donderdag 30 augustus 2018
The Lodger, a Story of the London Fog
'No more peroxide for yours truly.' Van die echt oude, echt lang-levende
regisseurs als Lang, Ford en Hitchcock is heel wat werk verloren
gegaan. Reels aan potentieel magische films. Of pantomime melodrama, dat
kan ook natuurlijk. The Lodger geldt als Hitchcock's eerste
belangrijke film, en het is inderdaad een fijne thriller (wat
anders?). Na het Zwarte Beertjes-titels-design en een munchiaans eerste
shot vat Hitchcock zijn onderwerp stevig bij de hoorns. Een
lustmoordenaar slaat toe in de mist, te midden van de
massa(mentaliteit). 'The seventh golden haired victim.' Een
neurasthenische politie-inspecteur blijkt haast
net zo'n grote viezerik, maar in een sociale context mag dat allemaal
wel. Hij is kind aan huis bij een IT-girl en haar ouders. Zij verhuren
een kamer aan een al even zenuwachtige knaap. Bij de huurdeer vinden we
de winnende touch. De dwangmatigheid van de potentiële psychopaat. Het
niet willen, maar moeten. 'To-night golden curls, to-night golden
curls.' Net als in Zodiac naderen dader en speurder elkaars innerlijk.
De driehoek, toch altijd al de meest pi-kante vorm, fungeert als clue.
Alfredus Sardonicus Hithcock vindt zijn bermuda-driehoek. Er dreigt een
'sexy' moord plaats te vinden... in bad. De vooruitgang van Hitchcock
voltrok zich verticaal, zijn horizon was helder. 'The Lodger made
himself agreeable.'
Labels:
Alfred Hitchcock,
films uit de jaren 1920
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten