'Your
opinion of my work is exquisitely... unimportant to me.' Wonderlijke
combinatie van gevatte grappen en koude levenslessen. De verwarring
begint al tijdens de openingstitels. De titel suggereert een
komedie, maar de weemoedige muziek hint op serieuzere zaken. In een New
Yorkse uitgeverij staan een stel flat characters – pardon, schrijvers –
te wachten op de baas. Die heeft een wild weekendje achter de rug. Enter
Sir Noël Coward. The Scoundrel. Buiten hem stelt het liefdesplotje
(inclusief uiterst moeizame tongzoen) niks voor. Hij máákt de grappen.
En hij zal ook voor het drama zorgen. Met tegenzin. 'I refuse to make
money improving people's morals.' De bleke Engelsman stapt met dat
doorzichtige jongenslijf uit de douche. Net een geest uit de
Pendragonlegende. Niet van deze wereld, maar als 'something in print'.
Coward is geknipt voor zo'n personage. Met zijn ondefinieerbare
kak-accent verheft hij nihilisme tot kunst. Alleen al het fabriceren van
zijn kapsel (met verscheidene kammetjes!) is something to see.
Inmiddels helemaal het mannetje begint hij zijn schrijvers én vrouwen af te
wijzen. Dat zal hem duur komen te staan. De komedie implodeert.
Hitchcock en Dickens vinden elkaar in bedremmelde metafysica. Slim, maar
wel een beetje bedacht. 'Could you materialize long enough to take a
look at the catalogue?'
maandag 28 augustus 2017
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten