woensdag 23 augustus 2017
State Fair
'I've got faith in that hog.' Het goedmoedige veranda-leven van de
kleine Amerikaan. State Fair lijkt wel een album van Ry Cooder, of een
opname van Alan Lomax. De piepende en krakende sfeer krijgt al snel een
fabelachtige kwaliteit. Ry zou over Blue Boy kunnen zingen, het varken
van het ideale gezinnetje. De competitiedrang zit ingebakken bij de
Amerikanen. Men kweekt niet zomaar zo'n beest! Het feestvarken moet een prijs
krijgen. Net als de mincemeat van ons moeder. Kinderachtig ondeugend
giet de ouweheer nog wat brandy bij de vruchtjes. En dan gaat het
viertal op weg naar de State Fair. De zon zakt, een zomernacht valt. De
magie van de scene zit hem in de rust. Dochter kijkt uit het raampje en
beziet de wereld met nieuwe wijsheid. Pa zet de autoradio aan - hemeltjelief, in 1933!. Beter dan dat wordt het fraai gefilmde State
Fair nergens, maar dat hoeft ook niet. Heel even is het verhaal zo
persoonlijk als Agee's Death in the Family. Ma hoest. Het zal toch niet?
Gelukkig... Aangekomen op de jaarmarkt stort het ganse gezin zich in het vrolijke, kapitalistische spektakel. 'People walking around like
bees in a hive.' De kermisoplichter wordt getild, de achtbaan
overwonnen. En natuurlijk blijkt State Fair dan een rite de passage. De
'zin' ontwaakt in jong en oud (en varken). Dat smaakt. Net als de
vruchten. 'They don't have to taste much, they're experts.'
Labels:
films uit de jaren '30,
Henry King
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten