen om 5 uur, patatten
op, Blokken zien.'
Labels:
films uit de jaren '10,
Robin Pront
El Abrazo de la Serpiente
'Ik
heb heel mijn leven aan planten gewijd.' De indiaan kan zijn lachen
bijna niet inhouden. Eindelijk zegt de witte iets wijs. Begin twintigste
eeuw trekken etnologen naar het Amazone-gebied. Hun bedoelingen even
schimmig als hun geestesverschijning. De hologige Thomas von Martius
(Jan Bijvoet) lijkt wel een verlepte rockzanger. Hij maakt met zijn
talenkennis (en zijn kompas!) wel enige indruk. Het kompas houdt hij
liever. 'Ze oriënteren zich op de sterren, die kennis mag niet verloren
gaan.' De ongemakkelijke paradox van de witteman in één fraaie scene
verbeeld. Een ongezonde hang naar ongereptheid die enkel beleden kan
worden door het te verknallen. En dat is nog slechts de etnologische
voorpagina van de agenda. (Soms hoop ik dat de Indianenmedicijnen enkel de
eigen Indianenkankers zouden kunnen genezen.) El Abrazo de la Serpiente vergeet
de pijn van de indiaan zélf gelukkig nergens. 'Hoe kon je je zo laten
transformeren, je bent een halfbloed!' Monniken komen indianenjongetjes
nieuwe namen en trauma's geven. Later belandt de film op veel bekender
terrein – ondanks al die 'onontdekte' plaatsen. De witte mannen gaan ten
onder in een Herzogiaans 'heart of darkness'. Ze worden gedwongen
iedere waarheidspretentie op te geven. 'Echter dan wat jij echt noemt'.
Met een simpel plantje pijlsnel naar de kosmos. En weer terug.
Labels:
Ciro Guerra,
films uit de jaren '10
maandag 12 juni 2017
The Wailing
'What
fucker kills people!?' Enkele reis naar het Koreaanse hinterland. Een
modderpoel waar de stroom continu uitvalt. We kennen de taferelen van
Memories of Murder, dé klassieker in het Koreaanse policier-metier. Even
lijkt ook The Wailing die grimmig humane kaart te spelen. Het regent
aan een stuk door, en als het meest christelijke van de Aziatische
landen is Korea goed voor wat Se7en-shit. Maar al snel kondigt een
schrikmomentje de ware aard van dit horrorverhaal aan. De dochter van een
dikke politie-agent verschijnt in een bloedrood truitje bij het ontbijt.
Zo plotseling, dat ik opveerde. Dat moet de bedoeling zijn geweest. De
geest ontsnapt uit de fles. Letterlijk. De dorky futloze cop oogt niet
bepaald als de man om de boel 'recht' te breien. Sterker nog, iemand
moet zíjn politiepetje rechtzetten. Eten kan hij wel, in Daytime
Drinking establishments. Ik ging daar natuurlijk helemaal in mee, maar
het leipe gedoe duurt maar kort. Koreanen blijken een kei in keihard exorcisme. Volslagen
over the top. Tegelijkertijd klinkt het oorverdovende getrommel oprecht
bezwerend. Geestespijn in Dragon Ball-Z style. Waar houdt het fantoom
op? De transformatie van El Gordo verloopt bizar vlot. Ooit was ie sul,
nu leidt hij een posse. 'Can anyone make sense of what's happening
here?' Ik niet, maar vraag me wel af: hoe zou deze film in godsnaam in
Japan ontvangen zijn?
Labels:
films uit de jaren '10,
Hong-jin Na
Weiner
'She knows two Anthony Weiners.' Als er
één film bij het Amerikaanse verkiezingsjaar past... Daar zien we in een
flits Trump al: 'We don't want perverts as mayor'. Het zou grappig
zijn, als het niet om te huilen was. Het heetgebakerde standje Weiner
struikelt hier over zijn eigen ijdelheid. En anders had de mediacratie
hem wel met gestrekt been gevloerd. Weiner's aantrekkingskracht lag
altijd al in het overschreeuwende. De schrielkip krijst op de
senaatsvloer wat af. Hij geeft het zelf toe, hij kickt op aandacht tot
ná de ondergang. Tot zover niets nieuws onder de zon. Sneue
machtsmannetjes zeulend met hun testosteronbom, en dan is Weiner
eigenlijk nog een brave, vergeleken met Berlusconi, DSK of – dichter bij
het Amerikaanse huis – Spitzer met zijn dure escorts. Wat Weiner als
docu zo geweldig maakt, is juist zijn eigen tegenhanger. De sterke vrouw. Weiner
verschrompelt vergeleken met Huma, de hoge Clintonite. Zíj heeft de
touwtjes in handen. Haar dodelijke blikken als 'r wéér een seksschandaal
ontploft. Meer en meer ging ik denken: 'cuckold gets his cock out'. Dat
neigt echter teveel naar Huma de schuld geven. Het laatste uur spartelt
Weiner tegen, achtervolgd door Antonioni's paparazzi. Hij wordt
collateral in de carrière van een ander. Misschien geilde hij daar nog
het meest op. Vernederd worden. 'That blind spot was a pretty big one.'
zondag 11 juni 2017
Land of Mine
'Kein
zeit fur Selbstmitleid!' De pietluttige details uit een oorlog zijn filmisch vaak
interessanter dan de grote veldslagen. Denk aan het verhaal van
'allochtone' soldaten in Indigènes. Ook Land of Mine vertelt er eentje.
De kustlijn van Denemarken werd door de Duitsers in een mijnenveld
omgetoverd. Ná de nazi's zitten de Denen met het probleem. Een soort
'verschroeid' strand. Oplossing? Ze laten krijgsgevangenen de boel
opruimen. Even lijkt deze boetedoening eigenlijk heel terecht, en bijna
galant. Geen enorme terugbetalingen, maar een zeer reële, fysiek nuttige
gunst. Nu lijdt jij voor ons. Helaas blijken de mijnenruimers geen hoge
piefen of oorlogsschurken, maar mennekes van zestien. Volkomen
verdwaasd en verdwaald. En de Denen, die beginnen al snel verlekkerd met
hun wapenstokjes te zwaaien. Nu kunnen ook zij zich lekker nazi wanen.
De omkering wordt al snel flauw, zoals de film toch wat teveel op
schreeuwend b-film niveau blijft hangen. Meer gewroet was op zijn plaats
geweest. Wanneer is bijvoorbeeld het gevaar tijdens het demonteren van
een mijn eigenlijk geweken? En zou je op zo'n strand patronen in de
plaatsing gaan zien? Toch wordt het tussen het nagelbijten door
wel aandoenlijk. Een pluspuntje ook voor de aangename flashbackloosheid. Op
zo'n strand is er alleen nu. Met zijn allen gevangen in een Hurt Locker.
“Ich will nach hause.'
Labels:
films uit de jaren '10,
Martin Zandvliet
The Daughter
'You do nót need to be scared of the
truth'. Ieder zijn geheim in deze moderne Ibsen-bewerking. De mens en
zijn relaties, het blijft een onuitputtelijke bron van ellende. Hoewel men
de setting naar Australië verplaatste, heeft pater familias George
Rush eigenlijk precies de juiste, autoritair gegroefde Norenkop. Als de
rijkaard van een dorpje weet hij zijn tentakels ver uit te werpen. Geld
wordt rondgestrooid. En niet alleen geld natuurlijk... In het ouderwetse
klassenspel merk je dat de 'feodale switch' richting 'nu' een wat te
lastige uitdaging voor het scenario vormt. Niettemin houdt ook de
piepende en krakende poging iets liefs. Het eergevoel van de working
class verwarmt. De familialiteit onderling. 'Toast kiss!' Bovendien
wordt het Australische 'winter'landschap aardig benut. Zoveel bomen op
een rij, allemaal alleen. In het natuurschoon ritselen jonge telgen, en
ander aangeschoten wild. Vanuit het verre Amerika arriveert de grote
onthuller. De ontwortelde zoon van de rijkaard zit zelf in de knoop, en
besluit de boel maar eens op te jutten. 'You still got mom's car?' 'Why
wouldn't I.' Typisch plaatselijk gevolg: drinking games. En dát kunnen
de Australiërs als geen ander. De bruiloft gaat in de hens, terwijl de
soundtrack maar doorgalmt. Ik kreeg zelf ineens zin om Silverchair te
draaien. Teenangst in the outback. 'Grace left me'.
Labels:
films uit de jaren '10,
Simon Stone
zaterdag 10 juni 2017
El Botón de Nácar
'Vanaf
de droogste plek op aarde hebben astronomen in heel de kosmos water
ontdekt.' Tegen de ijle, paarse lucht van de Chileense woestijn steken
rijen aan telescopen indrukwekkend af. Regisseur Patricio Guzmán neemt
de kolossen als beginpunt van zijn meanderende auteursdocu. Heerlijk
vrij associërend, maar de kracht zit niet eens zozeer ín de verbanden
maar in de verhalen. Ondanks de fijne subjectivistische vorm wint de
inhoud. (Is dat geen 2-0 voor de maker? Ik dacht het wel!) Guzmán
spreekt zelf wat overdreven articulerend de voice-over in. Zo sloom, dat
het een 'leer Spaans'-cursusje lijkt. Later gaat hij werkelijk op
taalles, bij de indianen van Patagonië. Van macro-oneindigheid belandt
hij zo in die ene geconcentreerde micro-druppel, waarin de wereld
blinkt. De indianen werden ook in Chili door de kolonisten uitgeroeid.
Wat rest zijn flarden herinneringen. In een segment van werkelijk
onwaarschijnlijke schoonheid portretteren naakte indianen het oneindige.
Sterren tot in hun solar plexus. Het almaar uitdijende universum
teruggebracht tot het meest aardse doek. Zo maakt Guzmán langzaam een
case voor zijn país als het meest bijzondere land op aarde. Daarvoor
hoef je eigenlijk alleen maar naar de kaart te kijken. En dat doet hij
dan ook. Hij besluit ergens tussen hoop en vrees. De ellende na Allende.
Sereen en grimmig.
Belgica
"Een fokking café!?" Oorbelletje in dat
lelletje en allez hop, flashback naar de nineties. Primal Scream en
Pavement-posters hangen nog aan de muur. “Helemaal de max.” Twee
Belgische broers beginnen een concertkot, in oude krakersstijl.
'Marginalen' en dansende vrouwen bezetten de vloer. Stomende seksgod
Davy Coppens het podium. De broertjes Soulwax verzonnen de kekke acts met
hun fictieve hits. Vooral de electro-vrouwen weten in wilde
uitdossingen van wanten. Het muzikantensfeertje mag er sowieso zijn.
'Stevig geurke.' Al het geld van de twee broers verdwijnt intussen in de
afgrond van dat honk. Zolang niemand zich druk maakt om enig plot swingt
Belgica als een zwangere tiet. België oogt Amerikaanser dan Nederland dat
ooit zou kunnen doen. Meer chaos en meer cowboys. Maar al snel begint er
iemand met een kek mobieltje te zwaaien, en ik denk: huh nineties toch!?
En alhoewel dat detail op zichzelf volslagen irrelevant is, slaat het
scenario plots morsdood. Zeker de oudste – doorgesnoven – broer lijkt steeds meer op Hans Teeuwen die een disconummer nadoet. Elke minuut een paar
godverdommes, pardon, hodverdommes. Soapy episodische ruzies
uitgevochten op Samson-niveau. De melancholie van de dansvloer gaat in
coke en rook op. 'Soms sta ik daar te dansen en dan peize ik: wat doen
al die mensen hier?'
Zeven jaar later keek ik 'm nog een keer - per ongeluk uiteraard - nadat ik de fijne soundtrack via een Mechelse kringloopwinkel had (her)ontdekt. Op dat moment schreef ik deze kortere versie van dezelfde recensie:
'Wa is da nu?' België op zijn Hollandst. De eerste tetjes zijn binnen een minuut binnen en ook de 'hodverdommes' laten niet lang op zich wachten. Seks, drugs en rock 'n roll beheersen het leven van twee Gentse broers. De ene een éénoog, de ander een stijfkop. Ze runnen café Belgica op coke en zijn het merendeel van de tijd volledig van de kook. De film drijft op de (geweldige) soundtrack van – hoe toepasselijk – de Dewaele brothers. De openingsavond van de vernieuwde club vormt – ook muzikaal - het hoogtepunt, dankzij een babylonesk blaasorkestje en een vocoder. Wat een decadentie. Slechte scenes zijn er ook zat. Het acteerwerk is even plat als de accenten. Door al het melodrama schoot me het tweede uur eindelijk te binnen wie de matige regisseur moest wezen: Felix van Groeningen. 'Ik ga je laten.'
Zeven jaar later keek ik 'm nog een keer - per ongeluk uiteraard - nadat ik de fijne soundtrack via een Mechelse kringloopwinkel had (her)ontdekt. Op dat moment schreef ik deze kortere versie van dezelfde recensie:
'Wa is da nu?' België op zijn Hollandst. De eerste tetjes zijn binnen een minuut binnen en ook de 'hodverdommes' laten niet lang op zich wachten. Seks, drugs en rock 'n roll beheersen het leven van twee Gentse broers. De ene een éénoog, de ander een stijfkop. Ze runnen café Belgica op coke en zijn het merendeel van de tijd volledig van de kook. De film drijft op de (geweldige) soundtrack van – hoe toepasselijk – de Dewaele brothers. De openingsavond van de vernieuwde club vormt – ook muzikaal - het hoogtepunt, dankzij een babylonesk blaasorkestje en een vocoder. Wat een decadentie. Slechte scenes zijn er ook zat. Het acteerwerk is even plat als de accenten. Door al het melodrama schoot me het tweede uur eindelijk te binnen wie de matige regisseur moest wezen: Felix van Groeningen. 'Ik ga je laten.'
vrijdag 9 juni 2017
Elle
Een kat in grijstinten bekijkt het allemaal licht geamuseerd. Baasje wordt verkracht, maar ergens zweemt de neppigheid van reclame-humor. Verhoeven heeft ons meteen weer provocatief te pakken. Is dit een grap of om te huilen? Gaat hij de rape culture fileren, of juist role playing van mensen die enkel door toetakeling nog wat kunnen voelen. Aanvankelijk lijkt Verhoeven ons toch op een serieus spoor te zetten. De thriller met gemaskerde horror-trekjes houdt de kijker stevig aan de stoel gebonden. De mensen lijden Haneke-intens, of nemen elkaar genant kil de maat, zoals bij Ostlund. Isabelle Huppert vormt als ijskoningin het vanzelfsprekende middelpunt. Op en topgetypecast dus, maar wie geeft er zóveel van zichzelf? Helemáál slachtoffer blijkt ze toch niet. Of nou ja. De verleiding van de psychopate wordt velen gewoon teveel. Ze bitst wat af, maar wordt nooit verlaten. Dat heeft allicht te maken met haar gruwelijke verleden, waarin de film bloederig doorschiet. De aloude gevarendriehoek seks, moord en religie bewijst zijn diensten weer. Het zijn oude stokpaardjes voor Verhoeven. De tragische ondertoon verdwijnt langzaam, te gunste van een farce. En da's eigenlijk jammer. De film blijft dik twee uur lang 'een sensation tres speciale', maar stompt door alle narigheid ook af. Dit zijn DSK's fantasieën, achteloos weggeklokt met een goed glas dure wijn.
Labels:
films uit de jaren '10,
Paul Verhoeven
Arabian Nights: The Restless One
'The director
ran away and I'm following.' Een geluidsman draaft achter Miguel Gomes
aan. De regisseur poogt zijn eigen film te ontvluchten. Maar dat gaat
zomaar niet! Later zien we de crew met stokken een bos uitkammen.
Dergelijke leipe meta-momenten zijn altijd aan mij besteed. Het eerste
kwart graaft Gomes zich lekker autobio, met dikke postmoderne
aanhalings- en vraagtekens. Pessoa-achtig peinzend hoe hij in hemelsnaam
een film over de economische crisis moet maken. Ook op de geluidsband
loopt alles door elkaar. Chaos is his life. Honderd lagen aan stemmen en
geluiden, die niet noodzakelijk verband houden met de beelden. Zoals
altijd heeft de vermomde control freak Gomes veel aandacht voor muziek,
al moeten we een cliché-minpuntje voor Arvo's Alina rekenen. Andere
dwarsverbanden werken wél: terwijl een drumband onhoorbaar swingt,
overdenken Portugese werklozen hun malaise. 'Het schip vertrekt met de
sleutels van het scheepswerf.' Ergens in de melange begint Gomes aan een
adaptatie van Arabian Nights, vol metaforische beesten en
'opgezwollen' bankmannetjes. Sommige tikken raken Europa op de neus,
elders wordt het melig, of ronduit saai. Wanneer het bos brandt en de
liefde der jongelingen broeit, vindt Gomes zichzelf. 'The meager
resources of Portuguese cinema are not compatible with your reveries.'
Labels:
films uit de jaren '10,
Miguel Gomes
donderdag 8 juni 2017
The Event
'Let's bring back private property as it was before 1917!' De mensen in de Sovjet-Unie moesten bizar ver terug om hun wensen uit te drukken. Die dekselse communisten bleven maar overleven. In hun nadagen maakten de hardliners echter toch een cruciale fout. Gorbatsjev werd aan de kant geschoven – het gerucht op de pleinen gaat dat ie dood is – en een coup d'état is een feit. Deze tegenzet deed de perestrojka ontploffen, in het gezicht van de bovenbazen. De mensen durfden nu wél naar buiten te gaan, met Animal Farm-taferelen op de spandoeken. In The Event laat Lozhnitsa de oude beelden voor zich spreken. Net als de communisten weet hij wel raad met massa-observering. Zelfs wanneer de journaalbeelden niet door een eigen crew zijn geschoten, vindt hij zijn eigen, unieke ritme. Sereen met grimmige ondertonen. We zien een engelachtig blonde man met een racefiets aan de hand. Wat later flitst hij - in het zadel - voorbij. De fragmentarische teksten bewijzen dat tijden niet veranderen. Het is net Kiev. 'Vrienden, laat een ambulance door.' Een dichter ontwaart als een echte Oude Rus de poëzie in de gebeurtenis. 'Jeltsin, colossus of promise, rises.' Praten kunnen ze wel. Maar veranderen? De kwieke Peterburgse burgemeester Sobchack wekt een energieke indruk. Later fungeerde hij als mentor van Poetin en Medveded. Ik bedoel maar.
Labels:
films uit de jaren '10,
Sergei Loznitsa
An
Heel
Japan Bakt. Zoete pannenkoekjes met bonenpasta, ik moet er echt niet
aan denken, maar daarin blijk ik zelfs binnen deze film niet de enige. De
'nandeska's', 'nandés' en stijgende 'ehhh's' spetteren hier weer van het
scherm. Alle clichés van Japan rond één rondom koekje. Soms schiet
regisseuse Kawase door. Alwéér een cherry blossom tree. Zijn er dan echt
geen andere Japanse bomen met enige symbolische betekenis? Kawase
dwaalt zo wel erg ver af van de grimmige arthouse waarmee ze haar carrière
begon. Ze belandt op 'laat' Van Sant-terrein. Een soort Finding Forrester.
Wijze, lieve oudjes met eenvoudige lessen. Mijn dinsdagen met Morrie in
een poffertjestent. De meer verontrustende verhaallijnen raken in het
underwritten scenario snel op de achtergrond. Tevergeefs focuste ik op
het eenzame high school meisje en de langs stormende treinen in de wind.
Het arme meisje hangt er maar wat bij. Het gaat om de
doriyaki-kok en zijn nieuw maatje. Een gollemig wezentje met misvormde
handen. 'Ik laat jou de potten tillen'. Als bonenfluisteraar verklapt
zij de geheimen van het antropomorfisch koken. Het vrouwtje laat
kwetterend genieten van het leven. 'Piu piu piu piu.' Haar
onvermijdelijke afscheid zet een bitterzoete punt, maar Kawase rekt het
slot om onbegrijpelijke redenen eindeloos. Branden die koekjes toch nog
an.
Labels:
films uit de jaren '10,
Naomi Kawase
woensdag 7 juni 2017
Captain Fantastic
'Unless it comes out of a
fucking book, I don't know anything about anything!' In welke 'echte'
wereld wil je leven? De overspannen urban consumptiesamenleving, of de
fantasiewereld van pa, ergens diep in de bossen. Het tweede lijkt wellicht het
Platoonse ideaalbeeld, maar net als alle Mosquito Coast-nuts verliest
Captain Fantastic (Viggo Mortensen) de medemens uit het oog. Hij slaat
op zijn eigen manier óók door in individualisme. Het sterven van ma doet
hem met zijn talrijke kroost alsnog richting shopping malls
trekken. Pa doceert. 'Most of our fellow citizens engage in frenzied
shopping as their primary form of social interaction.' De Little Miss
Sunshine-karavaan werkt als komedie het best wanneer er op koopjesjagers
en white trash wordt gehakt. Het dissen van christenen gaat al een
tandje moeizamer, en een paar kilometer verder is de lol eraf, ondanks
wat Esperanto. Toch meer drama dan komedie, alle weemoedige Sigur
Ros-songs hadden het aangekondigd. The Wolfpack van pa slaat aan het
knorren, en de façade van pa begint vanachter zijn Dennis Wilson-looks
af te brokkelen. Vooral zijn relatie met de oudste (en dus) meest
onderdanige zoon is bij vlagen intens. George Mc Kay lijkt werkelijk op
Viggo. Ik gniffelde intussen om Amerika in één beeld van niets: het
elektronisch inschuifbare afstapje van een camper.
Labels:
films uit de jaren '10,
Matt Ross
The Neon Demon
'It's
gonna be a closed set.' Refn op pad in de modellenwereld. Het wachten is
op het moment dat de dekselse Deen zíjn Love 3D gaat maken. Het moment
kan echt niet ver weg meer zijn. In The Neon Demon houdt ie het – aanvankelijk –
nog best chique. Stroboscopisch knipperende beelden uit LA by night.
Softsynths van Cliff Martinez zoemen weemoedig, de dure decors bevolkt door
ijskoninginnen en skeletten. Beats sporen de opgepompte lichamen aan,
als kijker krijg je de neiging het volume ook maar eens goed op te
krikken. Maar dan gebeurt er héél lang niets. Wonderland-meisje Elle
Fanning zet haar eerste schreden in de bekende(n) wereld, en verandert al snel in
een bitchje like any other. Keanu Reeves hangt de ware dissonant uit. De
sjoemele baardman is zo de leukste in een matige film. Hij probeert het
niet eens meer, maar schmiert als Randall uit Clerks. Heel vroeg kadert
Refn zijn film af. Drie moderne heksen omsingelen het jonge
onschuldige ding. Shakespeariaans, en je weet hoe dat gaat eindigen. Lynch had samen met zijn hoppermannekes de
modellenwereld van LA eigenlijk ook afdoende doorgeprikt. De ballon zat al vol gaten, hoe moet
ie dan nog krijsen? Net als ik ga mokken dat de film zelfs wat braaf
blijft, gaat Refn in het laatste kwart alsnog lekker los. Giallo meets
Ferrara. WTF. 'Gigi just got out of the body shop.'
Abonneren op:
Posts (Atom)