zaterdag 24 juli 2010
All That Heaven Allows
Geen Imitation of Life, waar het tranentrek-gehalte nog wat werd verhoogd door het hartverscheurende racisme-aspect. Je zou kunnen zeggen dat Todd Haynes dat in zijn Far From Heaven-remake herstelde. Maar goed, in de jaren '50 was het ongetwijfeld al erg genoeg als je als weduwe je een jonge blanke tuinman (Rock Hudson) aan de haak sloeg. Douglas Sirk bouwt de film goed en rustig op. De eerste driekwartier zijn gemoedelijk (bijna gezapig) en paradijselijk. Maar als de relatie niet langer verborgen kan blijven en er knopen moeten worden doorgehakt gaat het goed mis, culminerend in de pijnlijkste scène, wanneer de huisvrouw door haar twee kinderen eigenlijk dubbel in de steek wordt gelaten. Eerst geeft ze de tuinman op voor children's sake, die daar én niet dankbaar voor zijn én de situatie ogenblikkelijk als back to normal beschouwen en haar met de ellende laten zitten. Het uiteindelijke einde had van zijn drama kunnen worden ontdaan als de tuinman zijn jachtvorm had teruggevonden en vanaf een berg autobanden lek had kunnen schieten. In plaats daarvan gaat hij als een cartoonfiguurtje aan het allerlaatste boomtakje hangen.
Labels:
Douglas Sirk,
films uit de jaren '50
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten