dinsdag 29 augustus 2017
The Marrying Kind
'I am gonna do at
least an half hour of thinking, every day.' Dan is ze ten minste stil,
denkt Aldo Ray allicht, wanneer zijn echtgenote Judy Holliday dit plan
ontvouwt. Zelf mag hij ook wel even zijn mond houden, want net als in
Cukor's classic Born Yesterday botsen hier twee onaangename stemmen.
Schuurpapier op gesnerp. We komen het stel tegen in de rechtbank.
Een logische plek voor een flashback. De twee beginnen commentaar op de
beelden te leveren. Ontrafelend waarom het misliep, en vooral, wanneer
het nog wél goed ging. 'We're having some pretty natural noises tonight,
haven't we?' Aldo houdt eerst nog galant het bed voor zijn eega open,
als de deur voor een dame. Toch begint hem de huwelijkse nabijheid snel te
kriebelen. Het breekpunt is tevens hoogtepunt. Zelden valt zó precies
het moment aan te geven, waarop een niemendalletje in een Blue
Valentine-achtig kwaliteitsdrama verandert. Een droom brengt realiteit.
Surrealisme op het postkantoor. Opeens is daar de tragiek van de
onzekere man in een gevangenis. Niet die van het huwelijk, maar die van zijn
hoofd. Zou dat eenzame shot van een leger-foto aan de muur dan toch
iets zeggen? Is dit Salinger's PTTS all over again? De klappen van de
Amerikaanse Droom. Altijd meer willen én moeten. Gewoon geluk wordt
afgestraft. 'Everybody was sliding around, just sliding and sliding.'
Labels:
films uit de jaren '50,
George Cukor
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten