donderdag 8 juli 2010

Play Time

Tekenend voor deze film vond ik dat het grapje dat mijn Black Book eruit lichtte helemaal niet had opgemerkt. Play Time is een zware, gecompliceerde zit, een film waar filosofen boeken over schrijven. En dat terwijl ik (abusievelijk?) dacht dat Tati een publiekssucces was in Frankrijk, een soort slapstick-held als Chaplin. Play Time heeft meer verwantschap met die blauwige tableau's/gigantische sets van Roy Andersson, al vond ik diens grappen beter te volgen. In Play Time lijkt de tekst ook niet van belang, vaak zacht opgenomen en onvertaald, ik denk geen fout van de rip. Het is als het kijken naar de miniaturen van Madurodam, waar mensen als poppetjes krioelen. Eerst in een kantoor/terminal/beurs, waar o.a. een geluidloos te sluiten deur wordt verkocht en later, in een passage die nóg langer leek te duren, in een net geopend restaurant, waar ijdele obers rondlopen en het eten in eerste instantie alleen vóór de gasten lijkt te worden neergezet, zonder dat ze het aanraken. Tati speelt zelf zijn Hulot-personage, maar afgezien van het feit dat ie een Amerikaanse toeriste een sjaaltje schenkt treedt ook hij nooit echt op de voorgrond. Pas helemaal aan 't eind, met auto's als draaimolen en een geslaagd stukje op de soundtrack voel ik iets van de Zazie-achtige joie de vivre die de liefhebber misschien vanaf minuut één voelt.

Geen opmerkingen: