'The babies eat their mummy.' Een van mijn favoriete narratieven gaat
als volgt: Een onbekende figuur komt bij een familie, maar verschijnt
daar natuurlijk niet voor niets. Er staan rekeningen open, genoteerd met
het snerpende krijt van de moraal. In de cinema zien we Malamuds The
Assistant-setup terug bij de Dardennes (Le Fils!) en in het Afrikaanse
Daratt. Ook Japan doet nu mee. Een echtpaar runt een bedrijfje aan huis.
Op een dag arriveert een oude vriend van de man. Lijkbleek, in het wit
gekleed. Inderdaad, a ghost from the past. Tot ongenoegen van de vrouw
mag l'etranger blijven. Al snel draait ze bij, want de man helpt
dochterlief harmonium spelen. Maar hij kan meer dan dat... Schuifdeuren
gaan open. De film is op zijn best als nog ongewis blijft hóe de bom
precies zal ontploffen. De protestantse mama van het gezin lijdt dan al
Dreyeriaans. Een slecht huwelijk zorgt voor verlangens die
ze van een slecht geweten niet mag hebben. Een fucked up Kore-eda. De Onbekende
Man neuriet intussen een Hitchockiaans deuntje. Dan gaat de overdrive
aan. Een overdosis aan ellende en toeval zorgen voor méér dan een weeïge
bijsmaak. Elke minuut kachelt het scenario verder achteruit. Het zo
betrouwbare narratief eindigt in schematisch spiegelen. Filmmaken als
een God. Lekker met de poppetjes schuiven. 'A bit weird right?'
dinsdag 12 juni 2018
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten