woensdag 5 augustus 2015
The Search
Kapotgeschoten
Duitsland, vlak na de Tweede Wereldoorlog. Het is vreemd om te zeggen,
maar ik vind het mooi dat ze daar toen al films hebben staan – eh –
schieten. Zo onwerkelijk en tegelijk zo menselijk. Alles aan gort.
Gebouwen en gezinnen. Typische 'social conscious' regisseur Zinnemann
ging (onder meer) naar Ingolstadt om er een heel lief melodrama op te
nemen. Melodrama niet zozeer vanwege de inhoud – want het leven was toen
gewoon zo verschrikkelijk – maar wel door de zoetsappige muziek, en het
wat onhandig bespelen van de sentimenten. Zelfs dé knuffel komt er niet
helemaal uit. Het maakt de film in alle knulligheid eigenlijk juist hartverwarmend.
Een nogal didactische voice-over vertelt over duizenden ontheemde
kinderen. Opgevangen in... kampen. Sommigen worden klaargestoomd (om
niet te zeggen gedrild) voor 'Palestine'. Anderen wachten op ouders die
ze nooit meer zullen zien. Eén van de mannetjes krijgt zijn naam niet
eens meer uit zijn mond. De tatoeage spreekt boekdelen. Hij gaat er
(getooid met Where's Waldo-mutsje) schielijk vandoor. Montgomery Clift
raapt 'm op. De tweede fragiele ster van de film verschijnt pas na een
half uur filmtijd. Da's best arthouse en Rossellini. Ik zag zelf nog
een ander glimpje magie. De liefde van Clift voor het kind is zó
overweldigend en zó PTS, het lijkt soms wel een JD Salinger-verhaal.
Labels:
films uit de jaren '40,
Fred Zinnemann
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten