vrijdag 14 juni 2019

Jusqu'a la Garde

'Wie wil vrede?' Er zaten laatst wat ontvoerde kinderen in mijn appartementsgebouw! John van de Heuvel kwam zelfs een kijkje nemen. Co-ouderschap, het blijft een lastig ding. De debuutfilm van Legrand begint achter de schermen van zo'n toewijzingszaak. Kind van jou of kind van mij? Op dat moment zat ik nog baudetesk op de lijn van de vader. Oké, mannen zijn slecht in het verwerken van een afwijzing, maar vrouwen kunnen 'gewoon' niet afwijzen. En kinderen, die zijn de klos, heen en weer geschoven als boodschapper(s) tussen pa en ma. Dan gaat de telefoon. Te midden van verhuis-chaos valt een omineuze stilte. De kinderen wéten. Het is het eerste moment dat de film meer dan een standaard minimalistisch arthousedrama blijkt. Het cliché werkt. Vaders zijn de kwaaien. En deze vader is een bommetje. Opgeblazen als Sam Smith die met behoud van wallen en scrufyness terug dik is geworden. Hij is klaar met alles en iedereen, inclusief zijn eigen ouders. Er begint een intens kat- en muisspel tussen hem en zijn zoontje, met op de achtergrond het 'schaakstuk' waar het hem werkelijk om te doen is. Van krokodillentranen naar het gedoemde feest. Weer thuis gaat de telefoon, en valt er opnieuw een ijzigingwekkende stilte. Die van het verlaten appartement... De horror van de familiale bedreiging die uit de hand loopt. Het monster in de mens zelf. 'C'est quoi, moi?'

Geen opmerkingen: