'May I see your ticket?' De Koreaanse obsessie met treinen wordt toch
nét even wat anders gesublimeerd dan de Japanse. Vrij kort na
Snowpiercer komt een Koreaans team weer met een horrorfilm vanuit de
'rijdende ensemblecast'. Vanzelfsprekend gaat de overdrive aan.
Koreanen klieren elkaar, zoals bekend, knoerthard. Vergeleken met
Snowpiercer blijft het verder wel simpel. Dat komt vooral door de
vijand. Van doorgedraaide zombies hoef je geen working class revolutie
(of metaforen) te verwachten. Daar zijn ze veel te dom voor. De ondoden
zorgen wél voor spectaculaire beelden. Honderden graaiende handjes voor
een treinraam. Het is lastig niet aan Auschwitz te denken. Wat later
kletteren ze zelfs op het dak. It's raining men... Ik zei het al, het
gaspedaal wordt diep ingedrukt, met een bijkans Spielbergiaanse
professionaliteit. De FX verdienen speciale vermelding. Paradoxaal
genoeg zijn die namelijk in één moeite door flitsend en vermakelijk
houterig. Als een update van een Michael Jackson-video. Van het
verhaaltje moet de film het verder niet hebben. Dat blijft een soort
Tien Kleine Koreaantjes, waarin zeker tijdens het laatste half uur het
gebrek aan goede teksten opvalt. Ternauwernood dichtslaande deuren. Dat
is wat het is. Hysterisch, gory, en met een vleugje familiepijn. 'My
mother is waiting for me at home!'
donderdag 21 juni 2018
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten