zaterdag 13 juli 2019
At Eternity's Gate
'What do you mean, what do I mean?' Typisch zo'n film die ik niet in de bios moet kijken. De eindeloos onrustige cameravoering – op een groot scherm wordt me dat toch (w)iebelig. Problematischer blijft dat deze keuze vooral irritant uitpakt, nog altijd niet door-geradicaliseerd genoeg richting kijker wordt gesmeten! Schnabel had de lessen van Reygadas ten harte moeten nemen, om echt lens te gaan. Nu rest pseudo-kunstzinnigheid. Deze opmerking geldt voor wel meer zaken in deze 'schilderijententoonstelling' . De muziek switcht tussen intrigerend gehamer en degelijk klassiek. En wat te denken van het onderwerp an sich? Van Goghs verhaal is pure middlebrow-candy. Het ware genie lijdt voor de Goede Zaak. (En neukt niet in het rond, zoals wildebras-dandy Gauguin, een toffe Isaac.) Wel waardeerde ik dat Jezus eens 'geforeground' wordt. Pastoor Vincent kwam ten slotte uit een religieus nest. De heilige zelfkwelling zat ingebakken. Van alle Van Gogh-films valt vast een mooie compendium te maken. Typerend voor deze letterlijk en figuurlijk wankelende versie vormt het volgende element. Eigenlijk faalt At Eternity's Gate op broederliefde-gebied. Er zijn betere Theo-vertolkers, en betere scenario's met Theo. Schnabel brengt echter wel een prachtscene van de twee in bed. Daar raakt hij het hart, en niet de onderbuik. 'I am my paintings.'
Labels:
films uit de jaren '10,
Julian Schnabel
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten