maandag 26 juli 2010

Alice in den Städten

Jungs und Mädels, wat was die Wenders toch goed op dreef in de seventies. Altijd gedacht dat Parix, Texas zijn grote meesterwerk was (of als zodanig wordt gezien), maar wat mij betreft zijn Im Lauf der Zeit en ook deze Alice in den Städten nog veel beter. Totaal naturelle films met drama en geluk op micro-schaal. Alice in den Städten begint met een reeks korte steeds wegfadende flitsen van een Duitse journalist/amateur-fotograaf (Rüdiger Vogler) op reis door Amerika. Als omgekeerde polaroidfoto's die verdwijnen. (Die hij ook de hele film lang maakt) Er klinkt een mooi gitaarthemaatje van Can, wat verbazingwekkend genoeg al snel het énige thema blijkt te zijn. Net als ik denk dat de film door al die korte scènes een wat te gehaaste indruk maakt begint ie pas echt, als de fotograaf in een draaideur wat met een meisje dolt. Alice. De fotograaf babbelt wat met haar moeder en voor ie het weet zit hij met het negenjarige wicht opgescheept. Zonder moeder. Geen Keane-achtige toestanden in deze gemoedelijke film, al is de geestelijke toestand van de fotograaf ook niet best. De fotograaf en het meisje, dat zich in een running gag vooral voor "essen" (en de kwaliteit daarvan) interesseert, beginnen aan een eindeloze toer die ze bijvoorbeeld naar pittoresk Amsterdam voert, waar het half-Nederlandse meisje ooit woonde. Haar Nederlandse zinnen lijken spijtig genoeg niet ingefluisterd door cameraman Robby Müller, maar nagesynchroniseerd. Onderweg kibbelt het duo heel wat af, maar heel langzaam (nét niet te traag) ontstaat er in het laatste en beste half uur een band tussen de twee, al uit die zich dan vooral in een vrolijke scheldpartij en een lollige trimoefening. Een geniaal momentje van vijftien seconden. Waarvan er veel zijn, sommige zo willekeurig als een jongetje dat even op zijn fietsje met de gehuurde Renault van het duo meeracet. Nostalgische magie als oude dia's. Vergeleken met Im Lauf der Zeit legt Alice in den Städten het af, maar daar heb je dan ook twee acteerkanonnen en een film die over Alles lijkt te gaan. Hier lijkt Alice (Yella Rottländer) er af en toe niet helemaal bij, alsof ze een lesje opzegt, maar vergeet dat en zie hoe het meisje de man 's ochtends heel voorzichtig wakker maakt, bijna als een diertje. De beste scène als geheel speelt zich af in een café, waar Alice vanachter een ijscoupé een nogal cruciale mededeling doet, terwijl op de achtergrond een jongetje met een ijshoorntje als microfoon een archaïsch klinkende blueskraker van Canned Heat met de jukebox meeneuriet. Precies zoals de fotograaf zich dan (en eigenlijk de hele tijd) voelt. Waar vond Wenders dat jongetje!?

Geen opmerkingen: