dinsdag 4 augustus 2015
Love
'Waarom ken je toch al die Goethe-quotes'.
'Voor mezelf. Ik eet ook toast. Voor mezelf.' Superintellectuele
Hongaarse arthouse uit de seventies. Ik vond het maar een droge kluif,
ook zonder het schillen en koken van aardappels. (Die Hongaren houden
zoals bekend van sloom.) In Love (Szerelem) wordt vooral veel gemaald.
En eindeloos gestorven. Dan kom je op een soort Bergman uit, maar de
scherpte ontbreekt. Of anders geformuleerd: we zien wél Roodkapje en
haar Navratilova-grootmoeke in bed, maar die wolf, die moeten we zelf
maar gaan zoeken. Eén potentiële kandidaat voor die rol is een verdwenen
echtgenoot/zoon. Hij zit in de Sovjet-bak. Zijn wanhopige vrouw heeft
het oude reutelende moeke in bed wijsgemaakt dat de man naar Amerika is
gegaan, om een film te maken. Ze schrijft zélf zijn brieven. Het is op
dit vlak dat de filmschoolfilm punten scoort bij cinefiele journalisten
en de jury van Cannes. De brieven worden verbeeld in verbijsterend
epileptisch flitsende Resnais-edits, en ze bevatten namedrops van de
meest uiteenlopende zaken. Wilhelmina en de FBI door de ogen van Guy
Maddin, zeg maar. Toch klinkt dat enerverender dan het uiteindelijk
wordt. En als de 'wolf' dan uiteindelijk verschijnt, is het er een in
brave schaapskleren. Doe ze maar uit dan, jongen. Terug naar die
liefdesschoot.
Labels:
films uit de jaren '70,
Károly Makk
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten