donderdag 13 augustus 2015
Going My Way
Zingen, schranzen, golfen, dammen. Luizenbaantje dat priesterschap. In
elk geval in deze opmerkelijk matige film van Leo McCarey. Iets teveel
komedie voor de sentimentalist. Er gaat weinig goed. Het script is een
quilt van aan elkaar geknoopte ideetjes, die je nog niet in een
kerk-loterij als prijsje weg zou kunnen geven. De editing is merkwaardig
lukraak, en zelfs de cameraman heeft moeite de focus te behouden.
'Father' Bing Crosby moet als troubleshootende manager de oude
Dominicaan Barry Fitzgerald van de financiele ondergang redden. Zingend,
denk ik dan. Maar zelfs die lijn wil maar niet lineair simpel worden.
Bing begint met het becommentariëren van een straatkatje dat is komen
aanwaaien, zij wil óók zingen, maar Bing maakt haar 'handwerk' nogal
onaardig belachelijk. Zelf trekt hij daarna snel een baseball-uniform
aan om de jongens van de straat even een paar akkoorden te leren. Het is
's avonds nog licht buiten, maar Bing begint gewoon met kerstliedjes...
Gelukkig voor McCarey is er nog een oude priester en een oude
vriendschap. Bing moet zijn voorganger naar de uitgang dirigeren. Dat
doet pijn. Ook een vroegere opera-vriendin van Bing leert dat de tijden
veranderd zijn. Bing moet nu voor het zingen de kerk uit, zeg maar. Twee
aandoenlijke scenes in één grote deus ex machina, da's wat weinig.
Labels:
films uit de jaren '40,
Leo McCarey
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten