maandag 17 juni 2019
Utøya 22. Juli
'Vandaag mag je een beetje gestrest zijn.' Na een kwartier breekt de hel los. Gefilmd alsof ook de cameraman geen tijd had om te ademen. Toch is de fase vóór de eerste knal al spannend, en ergens ook oprechter, eerlijker – belangrijker. Misschien had die periode een volle film moeten beslaan, een filosofische, beter passend bij het lieve, linkse jongerenkamp dat eindigt in rechtse gruwelen. Iets dat ik me nooit goed besefte, er zat uren tijd tussen de eerste aanslag, en de aanval op het nabijgelegen eilandje. De kids keken naar de tv, en dachten veilig te zijn! In zulke details werkt zo'n terreur-adaptatie. De jongeren proberen elkaar te overtuigen van de irrealiteit van wat hen overkomt. En wanneer ze de politie bellen, gelooft die het huilende meisje niet, maar pas de jongen! Het meest intrigerend vond ik hoe iedereen aan de smartphone hangt, als ware het een bron tot redding. Verbinden is leven, tot het besef daagt. ('Wat heb je eraan!?') Een transcendente verwerker, zoals Elephant, wordt Utoya echter nooit. Verre van zelfs. Wanneer de eerste paniek bijna cynisch afneemt, komen vragen op. Neigt dit niet eigenlijk teveel naar horrorvermaak? Naar een verlengstuk van de bangmakerij waarop Breivik mikte? Ik werd de ongeloofwaardige verplaatsingsdrang van het hoofdpersonage moe. De woede over Noorse politie valt beter te begrijpen. Tien parachutisten, binnen een uur, dat moest toch kunnen! 'Er is geen plek.'
Labels:
Erik Poppe,
films uit de jaren '10
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten