'Panique aux Pays Bas.' Zag 'm aan het begin van de herfst in de bios,
en concludeerde toen dat het hier om dé pechvogel-film van het jaar gaat. Als
Laguionie wat sneller had gewerkt – of Dudok de Wit – nóg langzamer,
dan had iedereen The Red Turtle een rondje om de kerk gevonden. Nu treft
Louise dat lot. De gelijkenissen zijn werkelijk verbijsterend. Niet alleen
belandt het hoofdpersonage op een verlaten strand, ook zijn er grapjes
over krabbetjes, een projectievriendschap met een dier, plus vele
verwarrende dromen. Louise vliegt zelfs! Dat laatste element is er echt
teveel aan. Werden de scenario's soms uitgewisseld? Bij beide films kan
men natuurlijk ook peinzen over het metaforische gehalte. Een cinema des
levens. Louise en Hiver is daarin wel wat concreter, met de
verwijzingen naar global warming, en het algehele gevoel dat hier een Einde wordt gevonden. De oude bes mist de laatste trein, en spendeert de
winter alleen, denkend over vroeger. In haar halve droom-staat werken
de oud & nieuw flashbacks zowaar eens keer uitstekend. Ondanks
de korte speellengte wordt Louise helaas wel babbelziek. ('Ba oui!') In
de beste scene schrijft ze zwijgend de ultieme levensvraag in het warme
zand. 'Pourquoi?' En Ludo, waarom is The Red Turtle dan tóch beter? Dat zit 'm
in de prachtige animaties, en de Japanse touch van Dudok de Wit. 'La nuit je dors
comme un enfant.'
zaterdag 30 juni 2018
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten