'Will you shut the fuck up about the freezer.' Matig melodrama met momenten. Casey Affleck speelt een fijne hoofdrol als 'janitor'. Dé baan voor een slacker-film. Als droogklootzak kan hij er wat van. Autistisch gesloten, bot tegen de 'klanten', en zo af en toe een barfight. Dat laatste is natuurlijk helemaal niet zo lamlendig, en de disruptie komt dan ook snel. Een death in the family fungeert als tweetrapsraket. Even later zit grumpy Casey met een puber opgezadeld. Nog steeds lijkt alles aanwezig voor een uitgestreken karakterstudie, op het niveau van, zeg, Alexander Payne. Kleine, pijnlijke menselijkheden. Een doffe mededeling op een ijshockeybaan bijvoorbeeld. (Al moet daar wel worden vergeten dat de zoon blijkbaar niks is verteld... en zijn oompje wel). Zulke details zijn belangrijk in een subtiele film, maar hier wordt de traumamachine goed aangezwengeld. De truc die het scenario – voor mijn gevoel – had kunnen redden, was de hele chronologie radicaal door elkaar husselen, om zo de psychische verwarring op de kijker over te dragen. Klap na klap. Een goed begin van die imaginaire versie: de lege kelder-kamer van de conciërge. 'Let's go get some furniture'. Nu moeten we het doen met het aardige laatste uur, waarin Michelle Williams aan één echte scene genoeg heeft om de show van Casey te 'stelen'. 'I don't have anything big to say.'
maandag 4 juni 2018
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten