'Niemand is onvervangbaar.' Ha, een heuse moralistische intiteling. Zo
ken ik de Fransen niet. Door wie zou Melville hiertoe gedwongen zijn?
Toch niet door de uitgever Galimard (fout in de oorlog, in tegenstelling
tot de verzetsheld achter de camera...) JP begint deze degelijke noir
met een gevangenis-ontsnapping, zo grijs en stil dat het wel abstracte
kunst lijkt. Buiten de gevangenis wordt de film al snel 'correcter'.
Amerikaanse gleufhoeden en cynische cops. Le plus grand hommage. De
kunst is dan je kop erbij houden, of in elk geval boven les épaules. Er
zijn zoveel personages dat de intiteling beter een personage-bijsluiter
had gegeven! Mijn favoriet onder de wrede mannen wordt gespeeld door
Michel Constantin. De wandelende kapstok runt een café. Grote naam Lino
Ventura leidt de dans. Hij wil nog één keer scoren, voor ie 'met
pensioen gaat'. Continu dreigt het gevaar van The Wire-achtige rip
deals. (Het criminele motto is dat van de wielrenner: eerst het bordje
van de ander leeg eten). Typisch Melville zijn de huiselijke scenes, ook
een gangster in hiding verdient zijn wijntje, en een tandenborstel.
'Pas mal'. Het hoogtepunt vindt toch buiten plaats. Vanaf een berg
plegen de 'men in black' hun heist. Bijna melancholisch staren ze later
de opgeofferde auto na. Een signaal voor wat komen gaat. Les mains
vides. 'Gu doit mourir.'
zaterdag 21 juli 2018
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten