'This time tomorrow, where will we be?' Het zegt wat, als je drie
eindeloze uren naar meubilair-arthouse kijkt, en vervolgens blijkt een
Kinks-nummertje van slechts drie minuten het hoogtepunt. (En dat nummer is nog een
anachronisme ook. Het bestond niet eens in '68!) Ik snakte tegen die
tijd al minstens een uur lang naar een sexy dansje, en dat wilde patron
Garrel me zowaar toestaan. De oude rot weet veel van de meidagen, en
het nouvelle vague-genre dat in de sixties de harten veroverde.
Misschien wel iets teveel. Hij castte een stel JP Leaud look-a-likes en
Jeanne Moureau-filles voor een bijzonder minimalistische variant van de
Godard-gekte. Heel veel stiltes, microfoon-gerommel, en weinig boeiende
teksten. De existential 'cats' moeten keer op keer de benen nemen voor
les flics. 1968 rebellie is: met een Moped-helmpje achter een barricade
schuilen; een Franse vlag verbranden, zonder dat iemand kijkt. Gewoon
als performance art. Tijdens de demonstraties heeft de grauwe, vage
leegte wel wat. Een rustig observerend bioscoop-journaal in
Tumblr-zwart-wit. Na de revolutie rest geneuzel, onze slackers lurken
opium. (De film had 'Les stupefiants moeten heten). Een Bertolucci-nod
pleit niet voor het niveau. Almaar zwaarder, bezwijkt het epos aan
topzware piano, en even zwaar gehijg. De Uitgeputten. Gaar-El. 'Ik
geloof niet in menselijke generositeit' .
vrijdag 27 juli 2018
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten