'J'ai un nez fragile.' Het mag een wonder genoemd worden, dat Besson nog
nooit een James Bond-film regisseerde. Hij zou graag willen, bewijst de
yolo-actiescene (met mannen in pakken!) waarmee Subway begint. In een
rotvaart richting de ondergrondse. Er zijn niet eens zoveel metro-netten
in de wereld, maar toch zou een weekend metrofilms heel wat kijkplezier
opleveren. Vol vette actie uiteraard (Speed, Collateral, The Warriors),
maar zodra we ons beperken tot Parijs wordt het subtieler. Zazie, 35
Rhums. En deze! Eigenlijk gebeurt er na die flitsende opening namelijk
radicaal weinig. Patineur en deconstructeur Besson zet zijn stukken met
een Hongkongse touch neer, maar laat hen lummelen en musiceren. Een
Seinfeld-bas plingploingt smeuïg, en de correcte vibe is daar. John
Hughes voor volwassenen. Fake rebels op rolschaatsen. 'Vous faites des
statistiques maintenant?' De poppetjes glijden door een reclamewereld,
waar zelfs crime wordt gladgestreken. Het is allemaal erg bestudeerd, te
bestudeerd wellicht, maar Besson leerde van de besten. Zijn film
beweegt voor de bioscoopbezoeker als lichtpuntje door het donker, zoals
de metro dat voor de reiziger doet. Een vals cassettebandje speelt in
een lege ruimte vol leeg geluk. Adjani, Lambert, en Rickie Lee Jones.
'How can we keep on watching, that fucking tv?'
vrijdag 31 augustus 2018
donderdag 30 augustus 2018
The Lodger, a Story of the London Fog
'No more peroxide for yours truly.' Van die echt oude, echt lang-levende
regisseurs als Lang, Ford en Hitchcock is heel wat werk verloren
gegaan. Reels aan potentieel magische films. Of pantomime melodrama, dat
kan ook natuurlijk. The Lodger geldt als Hitchcock's eerste
belangrijke film, en het is inderdaad een fijne thriller (wat
anders?). Na het Zwarte Beertjes-titels-design en een munchiaans eerste
shot vat Hitchcock zijn onderwerp stevig bij de hoorns. Een
lustmoordenaar slaat toe in de mist, te midden van de
massa(mentaliteit). 'The seventh golden haired victim.' Een
neurasthenische politie-inspecteur blijkt haast
net zo'n grote viezerik, maar in een sociale context mag dat allemaal
wel. Hij is kind aan huis bij een IT-girl en haar ouders. Zij verhuren
een kamer aan een al even zenuwachtige knaap. Bij de huurdeer vinden we
de winnende touch. De dwangmatigheid van de potentiële psychopaat. Het
niet willen, maar moeten. 'To-night golden curls, to-night golden
curls.' Net als in Zodiac naderen dader en speurder elkaars innerlijk.
De driehoek, toch altijd al de meest pi-kante vorm, fungeert als clue.
Alfredus Sardonicus Hithcock vindt zijn bermuda-driehoek. Er dreigt een
'sexy' moord plaats te vinden... in bad. De vooruitgang van Hitchcock
voltrok zich verticaal, zijn horizon was helder. 'The Lodger made
himself agreeable.'
Labels:
Alfred Hitchcock,
films uit de jaren 1920
woensdag 29 augustus 2018
Tetsuo II Body Hammer
'Daddy
had a dream.' Recent haalde een kerel het nieuws, die bij een work-out
zijn bal-zak had gescheurd. Dat is de Body Hammer-mentaliteit. Alles,
maar dan ook alles, naar de klote. Ranziger en walgelijker dan
Cronenberg zag Tsukamoto de fitheidscultus aankomen. Een Kafkaeske
Verwandlung voor onze nieuwe tijd van koude blikken en staalharde spieren.
In dit logische, dus ook wel wat mindere vervolg op zijn classic The Iron
Man heeft hij een wat grotere zak (geld) gekregen. Derhalve schiet de
boel in full color in gang. Zonder epilepsie-waarschuwing – want
Japanners zijn geen Britten. Verder blijft alles hetzelfde. De film is
vooral een verzameling van set pieces, kleine, knotsgekke videoclips
waarin een bebrilde kantoorman verandert in de opperste droom van
Nietschze. The Will to Kill. Soms is dat grappig-wreed als een Coyote en
Roadrunner-cartoon. Vaker neemt de spanning toe als een trekveer. Ik had
graag gezien dat het hoofdpersonage de hele tijd onverstoord zijn bril
op had gehouden. X-man Tsukamoto kiest voor vuurwerk, en minder
sekswerk. Het einde maakt op het verwrongen-erotische vlak gelukkig
flink wat goed. Het leger aan kaalkopjes balt de vuisten tot in het
diepst van hun binnenste. Zelfs het nageslacht brult mee. The Tin Man
Strikes Back. 'Something's going to be destroyed.'
Labels:
films uit de jaren '90,
Shin'ya Tsukamoto
The Fearless Vampire Killers
'There is a smell of
garlic sausage.' Een bloederig grapje met de MGM-leeuw doet geen
serieuze vampierenfilm verwachten, en dit vermoeden wordt al snel
bevestigd. 'Fangs by Ludwig von Krankheit'. Het persoonlijke verleden
van Roman Polanski en Sharon Tate geeft het Transsylvanische zaakje nog
wel een grimmig-grauw lijkentintje. De twee ontmoeten elkaar hier, zowel off als on
screen, want regisseur Roman speelt mee. Een comedian is de Pool niet.
De man excelleert pas wanneer hij neuzen kan afhakken, en dat laten de
vampieren zich niet gebeuren. Royaal melig maakt een 'rationeel' duo een
Drs. P-ommetje door het Europese Oosten. Geland onder de schaduw van de
dood zorgt Sharon voor de platenhoes-erotica, terwijl Roman en zijn
baas (professor Jack Macgowran ) een grafsteen met “Breda von
huppeldepup” ontdekken. Werd die film toch nog even spannend voor mij!
Ze ontmoeten de Hongaarse graaf Wilders, die strak gekapt Roman's spooky
seksdromen ontregelt. 'Fancy that'. In de vrolijke cameravoering zat
aardig wat geld, centjes die echter voor een script-doctor ontbraken.
Nagenoeg alle dialogen kenmerken zich door zinloosheid, wat door de
domheid van de karakters verklaard kan worden, maar de 'bad brains' van
de kijker tekort doet. 'You didn't foresee this, in your second volume,
still at the printer's.'
Labels:
films uit de jaren '60,
Roman Polanski
dinsdag 28 augustus 2018
Faustrecht der Freiheit
'Soll ich mich waschen, or wünscht du dich mich in Natur?' Schicksal- en
snikkeldrama van Fassbinder, immer van 'diesen Extremen'. Het begint
allemaal op een Rommelplatz, met ouderwets foute Schau. Een
'talking head' neemt de benen, en wint zich een plaatsje onder de elite,
daar waar men lekker lethargisch rondhangt. Theatraal langweilig.
Aanvankelijk kan de 'lottokoningin' met de vierkante schurkenkop – onze
regisseur zelve! – er prima van genieten. De nichten met en zonder
klasse gaan gezellig van bil, of praten erover. Size matters. Daarom
duurt het waarschijnlijk altijd veel te lang bij Fassbender. Langzaam
keert het geluk, en lanceert het scenario een geinige
Pygmalion-deconstructie, of liever, destructie. Proleet Franz Biberkopf
(die naam zou RW later nog eens recyclen) wordt een treurig slachtoffer
in naam der vooruitgang. Een metafoor van heb ik jou daar.
'Representieren, zum beispiel'. De rijken weten de armen heel snel hun
geld afhandig te maken (en nooit omgekeerd). Had Fassbender 'r daar maar
een stevige punt achter weten te breien! Hij moet echter ook nog even
een van zijn eigen geliefden opzoeken. Ben Ali in Marokko. Meer en meer
verandert de film in een privé-obsessie, vol flauwe taalgrapjes. De
kijker wordt afgestoten, lichaam en geest gescheiden. 'Organisch sind
Sie gesund.'
Rio 40 Graus
'I know about reality, doctor.' Warmbloedig stadsmozaïek over de
avonturen van nieuwspaperboys en pindaverkopers. Zelfs (of juist) in de
slums van Rio de Janeiro rocken zij de oude Memphis Depay-look met veel
gusto – en de acterende amateurs geven alles. Soms iets teveel, wat het
neorealistische gehalte in gevaar brengt, maar deze prent is sowieso
een vreemde botsing van docufictie en het onvermijdelijke,
paradigmatische gevolg van opgroeien op een Hollywood-dieet. 'You're the
one that hurried things.' De film schiet van het kleine sentimentele
naar het grootse gewaagde. Van de hartverwarmende dierenliefde van het
mensendier, naar de seksuele uitspattingen van datzelfde specimen. Op
Copacapana heerst de moraal van pedo's en tienerhoertjes, vertolkt in
eufemismen die eigenlijk gewoon onverbloemd mogen heten. Zo wordt de film een
360 graden rondleiding door een stad van uitersten. Met één constante
factor. Futebol. De jongelui sappelen om een bal te kopen, de
voetbalmakelaar (in 1955!) gaat het grote geld. De wedstrijd die we zien
heeft het niveau van kluitjesvoetbal – werden daar soms ook amateurs
voor ingehuurd? – maar de vrije trap zit fijn de winkelhaak. Bovendien
doet de coach een typerende uitspraak die even tragisch als onjuist mag
heten. 'De dag zal komen, dat we geen handelswaar meer zijn.'
maandag 27 augustus 2018
Swiss Miss
'Let
me give that a little thought.' Er bestaat weinig langspeel-werk van
Laurel & Hardy, dus in al die jaren van films kijken, waren ze hier
nog nooit langsgekomen. Ze hebben dan ook minder snob-appeal dan Chaplin
en Keaton. De Dikke en de Dune, dat is toet toet boing boing, hakken en
smijt-werk. In deze feature trekt het duo als muizenval-verkopers naar
Zwitserland. Geen muis te bekennen, en de setup resulteert slechts in
een enkele gas-grap, iets wat in 1938 nog net kon... De
muizenissen spelen zich verder af rond een hotel, een standaard
filmlocatie, omlijst door een standaard musical-plot. Het gezang wordt
ijverig volgehouden, en onze helden doen zelfs een dansje. De Dikke
schudt zijn kont functioneel. Ware dit een Lanting-productie dan was
Karin Bloemen ingevlogen als operette-zangeres, nu kwijt de dunnere
Grete Natzler zich met zichtbaar plezier van haar taak. Voor een filmpje
van zeventig minuten valt het oudemannentempo op en tegen. Een bellenblaas-orgel
van Tati blinkt visueel-muzikaal uit. Voor de beste grappen moeten we naar collega simpletons van het duo D's, de dieren. Een
Sint-bernardshond wordt met hulp van een ander beestje voor de gek
gehouden. Soms is een cartoon-concept genoeg: Twee mannen met een piano
op een hangbrug. Eén gorilla. 'It was a mere nothing combined with a
terrific pleasure.'
Labels:
films uit de jaren '30,
Hal Roach,
John G. Blystone
zondag 26 augustus 2018
Shadows of Our Forgotten Ancestors
'Is dat Satan,
vader?' Alles leeft, en alles ziet, aan de randen van het Russische
rijk. Via een POV-shot van een vallende boom (!) dondert de kijker dit
duizelingwekkende staaltje etnopsychedelica binnen. Het bloed druipt
later van de camera. De fantastische cameravoering is vrijer
dan God zelf. En vele malen warmbloediger. ('The deacon is hoarse, give
him some vodka'.) Op het moment dat honderd granaatappel-pitjes
ronddartelden, wist ik het. Dit moest een opus van de veelgeplaagde
tripmeister Parajanov zijn. Hij schudt een herdersspel door elkaar. De bokken en de hoorns zijn op zo'n rustiek veld altijd dichtbij. Vlechtjes in de regen wedijveren met kruizen van berkenhout. Het neigt naar Valerie and her
Week of Wonders, maar verander de tijdsspanne dan maar – in een heel
leven lang. De Romeo van het verhaal verliest zijn Julia, maar
leeft zelf als een depri Cobain door. Om hem heen heft men het zoveelste
hardcore (houtcore!) dissonante lied aan. Even lijkt het leven hem toe te lachen. Een trouwritueel (ook van hout) verbindt hem met
een exotische Love Witch. Van trouwrituelen komen
bevruchtingsrituelen, al zit het zelfs dan tegen. Het lijkt achteraf
Parajanovs carrière wel. Gesloopt door Hogere Machten, bleef hij altijd dat volkse vlammetje koesteren, aanblazen en op-poken. 'Zijn
vader was ie snel vergeten, maar Mariska niet.'
Labels:
films uit de jaren '60,
Sergei Parajanov
Uski Roti
'Waarom kwam
je niet binnen?' Een The Box-achtig dulcimer deuntje doemt en dreunt ons
de 'Orbit' van Mani Kaul in. Eind jaren zestig debuteerde de 'Indiase
Bresson' (altijd fout, zo'n Europese gelijkstelling) met Ons Dagelijks
Brood. Bepaald geen gemakkelijke kost. Eerder zwaar doordesemd. De
radicale regisseur speurt naar dromerige stilten en desolate leegte.
Ver voor Kiarostami vindt hij weelderig-prachtige bomen en een kapper op
straat, knippend 'under the cherry trees'. (Nou ja...) Menselijk haar
en eten zijn hier belangrijke leidmotieven. Een vrouw waagt een laatste
poging tot Lunchbox-liefde. Via de 'roti' kan ze haar ijdele
buschauffeur misschien bereiken. Vliegen op het brood zoemen haar
bemoedigend toe. De film bevat nauwelijks roomtone, maar zit vol
keiharde, doodgewone geluiden, alsof zelfs het geluidsspoor in het wezen
der dingen door-dringt. Het onzegbare wordt slechts gesuggereerd in
vale schimmen. Enkel de setting biedt de filmliefhebber nog een
bekend houvast. De moderniteit raast, aan de rand van het dorp, lángs de rand van het dorp. Komt slechts met tegenzin die grens over. De
Leyland-buschauffeur bindt zijn donkere baard in, en wisselt een woord
met zijn dappere vrouw. Een wit hoofddoekje zweeft. Zacht en
tevreden. Een honger gestild. 'Het is donker geworden, ga naar huis.'
Labels:
films uit de jaren '70,
Mani Kaul
zaterdag 25 augustus 2018
Young at Heart
'Hmm, I like what he's doing with
it.' Wellicht zou Auerbach dit en compleet ge-erotiseerde
middenklassekomedie noemen. Alles ademt seks, maar tegelijkertijd heerst
het verstandshuwelijk. (Geldt dit voor alle burgerlijke samenlevingen
na de middeleeuwen?) In elk geval is Young at Heart een wankele(nde)
musical, die nergens verdappert. Het 'marriage plot' draait om drie
smachtende vrijsters, 'ready, willing and able.' Geen van allen
overweegt op eigen benen te staan, de vraag is slechts hoe ze zich onder
de aanwezige mannen gaan verdelen. Aanvankelijk valt het drietal
tegelijk voor het prototype Amerikaanse blaaskaak, een Marlon
Brando-achtige rol (de method man maakte heel snel naam met kop en
methode.) Gig Young kan mee met de clams, rolling waves en 'do you think
you are big enough'-sex talk. Dan verschijnt een kaper. De late entree
van de vedette. Dik een half uur na aanvang, en dunner dan ooit. Frank
Sinatra, een uncertain heart van Chet Bakeriaanse proporties. Zijn rol
heeft tragiek en potentie. En toch blijft ook hij hij hangen in
'midair'. Op het verschrikkelijke af. Zelfs het kansje op een ambigu
einde wordt gemist. En dat wil wat zeggen in een film vol
dubbelzinnigheden! Met jazzy Doris als schamel (gekleed) hoogtepunt.
Vooral voor ze de kerk ingaat, zingt ze fantastisch. It's pretty mild
for a week's thought.'
Labels:
films uit de jaren '50,
Gordon Douglas
Primary
'Everybody
that meets him seems to like him.' De legende van JFK heeft inmiddels
wat flets gekregen. Gedeeltelijk buiten zijn schuld om, maar wat
komt er nu eigenlijk nog ter sprake van zijn dáden, behalve die
knotsgekke Cubacrisis? Ik denk aan James Baldwin, die overtuigend
uiteenzette wat iedereen al aanvoelde. Kennedy deed qua civil rights
precies waar de zeitgeist hem toe dwong. Meer niet. De bejubeling door
Van Gaal in Zomergasten vormde zo een opmerkelijke throwback naar de
Kennedy die de mensen van zijn generatie kenden. Het idool. The larger than
life redder der mensheid. Dit is die Kennedy die in deze oer-docu
tevoorschijn komt. Grote namen Drew, Maysles en Pennebaker zaten als vroege
vliegen op de muur van de campagnebus. Toerend door Wisconsin voor een
'cruciale' Primary. Kennedy kweekt RSI door rijen handen te schudden.
Veelal blanke hoofddoekjes, want het waren andere tijden. Tegenkandidaat
Humphrey komt uit een nog verder verleden. Met zijn Ry Cooderiaanse
campagne-song en schurkenkop kan hij zo in een Coen-bros film. 'Make it
tough, they like to see me squirm.' En de kijker beseft: de docu is er
te laat bij. Kennedy was al een superster, het point of no return is al
gepasseerd. Maar wanneer? En hoe? Misschien was het slechts de opkomst
van de tv. De gladjakker wordt een docu lang door vrouwen op zijn
uiterlijk beoordeeld. Girl power. 'A moment of slight commercialism.'
Labels:
films uit de jaren '60,
Robert Drew
vrijdag 24 augustus 2018
Limite
'Definitivamente perdido.' Zes bloederige
letters verraden als enige (eenzame) element de slechts negentienjarige leeftijd
van regisseur Peixote. Begin jaren dertig maakte hij deze
onwaarschijnlijk hermetische film. Stil en broeierig als een koppig
zwijgende volwassene. Overduidelijk geïnspireerd door de Droomstaat-van
Dali en de low angle shots van Eisenstein, dirigeert Peixote een
symfonie des levens. Het plot? Iets met Mulher 1 en Mulher 2 die samen
met Homem 1 op een bootje richting oneindigheid varen. Het lijkt wel het
oeuvre van Nijhoff gecomprimeerd in een paar shots. De zee brengt het
verleden, moeder de vrouw achter een naaimachine. Het riet ziet. Nou ja,
puzzelen dus, maar er komen wel wat schaars-e hints. Een kras op het
bootje. Een mes op het water? Als onbedoelde complicatie is het
celluloid opgegeten door de vlammen van de tijd. Dit zo'n een
restauratie die nauwelijks nog kón restaureren. Van gruis valt verdraaid
lastig iets te maken. Het voegt uiteraard wel weer wat toe aan het
mysterie. Het Basinski-effect. Ontzettend cool en radicaal, maar, madre
de deus, wel supersloom. Pas na ruim een uur verschijnt er een eerste
tussentitel! Het is meteen de laatste. Enkel de klassieke megamix van
Debussy en co, neuriet. Misschien wel logisch dus, dat het eindigt met
een minutenlange maalstroom. Van water.
Labels:
films uit de jaren '30,
Mario Peixoto
donderdag 23 augustus 2018
The Message
'The real God is unseen.' Beelden zijn
lastig voor de islam, maar zoals JC profeteerde, elk nadeel heb zijn
voordeel. Een beperking werkt vaak wonderwel in de kunst, en inderdaad:het niet-tonen van Mohammed blijkt in dit historisch epos een
meesterzet. Soms spooky, soms spiritueel (precies zoals het verbod
bedoeld is) en hoe dan ook de-automatiserend. In een paar POV-scenes
wordt de toegesproken profeet net een game character, en de kijker eigenlijk...
Mohammed! Het beeld (sorry) dat de film van de vernieuwer schetst is
hilarisch seventies. Er heerst een tolerante hair-y vibe. Regisseur
Akkad keek goed naar Lawrence of Arabia, en leende wat hij nodig had,
Maurice Jarre en Anthony Quinn. Laatstgenoemde speelt vol vuur zijn
beste rol ooit. De film is het meest interessant
als een geschiedenisles over de entree van de nieuwe religie. De Ka'aba
bestond bijvoorbeeld al in pre-islamitische tijden. Adapteren die
heidense shizzle. En het mooiste verhaal? Mohammed en het spinnenweb. Ik
denk dat de islam altijd beter is geweest voor dieren dan andere
religies. Later slaat de saaiere oorlogsdrum. Jezus en co werden vooral
vervolgd, Mohammed en zijn paramilitaire organisatie pakten de touwtjes
in handen. De diversiteit van het polytheïsme verdwijnt subiet. Eén
visie, geen complex aan beelden. 'Men see the world too well from a
mountain'.
Labels:
films uit de jaren '70,
Moustapha Akkad
Follow the Boys
'The only thing
we haven't tried is pictures.' Patriottentijd in warfarin' Amerika, dus
grepen ze naar hún genre. Follow The Boys is een 'musical en abyme' tot
de vierde macht. Minstens. Eerst lijkt hier slechts het traditionele
show in show-plot op poten te worden gezet. Een stel
vaudeville-artiesten bevindt zich in een penibele situatie. 'Canned talk
kills vaude biz.' Gelukkig kunnen ze met hun verouderde acts nog naar
Hollywood. Merk op dat het behoudende filmmedium dus een nostalgie-doorgeefluik
wordt, voor een stijlvorm die het zelf om zeep heeft geholpen! Binnen
een kwartier verandert Follow the Boys echter, verdubbelt weer. De
propaganda-toeter schalt. Ster na ster draaft op voor de wartime show.
Met het originele verhaal heeft dat
dus allemaal weinig meer van doen, maar Orson Welles (!) doet leuk met
een sigaar, WC Fields met een keu, Rubinstein met een piano, en Marlene...
met Orson. Voer voor cultuurwetenschappers. Er zit een scriptie in de
haarstijl van de Andrews Sisters, en wellicht ook in de metoo-humor. De
achteloze objectificaties van de vrouw worden bijna lief. Elke soldaat
verdient gewoon een sterretje in zijn armen. De propagandamachine zet
iedereen op zijn plek. Want zelfs in het Hollywood Victory Committee
lopen de zaken gesmeerd, gesegregeerd. 'That's what it says in the
script.'
woensdag 22 augustus 2018
Umut
'You kill my horse and talk about paint.'
Officieel: Hoop, maar in vrij vertaling: knik u moed toe. Het ontbreekt
de Turkse mannen niet aan zelf-overtuigingskracht. Uit alle macht
schrapen ze hun laatste restjes levenslust bij elkaar. Het intro van de
film suggereert nog zwart-wit Antonioni vibes. De straten van een Turks
stadje worden onder water gezet door een brandweerwagen. Langzaam
verschuift de horizon, wist de weg uit als een schoolbord. Maar de
schulden van de sloebers blijven staan, en Antonioni verdwijnt voor een
neorealistische parel. Karretjesdieven. De overheid wil de vooruitgang
afdwingen en de OV verbieden. Sjofele ellende botst zo op
toerisme-gehengel. 'The Man' heeft alvast de uiterlijke kenmerken
en reclameborden van een wereldstad neergezet. De slachtoffers hebben
intussen te stellen met hun gezin, waarbij vooral de bittere opstand van
de moeder erin hakt. Haar coachman, hoopt eerst op een loterijbriefje,
dan op een nieuwe baan, om ten slotte bij de grootste dromenvanger te
eindigen. God, dit keer gepersonifieerd door een 'hodja'. Op de
meesterlijke soundtrack blazen strenge tonen van een klarinet de hoop de
stad uit. De mannen gaan op schatjacht. Het wordt Stalker-ig. Elke
rationaliteit voorbij, enkel nog mystiek gedetermineerd. Het leven
begint te schemeren en dersiwisjtisch te draaien. 'The treasure is
running away'.
The Goddess
'From then on the
boss considered her his property.' Zwijgende Chinese klassieker uit
1934, wellicht voltrok de opkomst van de talkies zich daar net wat
langzamer. De beeldtaal van de stomme film hadden 'ze' echter al prima in
de vingers. Zelfs zo goed dat het wel een universele stijl lijkt. (Een
illusie, deze film was 'gewoon' behoorlijk Amerikaans.) Superster Ruan
Ling-yu speelt moeder de hoer, zodat ze op Jean Dielman vooruitloopt.
Door een positief portret van een prostituee te bieden, toonden de
makers zich progressief. Een miserabel leven wordt doordenkt met het
sociale mededogen van een Victor Hugo. Er valt wel een theorie op poten
te zetten hoe de 'stomme film', de laatste negentiende-eeuwse kunstvorm is, met
een voorkeur voor de lijdende vrouw en melodrama in lagere onderwerpen.
Perfect geschikt voor een verbeelding in stilte, misschien omdat ware
ellende meer uit handelingen dan uit woorden bestaat. Maar het is niet
alleen droefenis dat de klok slaat. De tijd wiegt en sust, en het
zoontje wordt groter. Hij biedt mama klein geluk. De blijdschap wanneer
ze hem van school ophaalt! Hartverscheurende taferelen voor de Ozu-fans.
Het scenario besluit grootser, met een behind bars-shot. Zo'n
compositie die gemaakt is voor cinema. Een kruisiging van verticale en
horizontale lijnen, gevangen in spijlen en kaders. 'Mommy's not going
out tonight.'
Labels:
films uit de jaren '30,
Yonggang Wu
dinsdag 21 augustus 2018
Directed by John Ford
'What is it that
distinguishes the movies of John Ford?' Niets is zwart-wit, maar Ford
roept opmerkelijk tegengestelde reacties op. Sommigen vinden hem een
geniaal verteller en vernieuwer (Welles en Cousins), anderen kunnen
weinig met zijn sentiment en lawaai (Thompson en Maas). Aan fanboy
Bogdanovich de kans om de naysayers te overtuigen. Het helpt dan niet
als je met Clint Eastwood begint! Ik keek een update van een
seventies-docu. Bogdanovich voegde in 2006 nog wat meer interviews met
bewonderaars toe. Dan krijg je de bekende ode aan een dode maestro, in
plaats van een stekelig filmessay. Ford vormt natuurlijk een typisch
Amerikaans fenomeen. Een larger than life figure, met een larger than
life oeuvre. De cultuurwetenschappers-droom van honderden werken om in te
grasduinen. Een mooie som, maar de docu overtuigt me niet van de waarde
van de delen. Ik zal Scorsese's geheimtip Two Rode
Together niettemin eens kijken. Mijn eigen tips blijven My Darling Clementine
(met Fonda, een man waar een halfblinde nog een goede film mee kan
maken) en They Were Expendable (Ford-sentiment op zijn meest
tolereerbaar, onder een tropische hemel en de hoogspanning van een
wereldoorlog). Geleerd: de verdelende heerser Ford zou een goed
managementboek kunnen schrijven. Fordisme in de cinema. 'It isn't a
relaxed set.'
Labels:
films uit de jaren '00,
Peter Bogdanovich
Harvest: 3000 Years
'Denk
na! Is er een plaats op aarde waar er geen vliegen en geen Europeanen
zijn?' Voodookreunedelica uit Ethiopië, waar onwillige koeien met
psychedelische geluidjes en stokslagen aan het werk worden gezet. Jaar
in jaar uit zwoegen, niet voor jezelf, maar voor de bovenbaas. Dat geldt
voor beest en mens. Regisseur Haile Gerima groeide op in een Afrikaans
dorp, maar vertrok al snel naar Amerika (waar hij filmprofessor aan
Harvard werd). Hij heeft dus een verdubbeld 'Ander' perspectief, wat de
vervreemdende, internationale arthouse-taal van de film verklaart. Veel
lange afstands-shots en hermetica. Ironisch is dat soms wel, want de
film is op zijn best wanneer Gerima dichterbij durft te komen. Vooral
dankzij de vele ritmische liedjes, uitgevoerd op unieke instrumenten.
'Greetings all you farmers, wherever you may be tolling'. Ornette
Coleman zou een moord doen voor de fluit waarop een jongen speelt,
terwijl zijn maatjes een steentjesspel bikkelen. Ik mag de soundtrack
graag horen, misschien wel liever dan de film zien... Pas na een vele
landerige uren wachten, komen de goede teksten. Politiek scherp, zoals we
in de hardcore seventies mogen verwachten.' De histoire se
repete-symboliek beats like a drum. 'Als je je kinderen en je vrouw niet
had verloren, en ze je land niet hadden afgepakt, wat zou er dan van je
geworden zijn?'
Labels:
films uit de jaren '70,
Haile Gerima
maandag 20 augustus 2018
The Walker
'I didn't know which way to turn.' Hoe
meer vreemde geldschieters, hoe groter de kans op een bizar werkje.
Paul Schrader doolt al jaren door filmniemandsland, als een Light
Sleeper zouden we flauw kunnen grappen. Dus dan dit maar, moet hij
hebben gedacht. Met geld uit India en the Isle of Man pende hij een
politiek moordmysterie. Recht uit de slur- and slangenkuil waar ook
Tennessee Williams woont. Is whispering Washington de meest zuidelijke
stad van het noorden van Amerika? Of neigt dat naar imagologisch
racisme... In elk geval zal niemand ontkennen dat de handjeklap er welig
tiert. 'Walker' Woody Harrelson schmiert er aardig op los als
homoseksueel oliemannetje. Met snor, uiteraard. Hij is beter dan Matt
Damon in vergelijkbare exercities. 'I need a dirt fix.' De thema-song
van de king of style, Bryan Ferry, helpt hem een glibberig handje. Voor
de looks lijkt Schrader naar The Letter van Wyler te hebben gekeken.
Schaduwen van luxaflex vallen veelvuldig in. Jammer genoeg is de
editing matig, en het cruciale scenario van Soderbergh-niveau. (Vandaar
die Matt Damon-associatie.) Iets teveel hardop gestelde (mis)leading
questions. Maar wie weet vormt dit stiekem nog best een realistische blik
van Amerikaanse politiek. Trump is daar naast het logische gevolg,
simpelweg ook een degeneratie van. 'I'm not naive, I am superficial'
Labels:
films uit de jaren '00,
Paul Schrader
Jésus de Montréal
'De tekst
is wat oubollig.' Conservatief, katholiek Quebec kan wel een update van
de Kreuzweg gebruiken. Zo denkt althans een over-spelige priester. Hij
schakelt een acteur of twee in, die al snel een clubje discipelen om
zich verzamelen. The Pizza Club, doopte ik ze. De film knipoogt
weliswaar niet naar de tienerklassieker, maar er zijn genoeg andere
meta-'drôles'. Een flauwe pornodub! Regisseur Denys Arcand houdt van
sekskomedies, zijn hoogtepunt heet Le Déclin de l'Empire Américain. Ook wanneer hij Jezus komt brengen weet hij de tetten nog wel te tonen.
Hij loopt zelfs op MeToo vooruit, en fileert de ethiek van
reclamespotjes. 'Jong en fier en doel op bier.' Voor een lesje Big Bang
Theory vindt hij tijd – en die theorie is wat mij betreft van
een religieuze schoonheid. Al snel wordt Arcand echter door zijn
materiaal bevangen. Geloviger en magischer. De Messias splitst feit en
fictie. Zelfs Mel Gibson zou mee kunnen in dit bloederige theater. The
Passion van EO komt ergens vandaan. Als de kruisiging in Montéeal kan...
De lichtheid van het begin verdwijnt voor een stralenkrans. Arcand
heeft wat te vertellen, maar zijn boodschap staat nooit echt op. Ik zag
met moeite de narcistische verniksing van de samenleving, de opmars van
de Rol. Met Jezus als de grootste acteur. De ultieme Oscar-bait.
'Kundera comment?'
Labels:
Denys Arcand,
films uit de jaren '80
zondag 19 augustus 2018
Das Testament des Dr. Mabuse
'Jetzt komt der
grosse Unbekannte.' Meer Hitchcock dan Hitchcock zelf, knutselt Fritz
Lang hier weer een 'hubschen Mechanismus' in elkander. Hij kon er wat
van. Sterker nog, de man neigt naar het Grote Geniale. Zijn hit ratio is
ongelooflijk. Dr. Mabuse stamt – uiteraard – uit Langs Duitse periode.
Pneumatische neubaut-ritmes leiden ons het
neurotische mysterie binnen. Een heel stel zenuwlappen dartelt om
elkaar, en om de grote M(abuse), een crimineel master mind, die niemand
ooit zag. Vanachter een gordijntje geeft de man zijn aanwijzingen. Deze
setup heeft aanvankelijk nog wel wat olijks, als een Duvall-boekje uit
de Topaas-reeks. Lekker leesbare moordverhalen die je een halve eeuw
terug bij het beschuit kreeg. Toch meent het Lang serieus, nihilistisch
depressief zelfs. Er loopt een Hitler-look-a-like rond, er vallen
referenties aan Wagner uit de lucht, en de bad guys streven naar een
Herrschaft des Verbrechens. (Al kon niemand weten hoe pijnlijk de
uitroep 'Gas, fantastisch!' zou worden). Steeds serieuzer en
unheimischer gaat het over gekte. Een afdaling voorbij Zusammenhang und
Logik. Het is aan een olietoeters-lurkende detective om de boel op te
lossen. Hij is gelukkig ganz normaal, in die goede detective traditie
dan! 'Ik denk dat je het aantal onderwerpen waarin ik geïnteresseerd
ben, onderschat.'
Labels:
films uit de jaren '30,
Fritz Lang
The Iron Horse
'Drill
ye terriers, drill!' Vroeg, eindeloos western-epos van John Ford, over
het ultieme western-onderwerp. De komst van de trein. Oost en West
worden verbonden, naar een idee van hindoe-god Abe Lincoln, die als een
spook boven de film zweeft. Het was nog maar een halve eeuw geleden dus
de meeste oudjes hadden het (en Hem) nog meegemaakt. De film toont zich
uiterst trots op haar 'accurate and faithful' eigenschappen – het wordt
er zelfs nóg een keer via een voetnoot ingehamerd. Toegegeven, zelfs de
Chinezen zijn niet weggemoffeld, al mogen zij niet 'spreken'. Die rol
is toebedeeld aan Ieren en 'eyetalians'. Oude en nieuwe American
dreamers, met 'the strong sense of progress' in de kop. Hun vlijt wordt
tegengewerkt door een blanke overloper, richting indianen, wat Ford de
kans geeft op wat actiescenes. Ze vallen nauwelijks op, en juist dat
bewijst hoe goed (en modern) ze zijn. Bouwjaar 1924! De humor is bepaald
níet bij de tijd – en voelt sowieso misplaatst. Het mooist blijven de
koppen van de 'forrin workers', de mannen die de 'bars of justice and
likker' bevolken. Levenslust en liefde voor zichzelf, dat kun je de
Amerikanen nooit ontzeggen, toch geen slechte eigenschappen.
De grote lijnen worden door Ford vlijtig bij elkaar gebracht. Like the
railroads. Maar enkel de hond sluit vrede met them fool indians. 'A
spectre from the past.'
Labels:
films uit de jaren 1920,
John Ford
zaterdag 18 augustus 2018
House of Flying Daggers
'Waarom kan een blind
meisje hier niet werken?' Die zag ik niet aankomen. Een flitsende
actiefilm van Zhang Yimou. De meestercinematograaf kan alles. Op gehoor
en op gevoel. Hij hypnotiseert de kijker twee uur lang met geweldige set
pieces. Gevecht na gevecht zat ik op het (bamboe)puntje van mijn stoel.
Kleine ontregelingen houden het spannend. Het allereerste spektakelstuk
is pure geluidskunst. Een blinde bordeeldanseres, bespeelt met haar
gewaad (!) rijen aan trommels, terwijl vele snaren meezingen. De
Bollywood-invloed is overduidelijk, maar het blijft, ondanks de aerial
moves, allemaal veel aardser. Zowel haar stem, als de compromisloze
inhoud. 'Regeringshonden, ik vermoord ze allemaal!' Het rebellenmeisje
wordt bevrijd door een regeringsbeambte (!), die zo een gevaarlijk
dubbelspel speelt. Wie van de twee laat het masker vallen, en toont zich
' for real'? Buiten in het bos beleven de twee een romantisch-spannend
avontuur. Voorzichtig kinky zelfs. Uiteraard zweven ze ook daar, de
martial arts truc die Alles automatisch transcendeert. Bomen komen tot
leven voor een touch of Zen. Aan het eind verglijden de seizoenen in een
enkel gecondenseerd moment. Elegant als de film zelf. Een druppel zweet
blinkt op de camera-rand. Misschien die van cinematograaf Zhang zelf.
Hij blinkt uit. ' If i die under a skirt, I can still flirt as a ghost.'
Labels:
films uit de jaren '00,
Yimou Zhang
Un Homme et Une Femme
'Ils
sont copains depuis longtemps.' Op de stuntman na, is dit niet zo'n
bijster origineel liefdesverhaal. Lelouch weet het, want het wordt
letterlijk zo gezegd. Trintingant speelt een rallycoureur die een
schoolplein-romance beleeft. Een plek waar vooral ouders daten. Zoiets kan
zelfs op de kostschool. Hij en Anouk Aimee lijken op elkaar, zeker
wanneer ze lachen. Ze vinden elkaar met de Franse slag. A l'improviste.
Lelouch betoonde zich vooral een visuele vernieuwer. Lange lenzen
geven rust (en extra kunstzinnigheid). De wereld van de twee wordt
vague, de kinderen sneue aanhangsels – out of focus in alle opzichten.
Jammer, want de leukste grap zit mét zoonlief, aan het begin. Dan lijkt
de film nog voor plezier te willen kiezen, een leip Tenenbaum-gevoel.
Uiteraard wordt het drama daarna stemmiger, en zijn wij de sigaar. Een variant op Kramer vs Kramer, ook al zo'n jaren zeventig-relatieklassieker. Er
is juist hier zoveel potentie voor wildheid aanwezig, fast cars en
girls maar Lelouch bedwelmt de boel. Middlebrow melodrama, met Mauriat
sounds. Wanneer de coureur een magazine over zijn eigen escapades leest
wordt het nog even leuk. Op zulke meta-momenten doet het denken aan
Sofie Coppola's film over l'ennui van een stuntdriver. Een zucht over
het leven, ontredderd zonder zorgen. 'Hoe ziet een getrouwde
man eruit?'
Labels:
Claude Lelouch,
films uit de jaren '70
The Untouchables
'Isn't this just another
showpiece program?' Deze exercitie uit duizenden wordt gered door De
Niro. Een van de laatste keren, dat hij er echt uitzinnig zin in had.
Eigenlijk moeten we dan spreken van een gemiste kans. The Untouchables
gaat immers vooral over de agenten die Al Capone probeerden te pakken,
terwijl de enige leuke rol Al Capone zelf is. Er zit veel Berlusconi in
de manier waarop een vadsige De Niro de gangsterkoning verolkt. De
mentaliteit, de kalende looks, het moment dat Capone met een sardonische
grijns bij de opera (duh!) krokodillentranen vergiet. Heerlijk. Buiten
het theater voelt de film steriel aan. Chicago is een studio-set, en ook de
agentjes zijn van bordkarton. Kevin Costner helpt niet. Zijn interactie
met eega Patricia Clarkson had een vleugje fysieke pijn kunnen bieden,
maar, hun scenes blijven rommelig, zelfs schetsmatig. Na een uur is er
ineens een (nieuwe) baby. Dat was DePalma even vergeten 'op te zetten'.
Morricone deelt in de malaise, met een zeldzaam matige soundtrack. Dan
kan alleen DePalma's visuele klasse hem nog redden. We volgen een
fenomenaal POV-shot bij Sean Connery thuis (een van de 'goede' cops), en
eindigen met een tergend traag opgebouwde Eisenstein-referentie. DePalma
kent zijn fysieke klassiekers, maar dit verhaaltje is te
triomfantelijk, en raakte mij niet. 'I'm just a poor beat cop.'
Labels:
Brian De Palma,
films uit de jaren '80
vrijdag 17 augustus 2018
Flesh and the Devil
Who
are you?' Liefde en ethiek sluiten elkaar uit. Nou ja, in elk geval
onttrekken the rules of attraction zich er graag aan. De mysterieuze
Garbo verschijnt in deze twenties-prent in het leven van twee Duitse
BFF's. Via een flashback zien we eiland-plaatjes van hun adellijke
jeugd. Een pastoraal bloedbroederschap beklonken met een snee. De
ijskoningin van het lijden weet wel raad met zulk jeugdsentiment. Ze
heeft aan één bal-dansje genoeg, afgevinkt op haar Tinder-match-kaart.
Suggestief wordt er even later al een sigaretje gedeeld. Maar willen die
Duitse Freunden nu werkelijk? Ik vermaakte me een tijdje met een
freudiaanse interpretatie. Het duo sublimeert verboden homo-erotische
gevoelens in de vorm van een zondige vrouw. Een afschuifspel, waarbij
zij heen en weer gaat, en de knapentwijfel toeslaat. De twee willen ook
iets te graag met een gun zwaaien. Een mooi-macaber silhouettenduel
vormt het visuele hoogtepunt. Het plot zelf blijft verder – zonder
overwerk – saaiig en forgettable melodrama. In de stomme film-traditie vergiet men
zigeunertranen. Rollende ogen, starende ogen. Wat is er intiemer dan het
oog? Wat is er gevaarlijker dan een bekeken vriendschap? The Isle of
Friendshap, zó had de film moeten heten. Ieder een eiland, alleen en op
zichzelf. Omringd door roerige wateren. Vraag maar aan Jules et Jim.
'What does it matter?'
Labels:
Clarence Brown,
films uit de jaren 1920
The Rules of Attraction
'It's a confirmed
statistic man.' Fucking, fucking en nog eens fucking.
Tarantino-collaborateur Roger Avary weet wat we willen. Neuken, en, the
opposite of sex, geweld. Of moeten we van een fysieke Janus-kop spelen?
(Lasch zei al dat de termen voor seks steeds meer een gewelddadige
bijbetekenis hebben gekregen.) Een film als The Rules of Attraction
toont die dubbelzinnigheid. Slut seeking en cynicism delivering. Liefde
blijkt een grap, en zelfs de werkelijk verliefde wordt niet langer meer
geloofd. (Al was het maar door zijn eerdere gedrag!) Je kunt veel van
Bret Easton Ellis zeggen, maar niet dat ie zijn hand niet in de kut van
onze tijd heeft. Avary's adaptatie zwengelt met visuele flair de
misantropie goed aan. Vooral de vrouwen zijn cynisch – helaas doet
Christina Ricci niet mee. Ze was te oud zeker... De eye candy is mij nu
wat te eye candy, de bewuste walgelijkheden te obligaat. 'Moving through
the doorway of a nation', met giga-passen. Sean Bateman hengelt een
film lang vergeefs naar de liefde van een grietje met Griet op de
Beeck-kapsel. Hij vergeet te kijken naar de ware. De smeerboel piekt in
dé juxtapositie. Nudity en blood, voor de Warpaint-fans. Ik genoot zelf
braaf van de Harry Nilsson-drone, en een paar rake flodders. ('Rome,
it's like L.A. with ruins') Het duurt allemaal wel lang, Avary moest
zijn XL-versie zeker tonen. 'It's Dick!'
Labels:
films uit de jaren '00,
Roger Avary
Days of Being Wild
'Ik
heb je niet mijn dromen gezien hoor vannacht.' Een nevel van
bronstigheid beslaat de lichamen, een mist van sigaretten hangt boven de
hemel van Hong Kong. Dat kan alleen Wong Kar-Wai wezen. Ik was er heel
erg aan toe, en het werkt weer meteen. Het wilde wordt waargemaakt. Oude
showtunes vullen een lonely night winkeltje. (Dat overigens later in de
krochten van een voetbalstadion blijkt te liggen!) Eenzame nachtelijke
zielen stoten elkaar af en aan, en dat minuten-, dagen-, jarenlang. Days
of Being Wild vertelt, net als Visconti's Senso, over de avonturen van
een player. De versiertrucs zijn duidelijk: een vleugje psychopathie en
kunnen dansen: het volstaat om de meisjes te tonen wie de baas is. Wong
himself kan de verleiding niet weerstaan om enkele Hong Kong-punches te
plaatsen. (Hij moest óók even zijn spierballen tonen). Zijn tweede film gaat
het diepst in de midden-fase. Dan verkrijgt de player tragiek, als een
treurige roman van Romain Gary. De meisjesmagneet kibbelt met zijn
adoptiemoeder, die zelf ooit playerette was. Liefde geven gaat hen
slechter af dan krijgen. De twee zielen hebben altijd in kapitaal
gedacht en nooit in zorgen. Later laat ook Wang zich betrappen op
zelfgeilerij. Fetisjistisch stijlvol. Zo, en alleen zo, kan hij het.
Haren kammen in HK. Tot het weer perfect valt, als een slagregen. 'I
just wanted to wander around.'
Labels:
films uit de jaren '90,
Wong Kar-wai
donderdag 16 augustus 2018
Senso
'Denk over mij als je schaduw.' Begon de
Belgische onafhankelijkheidsstrijd ook niet bij de opera? Gevaarlijke
kunstvorm! Tevens een logisch begin voor deze Visconti-film, waarin hij met
veel gevoel voor melodrama de laatste dagen van de Oostenrijkse
dubbel-monarchie schetst. In bezet Venetië. De obligate referentie aan
Die Welt von Gestern ontbreekt niet, maar voor het overige is Senso een
film geschikt voor de massa. Veel lange haren, diepe decolletés en
strakke broeken. Een getrouwde gravin valt voor een Oostenrijkse
officier. Dubbel-gevaar, want zelf heeft ze revolutionaire connecties.
Het blijkt al snel dat Visconti zich weer opperbest op gemak voelt onder
de adellijke lui, zijn natuurlijke habitat. Daar lukt hem het meest als
filmmaker, denk maar aan Il Gattopardo. Senso is als film echter een
stuk minder episch en somms zelfs pseudo-verheven. Dwalend door
filmgeniek Venetië, een blauwgroene stad van vluchtige schimmen en
liefdes, droomt de depri gravin van haar officier in spookgewaad. Even
plots placht hij aan haar te verschijnen. Dat kan niet goed blijven
gaan, en in een zorgvuldige opgebouwde compositie schrijden we van
weelderig shot, naar betraande finale. Een echte opera. Niet veel
diepgang, maar met Emozione. Opgaan in het massaspektakel van de meute.
Common senso. 'Je zult er later achterkomen, in herinneringen.'
Labels:
films uit de jaren '50,
Luchino Visconti
Arsenal
'Er was een oorlog.' De
Oekraïner Dozhenko deed de dingen net even anders. Vreemder en
gevaarlijker dan zijn Sovjet-collega's ging hij de revolutie te lijf.
Belichaamde de strijd in zijn cinema met bloed, zweet en tranen. Hij
toont ons een dorp vlak na de Eerste Wereldoorlog. Op verschroeide aarde
staan verzwolgen moeders dood-stil. Een agent bepoteld een meisje.
Iedereen is murw gebeukt door de ellende. Binnen een paar snelle poetry
cuts maakt Dozhenko van het platteland The Waste Land. Zijn werk is
bijna net zo idiosyncratisch als dat van TS Eliot, wat zowel positief
als negatief opgevat dient te worden. Vaak onnavolgbaar, maar tijdens de
mooiste scenes komen de (toch niet zo) willekeurige elementen van zijn
compositie plots zó schril tezamen, dat het bijna Idi i Smotri lijkt.
Meer in de geijkte Rodedeleger-pas staan hier baarden op tegen de
verwijfde koelakken. Hun machine raakt op volle treinsnelheid, richting
futuristische toekomst. De tegenstelling met de lege slow motion van het
begin, hakt er aardig in. Intense op het overdrevene af. Zelfs de
paarden spreken. 'Wij snellen op 24 benen vooruit!' Dozhenko beent op
zijn best wanneer alle mensen, al te menselijk (stil) vallen. De laatste
stuiptrekking van een accordeon. De holle blik van de gedoemden. Een
man met robocop-mimiek vuurt. 'Laat, laat, laat het zijn'.
Ringu
'Extra innings, they'll be late.' Vroeger
zaten de kids de hele dag voor de tv ('tutfut'). Zeker als de ouders
wegens de honkbal laat thuis kwamen. Ringu diende zich aan als
oplossing. Hoeveel gemene vaders zouden hun kroost een VCR hebben
toegeschoven? Moet je kijken wat er gebeurt, als je teveel kijkt! Het
meta-gegeven werkt weer aardig. Spannend voorspelbaar, je weet dat het
komt, en het komt. Bovendien, wat is er nou neurotischer dan een
videostill milliseconde voor milliseconde moeten bestuderen.
Toepasselijk dus dat het enige, échte schrikmoment een verstilde grimas
is. Mij verraste vooral het onderzoeksaspect. Een journaliste, alleen
erop uit. ('Dit is gestoord'). Het scenario laat haar Zodiac-rustig
puzzelen. De behekste video zelf brengt tarkovskiaanse vaagheid. Ik
kreeg er foetus-associaties van. (Zoiets zegt vast meer over mij.) In elk geval
zien we een put, een Van Eyckiaanse huwelijksspiegel, en zijn er genoeg
verwrongen kinderen on and off screen. Het zoontje van de
onderzoeksjournaliste wordt magnetisch richting doodsbesef getrokken.
Het boze kind heerst, in de goede freudiaanse traditie. Voor het einde
gaat men het helaas minder in Cronenbergland zoeken, en alsnog back to
nature. Dat fokt met de warrige les. Niks, video killed the horrorstar.
Hometaping is saving people! Tijd voor een versie met torrents. 'You
saw it.'
Labels:
films uit de jaren '90,
Hideo Nakata
woensdag 15 augustus 2018
The Great Mughal
'Happiness is a fool's emotion.'
Werd hoog tijd, my very first real Bollywood picture. Hun classics zijn vaak lastig
op te sporen, en als je er een te pakken krijgt, is er altijd wat mee. Hier
lijkt het gerestaureerde epos fanatiek onder de noise reduction filter
te zijn gelegd. Alle roomtone eruit, de personages schetteren op Wesley
Sonck-volume. Beter geslaagd, wat zeg ik, hallucinant goed gedaan, is de
inkleuring. Ik kan me het origineel nauwelijks in zwart-wit voorstellen.
Het paleis van de Mughals schittert in duizend kleurtjes. Er zijn
prachtige shots van draaiende jurken, gespiegeld in honderdduizend
mozaïeken. Elk meisje van top tot teen gewassen met Ariel powertabs. Het
operaverhaal wordt verteld door de natie zelf. Hindustan. De godheid
toont de kijkers de worsteling van een oude islamitische heerser met
zijn zoon – en zijn vermaledijde principes. 'The prince began to
develop certain tastes.' Zoonlief moet en zal een slavin huwen. Drie uur aan
drama vormt het logische vervolg. Veel gedreig met zelfmoord, en rijen
aan stoere sitar-halzen. Aan de piepstemmetjes zal ik nooit wennen, maar
op ritmisch gebied smaken de delicatessen. Wat is de tabla toch een
mysterieus stuwend instrument. In de mooiste scene spiekt de prins
achter het doek, naar het (stand)beeld. Altijd gevaarlijk in de
platoons-islamitische traditie. En wat staat daar? Zijn gedoemde vrouw.
'Lijd, maar niet met tranen.'
Labels:
films uit de jaren '60,
K. Asif
Gladiator
'They
love a barbarian.' Ik zou wel eens een serieuze film over de Romeinse
tijd willen zien, waar de geur van garum je tegemoet slaat. (Nou ja.)
Een drama zónder gemat, gekonkel en perversiteiten. Die drie Romeinse clichés worden hier weer moeiteloos afgevinkt. Deze matfilm met
Mocro-bontkraagje Russell Crowe baadt in budget en dus in bijpassende
grandeur. Ook dat is Romeins, natuurlijk. Het meest pompeuze rijk, aan
het veroveren om het veroveren. Zelfs de 'wijze' filosoof-koning Marcus
Aurelius doet mee. Hij zal de democratie wel zijn gaan brengen...
Latinisten hadden gejubeld wanneer Mel Gibson regisseerde, maar Ridley
Scott houdt het makkelijk. Veel slowmotion, veel bloed, en als
verhaaltje een Shakespeariaans koningsdrama. De personages weten het
zelf. 'This is pleasant fiction, isn't it.' Meer dan dat, 'a striking
story.' Tijdens een van de vermakelijkste momenten moet de verbannen
soldaat Crowe als gladiator meedoen aan een re-enactment van Spartacus.
Zo'n beetje zijn eigen doel! En een verwijzing die iedereen snapt. De
arena-gevechten zijn de WWF van hun de oudheid, inclusief crowdwinning
fascisme. Mij viel vooral het 'maximus' geluidsdesign op. Een keer
schrok ik zelfs. Voor het bijlpuntje melancholie zijn er de Elyisian
fields forever. Toch een aardig aureliaanse aai van acceptatie. 'There
is always someone left to fight.'
Labels:
films uit de jaren '00,
Ridley Scott
El Cochecito
'Het is nog beter dan echte benen.'
Een sterk verhaal van alledaagse gekte, laat dat maar aan Marco Ferreri
over! Met een scootmobiel voelen oude mannetjes zich weer helemaal Easy
Rider. Ultramoderno. Ik speurde nog een tijdje naar een Franco subtekst
(Where's Wally in Spanje), maar vermoed dat de bejaarden het prima zonder hem
konden stellen. Fools uit laatste bravoure. De hoofdpersoon woont al
klagend, steunend en, naar eigen zeggen, niet meer zo goed benend, bij
zijn hysterische familie in. Hij is niet de enige. Madrid eind jaren
vijftig, dat betekent inpandige boerderijdieren, een inpandig kantoor, en
inpandige opa dus. Umberto D, zonder sociaal neorealisme, mét familie,
maar net zo eenzaam. Zelfs het gewenste vleugje tragiek komt nog
tevoorschijn piepen – al blijft dit verder een banjokomedie, vol
bunueleske invalidehumor. Bij een overduidelijke debiel: 'Je zou het
niet zeggen, maar hij is een beetje raar.' Bij zoonlief de advocaat:
'Mira los textos legalos!' 'Ik heb mijn bril niet op.' Laatst liep (!)
ik zelf door een winkelcentrum, toen een winkelbediende een stokoude
dame nariep: 'mevrouw u vergeet u rollator!' Als je dat óók grappig
vindt, heeft El Cochecito heel wat te bieden. Wanneer ik volgens
de maatschappij niets meer ben, laat me dan in elk geval slachtoffer
zijn. 'Je kan er je hele leven in blijven zitten.'
Labels:
films uit de jaren '60,
Marco Ferreri
dinsdag 14 augustus 2018
The Magnificent Seven
'Nowadays
men are cheaper than guns.' Tot mijn eigen verbazing had ik deze remake
nog niet gezien. De Sturges-versie is toch bijna zo klassiek als het
origineel van Kurosawa; en hij en zijn scenarist hebben de boel dan ook
met gepast respect aangepakt. Het script zit secuur in elkaar, en werkt
prima in Amerika. Misschien dat het Wilde Westen nog wel een extra laag
dubbelzinnigheid aanbrengt. De triomfmuziek van Bernstein, de weidse
frontier-landschappen, en de aloude Amerikaanse shoot-out mentaliteit, ze doen allemaal een keiharde machofilm vol actie verwachten. En wat te
denken van de verzameling mannetjesputters - Branson! Coburn! McQueen! - die de 'samoerai' spelen? Het slimme is, zij moeten dus allemaal hun
softe kant aanspreken. Eenzaam, gedoemd, en soms zelfs onverbloemd
panikerend. Dit is een actiefilm tégen de actie. Met wat goede wil zelfs
pacifistisch. De lolligste fase blijft de 'gunmen idols', met drie
Mexican farmers op de 'jurystoelen'. Ik stelde me nog een (nu
altmaneske) remake voor, waarin we een handvol korte, persoonlijke
verhalen over de gunmen zouden zien. Dan zou het alléén nog maar over de
achtergrond gaan, en niet langer over het gevecht, dat hier in feite
ook geen kwart van de film in beslag neemt. De boodschap blijft
duidelijk. 'Only the farmers have won, they remain forever.'
Labels:
films uit de jaren '60,
John Sturges
Moulin Rouge!
'Yes we can, cancan!' Daar had
Obama het dus vandaan. Nou ja, zo origineel was de kreet hier vast ook
al niet (meer). Postmodernist Baz Luhrmann lééft van het on-originele. De
vrolijke ADD-erudiet is helemaal bij de tijd. Zijn potpourri
barst uit elkaar van de melodieën. Hit na hit gaat in de blender.
Pophits wel te verstaan. Op zijn liefde voor de film bleef het wachten,
al kan dat door mijn blinde vlek voor Bollywood komen. Binnen een paar
minuten wordt hier ironisch genoeg gesuggereerd dat een handvol
kunstvormen 'echter' zijn dan film. Met de gepijnigde schrijver voorop.
Film blijft dan vooral een toverpot waar je dingen in kan gooien, en
niet de inhoud zelve. De kern riekt naar braaf conservatief escapisme.
Maar snel over de liedjes dus. Met voor ieder wat wils. Mijn favoriet:
Lamb! (Hoeveel centjes zou dat aantikken bij Lou en co?) Het was net te
vroeg voor een The Avalanches-knipoog, maar stel je voor. 'Since I left
you, I found a world so new'. Het had zomaar gekund, Aussies onder elkaar. Nicole Kidman vindt als
material girl de man met het old school kuiltje: big boi Ewan McGregor
(wedden dat Baz van The Pillow Book genoot.) De twee kirren wat af, tot
mijn grens wordt bereikt. Oversaturatie op alle vlakken. Gelukkig
blijven de mash-ups geinig, als een flauwe Hans Liberg-show in de
Efteling. De XL-variant, met pop-corn. 'You'll be dumb with wonderment.'
Labels:
Baz Luhrmann,
films uit de jaren '00
Der Golem, Wie Er in die Welt Kam
Wat
een titel. Magisch op zich. Geen vraag, en toch een raadsel dat
gedachten doet groeien. Er worden hier heel wat vooruitziende zaadjes
geplant in de klei der cinema. De kiemen ontschieten. Regisseur Wegener
deed – als een echte auteur – veel zelf, en speelde dus ook de 'schurk'.
Voor het zover is, boeien de locaties. Een angstaanjagend grote poort
sluit de joden op in hun middeleeuwse getto. Visioenen van de Exodus
volgen. 'De sterren voorspellen ellende', zegt de ene rabbi tegen de
ander, en de kijker voelt het mee, de toekomst kennende. Alsof alleen
een mirakel hen kon redden. En in deze film lijkt dat te komen. Een oude
baardmans knutselt lekker fout-mystiek aan de Golem (met hulp van wat
scriptures). Uit aanwijzingen van de sterren groeit de Joden-ster. De
oerkracht van de mens-machine zit op diens borst! De Golem lijkt (vooral
wanneer hij uitgeschakeld staat) wonderlijk veel op een standbeeld van
de pompeus vette Ongelovige, David Hume. Maar wanneer hij tot leven komt
en in foute handen valt... Bruut verwrongen gaat de mensch-machine aan
de wandel. Daar helpen geen bekloppingen meer tegen. In een waanzinnig
shot bidt een ganse sjoel tot de Here. Hun losgeslagen helper wil echter
geen kwaad doen. Hij wil zoals alle Frankensteins het meest
natuurlijke. Moeder de vrouw, en het kind. 'Awake the sleeping brethren.'
Labels:
Carl Boese,
films uit de jaren 1920,
Paul Wegener
maandag 13 augustus 2018
Une Femme Mariée
'Het is de ideale positie voor
de bioscoopbezoeker.' Mensenhater Godard waarschuwt van tevoren voor een
fragmentarische film, maar in feite maakt hij het de kijker
gemakkelijk. Voor zijn doen dan! Dichter bij een Bertolucci zal
'JL' niet vaak gekomen zijn. Puur Tumblr-plaatjes-fetisjme. Een echte
seksfilm (zonder seks). Anderhalf uur lang bekijken we een kindvrouwtje
met een hoofd als een hartje. Godard houdt echter vooral van haar
vlekkeloze rug. Eindeloos wordt Macha Meril ge(n)aaid, door haar amants:
een piloot-echtgenoot en de acteur-lover. Overspel maakt mensen kinky.
(En het levert ook nog een rake okselhaartheorie op, voor de echte
liefhebber.) De dame zelf houdt het glad, ongetwijfeld beïnvloed door
middlebrow-verveling – mensen met teveel tijd voor teveel gesleutel.
Shoppings en spulletjes, niemand ontkomt aan de macht van de
Reclamefolder. Zelfs Godard niet, vond ik. Zo blijft het verschil tussen
la femme als 'beaute comme idee' en een lustobject, hier een slank
lijntje. Intrigerend modernistisch voelt dan weer wel de auschwitziaanse
(!) onderstroom. De raison ardante zoemt op de achtergrond mee. Kop in
het zand, schuld bestaat nooit in het Nu. Vandaag de dag denken we aan
het juiste slipje, het uniform van de massa. Zolang je maar voor De Daad
de handen wast, kan er niks gebeuren. 'Vous le fermez avec deux doigts!'
Labels:
films uit de jaren '60,
Jean-Luc Godard
The Travelling Players
'Ons
is weer een zwakke vrijheid beloofd.' Tijd verstrijkt terwijl je
kijkt-film. Zo langzaam, en zoveel uren, dat de ene tijd de ander lijkt,
en vervolgens wordt. Een vloeiend heden-verleden, waarin elke zeer
zeldzame cut door de ziel snijdt. Angelopoulos gebruikt een reizend
theatergezelschap om de Griekse complicaties van de Tweede Wereldoorlog
uit de doeken te doen, en vervolgens weer in te zwachtelen. Volgens mij
heeft Hou Hsiao-hsien goed opgelet toen hij hiernaar keek. De Taiwanees
deelt de appreciatie voor milde kleuren en natuurlijk licht, maar
bovenal een beeldpolitiek van serene schreden - met in zijn geval een
Puppetmaster als meta-vehikel. Angelopoulos laat de politieke realiteit
de schijnwereld van het theater infiltreren, keer op keer opnieuw. Soms
is dat magisch, soms doodsaai. Pijn en genot liggen zowel voor de
personages als voor de kijker weer eens dicht bij elkaar. Een paar uur
(van de vier!) blijft Theo aan de goede kant van de lijn, en schildert
hij een wereld met zorgvuldige tracking shots, die maar door en
door-zweven. Spannende sequenties vinden plaats rond soldaten op verlof,
vernederende stripteases, en de vele dansen en strijdliederen. Het
nieuwsjaarsfuif alleen al! Bijna zo ambitieus als een Cimino-film. Neen,
ambitieuzer. Politiek wordt hier heel persoonlijk. De massa een
individu. 'Act'.
Hyènes
'I only drink Simon Leynan Calvados now.'
Dürrenmatt wordt zonder problemen (of cultural appropriation-gezanik)
naar Afrika overgeplaatst. Het zegt wat over de kracht van zijn
toneelstuk, en de klasse van regisseur Mambety. Misschien wel de meest
mythische Afrikaanse regisseur. De man 'zweeg' na het geniale Touki
Bouki twintig jaar lang. Tot deze adaptatie van Der Besuch der Alten
Dame. Op het Afrikaanse platteland gaat eerst alles zijn gangetje.
Gepingel en gezang in de 'kleine kneipe'. Dan verschijnt de oude dame.
Rijker dan de wereldbank. De vrouw met het gouden been keert terug naar
haar geboortedorp. Een zeer postkoloniaal thema, dat hier uit eerste
hand wordt verteld. Een verwrongen herontdekking van alle 'firsts' uit
haar leven, die alleen op 'last' kan uitlopen. Argusogen en scheve
blikken. Maar dit keer wordt die grimmigheid bewust gezocht. Zelfs door
de terugkeerder. De wijsheid van de folk tale gekruid met formaneske
spotzucht (en zwarte humor...). Het recht zou niet te koop moeten zijn,
maar ja... Tijdens de beste van véle symbolische momenten kijkt de gedoemde kroegbaas in een kerk naar een splinternieuwe Sony. En wat ziet
hij? Beelden van uitgemergelde Afrikanen. Griekse tragedie ontmoet
vileine humor. Multi-cultureel, dus universeel. 'Life made me a whore,
and now I'l make the world a brothel.'
zondag 12 augustus 2018
Fahrenheit 9/11
'I
guess you can probably see where this is leading.' Wat doet deze
documentaire alweer anachronistisch aan. Het komt door die Bush-haat. De
weerzin die de man oproept, het lijkt bijna onwerkelijk, nu 'we' een
nog grotere klootzak in het Witte Huis hebben. Ook een luie golfer
trouwens. Hoeveel vreselijke presidenten kan een land aan voor het ten
gronde gaat? Michael Moore voorspelde Trumps verkiezing correct – en met
de rake redenen – maar deze politieke docu is geen Roger and Me. Zijn polemiek blijft
oppervlakkig, soms hypocriet hak op de tak. Van mij had ie de hele docu
bij The House of Saud mogen postvatten. Net The Game of Thrones. Durfde
hij soms niet? Even bij de ambassade drentelen en de politie staat
alweer voor zijn neus. De regering Bush boog diep voor de Saoedi's, die
oliemannetjes zijn overal, net als de zakelijke belangen. Twee 'feiten'
die me bijblijven. Vlak ná 9/11 werden alle Bin Ladens uit 'Murikah'
gesmokkeld door de CIA. Zií moesten buiten schot blijven. En op een
ander vlak: elke Amerikaanse president heeft tot diens dood recht op CIA
briefings. Wat je daar allemaal mee kan! Zodra de Irak-oorlog uitbarst,
wordt de docu rap minder. Coalition of the Willing, het klinkt zo
prachtig koraniaans. Allemaal subiet verdrongen, net als The Pet Goat. Nare
tijden, oude tijden, maar geen andere. 'Thank you, now watch this
drive.'
Labels:
films uit de jaren '00,
Michael Moore
City on Fire
''Let me kill you in one shot!' Ze
winden er geen doekjes om, die Hongkongers. Gated community, gated
drums. Knal na knal. And bring those synthy saxes too... Een vrolijke
rebelsheid heerst. Het verschil tussen een goede en een slechte knokfilm
is voor mij eigenlijk nauwelijks te maken. Al het slechte wordt stiekem leuk; het
leuke verknalt door het slechte. Lam & Lau. Louche staartjes
sneuvelen achter Psycho-douchegordijnen. Verdachten blijken idioot
handig met handboeien. De undercover-kern van het plot blijft hetzelfde.
Alle Hongkong-films hadden als The Departed kunnen worden overgedaan.
Iedere dag een IRT-affaire. Het geweld wordt goed hard getoond, geen
Amerikaanse flauwigheid op dát vlak. Maar het plotje ontvouwt zich
helaas met onhandige sprongetjes. Een paar minuten na een heist weet de
inspector al dat precies zes gemaskerde overvallers exact 1.2 miljoen
aan juwelen hebben gegapt. Dergelijke crimescenes worden afgewisseld met
onwaarschijnlijk aanstellerige humor. Wanneer the two elements elkaar
op een of andere manier kruisen, werkt het wel. Zo weet het hoofdpersonage
(een dikke goofball cop) op geniale wijze extra snelheid te maken... via
een roltrapleuning. Typisch. Geen goede film, but I would like to play
in one. En het hele gedoe? Om een paar pistolen. (Oké, en een moord.)
'They killed, I packed.'
Labels:
films uit de jaren '80,
Ringo Lam
Black God, White Devil
'This pain
grows in the sun.' Net als de verwarring. Glauber Rocha filmt het
zonovergoten frontierland van Brazilie als een compromisloze
theoreticus. In zwart-wit zo ijl, dat het meer ziek dan aards wordt. Hij
opent zijn 'western' met een kadaver. Zelfs de beesten begeven het,
opgeslokt door de leegte. We zien een middeleeuwse herder met
Tarr-achtige ambachtelijkheid zijn maaltje malen. Het zweet des
aanschijns parelt op zijn gezicht, en op dat van zijn vrouw. Er lijkt
genoeg stof aanwezig voor urenlang lijden. Twee modernistische
mood-swings later en de outsider is veranderd in een outlaw. De botte
armoede verruilt voor scherpe woede. Dankzij de bizarre – en soms gewoon
grappige – soundtrackkeuzes kon ik die switch nog aardig volgen. Rocha zal
er zelf wel een dialectische theorie over hebben. Triomfantelijke
orkestmuziek begeleidt machiavellistisch katholicisme, rammelende folk
introduceert klassieke folklore-helden. Want ineens verschijnt daar
Antiono dos Mortes, bandietendwinger. Hij transcendeert de corrupte troost van revoluties. Zalig zijn
de armen van... centen. De cangaceiros veruitwendigden hun
gangsta-mentaliteit aan de rinkelende rand van een gekrulde hoed. Pedro
Costa zal deze hermetische exegese wel tot zijn favorieten rekenen. Ik niet. 'I
think destiny turned out well.'
Labels:
films uit de jaren '60,
Glauber Rocha
zaterdag 11 augustus 2018
The Phantom Carriage
'You gentlemen are not
afraid of ghosts, I hope?' Zweeds double exposure-pareltje uit de jaren
twintig, 'berrated i levande bilder'. De kar des doods rijdt rondt en
haalt de laatste zielen van het jaar op. De beste tijd om over de
donkerste moraal na te denken. Regisseur Victor Sjostrom speelt zelf de
hoofdrol. Eerst lijkt ie slechts de gedoemde verhalenverteller, maar
daarna ontpopt hij zich met smaak tot een der grootste klootzakken uit
de filmgeschiedenis. Ook met de beelden zit het snor. Kil-blauw getinte
nachten, en vaal-gele kamers, tonen schone stervenden, sjofele zwervers
en schaamteloze tuberculozen. Dat is het mooie aan die Swedish whispers.
Zelfs aan het begin van de cinema waren ze al gewel(dad)ig suïcidaal.
De rook van een sigaret wijst vooruit naar de rook uit de revolver.
Verhaal in verhaal in verhaal volgt, aaneengeregen tot een majestueuze
parelketting. Tijdens de beste sequentie meldt zwerver Sjöström zich op
een 'slum station'. Hij wil alleen een bed, maar het zustertje ziet zijn
jas, en zet zich aan zijn nachtwerk. Zo hartverscheurend, omdat we
weten wat voor slechtheid er in die jas woekert. De soundtrack weent al.
'Jesus blood never failed me yet'. Het liedje klinkt niet, maar in mijn
hart wel. Gruwelijke voorzienigheid. Dit is een godsvrucht voor de
cinema, vraag maar aan Kubrick en Bergman. 'A strict master named
death'.
La Batalla de Chile
Labels:
films uit de jaren '70,
Patricio Guzmán
Pin Up Girl
'Tell us more, oh
teacher.' Ik beloof dat ik de komende tijd niet al mijn filmstukjes aan Mark Cousins op zal gaan hangen, maar hier moet worden
opgemerkt dat níet al zijn keuzes tips zijn. Bewust. Een docu-reeks als
The Story of Film vereist ook 'negatieve illustraties', en af en toe heb
ik die gewoon opgeschreven. (Je bent cinefiel of niet!) Pin Up Girl is
een broddelwerkje uit de bubblegum-Droomfabriek, door Cousins
toepasselijk 'de Bobbel' genoemd. Kop in het zand, hand in de broek,
tijdens de oorlogsjaren. Langbenige Betsy Garble speelt een soppende
stenografe, die het leger, leger achterlaat. Dwarrelend door
neon-nachtclubs kijken de matrozen hun ogen uit. A world in close
harmony. Garble speelt zichzelf, de peroxide blonde
bombshell. Tijdens de film laat ze iedere fictie-pretentie langzaam los.
Het pornografische dubbelgangersplotje kon zélfs de makers blijkbaar
niet boeien. Jammer, want in tegenstelling tot haar 'lelijke'
vriendinnetje (bebrild) gaat Garble er juist aanzienlijk op vooruit, met
stenografenbril. Wij moeten het til' the happy end vooral doen op
militair tapwerk. De big parade en the big guns. 'Both your hands full.'
En altijd zwelgt zo'n massaal hemels koor op de soundtrack, de
puriteinse counter bij al te aardse genoegens. 'I like being nice to the
boys in the service.'
vrijdag 10 augustus 2018
Aelita
'Touch me again with your lips on my
mouth, like they do on earth.' Stokoude films worden een soort
Eboman-producten. Rechtenvrije sample-pools. Iedereen kan ermee aan de
slag. Lang leve de sci-fi fantasy die het internet vormt!Van Aelita
maakte een nerd een versie met (oké, onorgineel) Philip Glass-muziek. Toepasselijk wél, want
Aelita geldt als – Cousins-voice – 'one of the first sci-fi fantasy
films'. Op aarde 'arriveert' een message from space. De meest
radio-ontvangers gooien de boodschap weg, maar de nieuwe, trotse Sovjets
gaan Gaga. 'Pass it along to the Bureau of Deciphering'. Een
Strugatsky-achtige puzzelaar droomt zich al naar een planeet vol
knutseldecors en geodriehoeken. De depri wetenschapper ontvlucht zo zijn
losbandige vrouw in even lustige gedachten. Want dat is het mooie aan
sci-fi, natuurlijk. Er kan (en mag) altijd meer. De erotica van de Ander laat je
kijken naar je eigen seksualiteit. De vrolijke obscene pakjes komen
moeiteloos langs de censor wegens inheemse kwaliteiten. Jammer genoeg
gaat Aelita niet alleen over de prinses, en haar droom-wetenschapper met
de melancholieke treinreizigerskop. Er zijn verwarrend veel registers.
Vermakelijk, maar goed is de film enkel op Mars, waar afgekeurde
arbeiders auschwitiziaans worden 'opgeborgen'. Dus de Sovjets ontketenen
een revolutie. Metaphors on Mars. 'And the dream took hold of him
again.'
Labels:
films uit de jaren 1920,
Yakov Protazanov
Le Sang d'un Poète
'Every
poem is a coat of arms, it must be deciphered.' Freudiaanse
hoofd-mond-film van cryptokraker Jean Cocteau. De 'cock de la classe'
meent helaas weer veel te moeten verknallen met zijn potsierlijke stem,
maar zolang hij in surrealistische beelden dealt, kan ik redelijk mee.
Vijftig minuten duurt het werk slechts, dus telt elke minuut dubbel.
Cinema de dada. Een gespierde macho-schilder vindt zichzelf terug in een
ongemakkelijke situatie. Kunst zal altijd spreken, en zíjn kunst
spreekt terug. Even later heeft hij een mond op zijn arm, en chaos in
zijn hoofd. Dorian Gray had het een stuk gemakkelijker... Cocteau loopt
vooruit op Cronenbergiaanse body horror en doet ook nog zijn eigen Last
Movie, gevangen 'par mon propre film.' In het beroemdste shot dondert de kunstenaar dóór het symbool der meta-magie,
de spiegel. Achter de schermen kan hij enkel via peepholes toekijken.
Naar wat precies, dat moet men mij niet vragen. De villa volta van de
avant-garde draait zijn mortale rondjes voor de eeuwigheid. Ik raakte na
twintig minuten verdwaald, dus zal mijn mond houden. 'Fermer la bouche
d'un blessé.' Laat Cocteau maar een lang-lang-korte neus maken naar de
Onbegrijpers. Radicaliteit kan 'm niet ontzegd worden. Zijn film is
zelfs al genderfluïde! 'Vous êtes un homme perdu.'
Labels:
films uit de jaren '30,
Jean Cocteau
The Last Movie
'What's your reference!?' De grens
tussen pretentie en dronkenschap blijkt lastig te trekken. Voor de
kijker, en voor Dennis Hopper. Het enfant terrible krijgt zijn ogen hier
nauwelijks geopend, alsof hij hoopte dat dit werkelijk zijn Laatste
Film zou zijn. Struinend door een Herzogiaans gekte-land, maken hij en
zijn crew een film about film. Een luchtspiegeling die aardig
vooruitloopt op andere meesters van het Zuid-Amerikaanse Onbegrip (of
Onbegrijpen) zoals Regeydas. 'You boys better watch yourselves out
there.' De Amerikaanse cinema werd volwassen in de gouden jaren
zeventig, dus kon het grote deconstructie-proces beginnen. Over The Last
Movie zullen vele driftige, in academisch goud gegoten scripties
geschreven zijn. Hier eindigt niet slechts een western-'era', maar een
heel medium. De nu postmoderne touwtjes hangen voor iedereen duidelijk in zicht. Maar
breken ze ook? Misschien heb ik dat gefantaseerd. (The death of a
Stuntman.) Ik tunede vooral in op de folksongs, die ome Dennis lijken
toe te spreken, terwijl hij uit ramen staart. In de verte spelen
silhouetten. Zijn fantoomfilm glipt uit zijn handen en eindigt met een
vroege straftocht tegen cultural appropriation. El Gringo krijgt
billenkoek. Jodorowsky zou zeggen: Kill your movie! (En Hopper deed een dappere
poging). 'This is just for drama.'
Labels:
Dennis Hopper,
films uit de jaren '70
Abonneren op:
Posts (Atom)