zondag 15 juli 2018

Witchhammer

'A woman's womb is the gateway to hell.' De sprankelende openingsscène van deze Tsjechoslowaakse klassieker bewijst wederom: een mooie vrouw zien, het heeft iets rustgevends. (Zoals alle naaktschilders – en naaktkleiers – ver vóór het christusjaar 0 al wisten.) In het serieuze heksen-genre betekent een goed stel ademende borsten echter iets héél anders. Omineuze trommels gaan de kijker voor, richting hel. Montalliou is er niks bij. Na een 'verdwenen' hostie ziet een stel Hugo de Groot-baarden zich genoodzaakt externe hulp in te roepen. Hun Verlichtingsdenken schiet in een laat-religieuze spagaat. Ze weten wel dat het niet klopt, maar wat moesten ze anders? ('We gaan een eeuw terug in de tijd zo.') Het lucide scenario laat elke scene heel galant uit de vorige volgen. Op de beste momenten benaderen de makers zelfs Bergmans The Magician, dat verwante thematiek behandelt. (Alleen dan zonder martelingen.) Ik peinsde ondertussen cultuurkritisch gestemd over individualisme versus gemeenschapsgevoel. Zijn mensen heden ten dage in de anonieme stad meer of minder verklikkerig? De angst voor het genot en de seksualiteit van De Vrouw blijft hoe dan ook bestaan. Witchhammer knoopt ratio en martelaarschap ineen. Scorsese zou tevreden zijn. 'Mijn veertigjarige ervaring vertelt me dat dit een origineel exemplaar is.'

Geen opmerkingen: