dinsdag 25 juni 2019
The Sisters Brothers
'What the hell is “fortuitous” energy!?' Geef me een film met semantische discussies, en ik ben tevreden. Zoiets kan zelfs in de western. Audiard bewijst het met een pak Hollywood-sterren, die allemaal worden weggespeeld door Riz Ahmed. Rappen en acteren blijkt weer eens een gouden combi. Joaquin Phoenix doet ondertussen zijn drinkebroer-mompelaar – een Hansje Teeuwen ('luid en duidelijk'). De casting van broer Reilly is een stuk verrassender, en haast tegendraads. In het begin heeft hij zelfs lang haar, al gaat dat er meteen af. De Sisters Brothers zitten in opdracht achter een man aan, die ook weer in opdracht een mysterieuze uitvinder (Ahmed) heeft gelokaliseerd. Later in de film worden onze jagers ook zelf achterna gezeten, ad infinitum. De broers kibbelen over carrière moves, nu de toekomst van gepoetste tanden nadert. Al typende lijkt de thematiek misschien gewoontjes, maar langzaam sijpelt er een fijnzinnige, Europese kapitalismekritiek de film binnen. 'Who is this pretentious fucking asshole kidding?' De entree tot Heaven's Gate ligt in het persoonlijke fetisj-ritueel, de kleine dromen. Nooit in de gold rush. Het gouden moment waar alle missiemannen op uit zijn, had wat magischer gekund, net als de matige MIDI-soundtrack van Desplat. De afwikkeling, daarentegen, is gruwelijk perfect. 'After a series of dramatic events...'
Labels:
films uit de jaren '10,
Jacques Audiard
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten