Het heerlijk betweterige nichtje van
regisseur Jafar Panahi reciteert gedurende deze taxirit de regels van
de Iraanse censuur. Ze vormen een soort Dogme 95-manifest. Dit mag niet,
dat mag wel. De ironie wil nu dat Panahi diezelfde beperkingen al een
carrière lang ombuigt om geweldige resultaten te bereiken. Hij wordt er
alleen maar creatiever van! Misschien moet hij de fundi's maar eens een
rode roos (laten) geven... Taxi Teheran is voor Panahi's doen best
opgewekt en bevat al zijn stokpaardjes. Laten we het een rondje om de
moskee noemen. Ik zag de film in de krant als 'documentaire' staan, maar
ik vraag me af wie daar nog intrapt. Alles is zó duidelijk van A tot Z
in scene gezet dat postfictie-magie uitblijft. Niks van de
Catfish-verwarring, die Panahi met zijn vorige 'smokkelfilm' (thuis met
de hagedis) nog wél akelig goed wist op te roepen. Misschien komt het
ook omdat de beelden zo goed zijn. Taxi-cameraatjes leveren
bioscoopwaardige shots op. Ze registreren zangerige discussies, oude
vrienden, gestoei met de goudvissen, en vele verwijzingen naar eigen
werk. Zo belandt Panahi vlot op het terrein van die andere Iraanse
grootheid, Makhmalbaf. Zou het nichtje daarom Hana heten? De avonturen
van haar oompje zijn hartverwarmend door en vóór de voorruit. Een
onbreekbaar 'we zullen doorgaan'-gevoel. Het leven ís een filmtheater.
zaterdag 8 augustus 2015
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten