zaterdag 29 juni 2019
The Snorkel
'You think I'm mad don't you?' De finale doodwals vertrekt zich al aan het begin van The Snorkel. Een man verricht systematisch(e) handelingen in een gigantisch huis. Wordt het zelfmoord? Spoiler! Neen, The Gaslamp Killer slaat toe, perfectie met een masker. De lange openingsscene zet de toon voor een fijne thriller, tegelijk heel erg bij die tijd (de fifties van Hitchcock) en tijdloos. (Mannen die mannen verdedigen, vrouwen die daarin trappen.) Mij bevielen de gewone looks, bijvoorbeeld van het hoofdpersonage - een jeugdige heldin weggelopen uit de wereld van Henry Orient. Na de dood van haar moeder gaat ze op onderzoek uit, aan de costa. Ze kent de dader, maar het hoe? Van Eyck glibbert door de film als womanizer. Hij palmt in, en strijkt glad. Zelfs een pedofiele suggestie gaan de makers niet uit de weg. 'Come and sit on the bed.' Hoewel het acteertalent van de cast te wensen over laat, blijft de film overeind met een kwartet kernkwaliteiten. Goede teksten, sardonische grapjes, fraaie nacht-shots die wedijveren met Wyler, en, bovenal, de kindse goedheid van het hoofdpersonage. Puberen in de doortrapte wereld der volwassen. Een trauma-opeenstapeling. Even logisch als galant moet dat alles in een cirkel eindigen. Vakwerk met figuurzaag, als een verhaal van Dahl. 'Nobody really understands why a person does such a thing.'
Labels:
films uit de jaren '50,
Guy Green
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten