zaterdag 16 juni 2018
It Comes at Night
Is er een horrorigere titel denkbaar? Jammer van het cliché, want It Comes at Night zit intelligent en strak in elkaar. Wellicht had de film beter simpelweg The House (of... The Disease) kunnen heten. Niet dat dat nou zulke briljante ideeën zijn, maar ze passen beter bij het minimalisme van deze toekomstblik. Beleefdheid in tijden van de apocalyps. 'Take the fuckin mask off!' Een familie heeft zichzelf in een huis verschanst. Zoals in alle goede horrordrama's blijkt het grote gevaar niet de man met een bijl, maar het moment dat het eigen lichaam zich tegen de protagonisten keert, en de AIDS-vlekken beginnen te woekeren. Heerlijk! Het intro geeft alvast een voorproefje... Schuilen in de wildernis heeft lange tijd nog wat weg van kamperen. Zeker wanneer er een andere familie 'opduikt', zodat er bordspelletjes gespeeld kunnen worden. Ondertussen blijft pa op zijn hoede, als de paranoïde patriarch van zijn eigen Mosquito Coast. Bij de nieuwaangekomen treffen we 'James White' (Christopher Abbott), nu al een specialist in intensiteit. Zijn vrouw brengt jong leven mee, op méér dan een manier. De puber van het oorspronkelijke gezin kijkt zijn ogen uit. Slapen kon hij toch al niet. Zo worden we over The Road van The Territorium naar het onvermijdelijke geleid. Zwartgallig, en zwartogig. (Maar helaas zonder black metal.) 'Are you sick?' 'No sir!'
Labels:
films uit de jaren '10,
Trey Edward Shults
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten