'Say, can I have some of your purple
berries?' Op een akker van niks kwamen ze bijeen, de vermakelijk
gedrogeerden. Mager als wielrenners, wanhopig aan de yoga. Een hele
cultuur opgeblazen tot megafestijn. 'There must've been a million'. Ik
lees aardig goed getimed net de autobiografie van Bruce Springsteen, en hij
heeft weinig positiefs over het festival te melden. Veel te veel drugs.
Zelf stond hij dat weekend nog voor honderd man in een bar te spelen.
Muzikaal is er echter wel een duidelijke verwantschap. Woodstock lijkt
me de Olympus van de Gitaargoden. Belangrijker, in 1969 vindt de
zwarte invloed op de witte rock een uiterst vruchtbare bodem. Nagenoeg
alle bands tappen uit de soulgeschiedenis. In postkoloniale tijden moet
je dan iets opmerken over het gebrek aan zwarte mensen onder het publiek. (1 op 100 lijkt me een progressieve schatting). Gelukkig
zijn Jimi en Richie er wél. Latino Santana behoort tot de 'groovy'
hoogtepunten. De meisjes willen dansen! Vele folkacts worden met een
lamlendig applausje ontvangen. Nee, dan The Who. (Daltrey wint de
haantjesprijs). Van een andere Engelsman kreeg ik de neiging dan toch
eens een album te draaien. Joe Cocker. Mad Dogs & Englishmen wordt niet
voor niets door The Boss geprezen. Rock and soul met een vadercomplexje.
'All my deepest worries must be his cartoons'
zaterdag 26 augustus 2017
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten