vrijdag 25 augustus 2017
Hôtel Terminus
'Het
was in Udler nog zo'n goeie jongen.' Marcel Ophuls kreeg zijn Oscar,
met een beetje hulp van Klaus Barbie, de Gestapo-slager van Lyon. Eén
persoon, en een zeer concrete plek, zou dat dan de focus brengen die het
meanderende werk van Ophuls vaak mist? Dat is buiten de waard gerekend
natuurlijk. Na een hoopgevend begin raakt hij al snel geïnteresseerd in de Franse ondergrondse . Dan zitten we dus toch weer vliegen af te vangen met
veteranen. Verraad in het verzet. Iedereen verdenkt elkaar. Deze
tafelgesprekken behoren tot de saaiere passages. Geef mij maar de
'making of' een schurk. De bizarre avonturen van Barbie, die werkelijk
aan alle oorlogsmisdadigersclichés voldoet. Wanneer het hem uitkwam, was
Barbie lief voor vrouw, kind en beest. Maar alleen dán. Ophuls raakt op
dreef als hij zich onder de dubieuzen mengt. Hij treft de bekende
apologeten en eigen daden-goedpraters. Fout hoogtepunt van al deze
voetnoten: Vergès, de postkoloniale slangenadvocaat. Ophuls bedient
intussen zijn Camera Obscura, en vangt met moedeloze humor de menstypes.
Zuid-Amerika – natuurlijk! – vormt een splinternieuwe
episode. In het juntamoeras wordt de film echt spannend. Onze regisseur
maakt zich zelfs boos! Onder het genot van een glaasje wijn, dat wel.
'Ik ben het vergeten. Als zij dat niet hebben gedaan, is dat hun
probleem.'
Labels:
films uit de jaren '80,
Marcel Ophuls
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten