zaterdag 14 juli 2018
Summer 1993
'Hoeveel oma's heb je, 37?' Vuurwerk, verwondering en het verdriet van
een kind. Het Catalaanse meisje Frida moet bij oom en tante gaan wonen,
nu haar ouders zijn overleden. Het is voor haar een dubbele shock, want
van wereldstad Barcelona belandt ze op het platteland, waar ze het gras
hoort groeien. (En een kip een ei eet.) Frida internaliseert het
verdriet, zoals haar naamgenoot Frida Vogels dat ook zo indringend kan.
Wij kijken voorzichtig over de frêle rug mee met la 'pauvreta'. De wasem
op de winkelruit bij de slager, de poppen die een warm kusje krijgen,
van zulke nog mínder dan micro-details moet de film het hebben. Een uur
lang gaat dat goed, geholpen door de omgeving en het licht van een
Camping Gaz-lampje. Soms dreigt het echter al té intiem te worden, alsof
iedere huiselijke scene door een willekeurige andere vervangen had
kunnen worden. De potentiële externe prikkel is wel degelijk aanwezig..
De moeder van Frida stierf aan niet zomaar een ziekte. En zou Frida...?
De paniek van de dorpsmoeders wanneer ze een wondje heeft. Zo komen twee
van mijn favoriete filmonderwerpen bij elkaar. Het kind en dé
nineties-disease. Het scenario kiest haast bewust voor saaiheid, tot de
kijker landerig wordt. Ergens toch wel dapper. Op de voeten van je
nieuwe vader opgroeien. De liefde van een kind. 'Ik ga morgen wel, het
is nu te donker.'
Labels:
Carla Simón,
films uit de jaren '10
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten