zondag 3 juni 2018
Shoah
'Darum, warum, darum, warum.' Jarenlang stelde ik het uit deze film te
kijken. Ik werd er gewoon bang voor. En terecht. De verhalen van de
holocaustoverlever, ze breken óók de kijker. Ik zou snel een schild op
willen werpen, en beginnen met te grappen over hoe de cultuurwetenschap
niet zonder de holocaust (en ook niet zonder deze film) kan. Geen essay
zonder Auschwitz. Alles wordt altijd teruggebracht tot Het Trauma. De
'dag' dat Europa níet-Verlicht bleek. De christelijke genocide,
honderden jaren in de maak. Een ander schild om niet over mijn eigen
emoties te hoeven praten, is ouderwets mokken op de film. Echt niet alles
gaat goed in de tour de fource. Shoah duurt vooral negen uur omdat
Lanzmann in een academisch staaltje zuiverheid van representatie 'on
screen' met een tolk werkt, en niet direct naar de ondertiteling 'cut'.
Derhalve moeten we elk antwoord twee keer horen (en twee keer horen,
moet je het inderdaad vaak wel om je oren te geloven). Deze omweg
leidt tot een ironische opluchting wanneer er eindelijk iemand
Duits spreekt (want dat verstaat Lanzmann wel)! Een laatste
kritiekpuntje is het anti-Poolse gehalte van de film. Lanzmann trapt in
een valletje dat de nazi's uitzetten. Door hun misdaden in het Oosten te
plegen, worden het 'andere' land en de toechouwers dáár schuldig. Ik denk niet
dat je ongeletterde Poolse boertjes hoeft te pesten, om het punt te
maken... Genoeg daarover. Shoah gaat om de verhalen van de
Sonderkommando's. Vaak met een verstarde glimlach verteld. De glimlach
van mensen die het onmenselijke hebben gezien. Knap meeslepend verteld
(Filip Muller's intonatie!), maar ook dat is een schild natuurlijk. Een
voor een breken ze. En niemand zo heftig als Abraham Bomba. Met zijn
verwaaide donkere haardos heeft hij eersst nog tegenover de skyline van
Tel Aviv zitten vertellen. Zijn curieuze Engels en maffia-shirt hebben
wat van een Tarantino-personage. Binnen in zijn eigen kapperszaak (!)
ontspoort zijn verhaal echter op manieren die Tarantino (wat een bizarre
vergelijking trouwens) nooit zou durven verzinnen. Een hele barbershop
baadt plots in stilte wanneer Bomba niet verder meer kan. 'Professional
barbers, professional barbers.' Om nooit meer te vergeten. En juist dat
is de blijvende kracht van het epos. De drang tot vertellen wordt
aangewakkerd. Shoah als collectieve herinnering. 'Wenn man leben will,
muss man hoffen.'
Labels:
Claude Lanzmann,
films uit de jaren '80
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten