dinsdag 8 augustus 2017
Vincent & Theo
Hij gelooft in mij. Een kunstenaar heeft een verhaal nodig. Van Goghs verhaal begint met zijn dood. Het gestoorde genie blijft hangen in zijn gekte. Maar als belangrijke voetnoot sterft een half jaar later ook zijn jongere broer en grootste fan Theo. Net zo Cronenbergiaans doorgedraaid. De intense twee-eenheid hield op te bestaan, voor één van hen kon zien hoe succesvol het zou worden. Stel je voor dat de twee naar een moderne kunstveiling hadden kunnen kijken! Altman opent zijn adaptatie met zo'n scene. De Britten Tim Roth en Paul Rhys spelen de broers. Er draaft wel een zwik Nederlanders op in de bijrollen, waarvan Hans Kesting zich het meest op het gemak voelt (Jip Wijngaarden laat de film vervaarlijk naar europudding hellen.) De ironie des levens wil dat Van Gogh pas écht goed gaat schilderen, als ie ver weg van de mensen (en zijn broer) écht gek wordt. In de Provence dus. Daar raakt, typisch genoeg, ook de film op dreef. Tijdens de Parijse scenes lijkt het meer een Merchant/Ivory productie, met een bar en boze 'MIDI'-soundtrack. Maar zodra rattenkop Roth apathisch mag doen tussen de zonnebloemen, werkt zijn hyperstijl. Altman laat intussen hoeken en ruimtes zeventiende-eeuwse schitteren. De zenuwachtige syfilis-lijdende Theo verdwijnt in kieren. Zoals hij toch altijd al samenviel met zijn broer. 'He needs to paint where the sane people paint.'
Labels:
films uit de jaren '90,
Robert Altman
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten