dinsdag 14 augustus 2018
Der Golem, Wie Er in die Welt Kam
Wat
een titel. Magisch op zich. Geen vraag, en toch een raadsel dat
gedachten doet groeien. Er worden hier heel wat vooruitziende zaadjes
geplant in de klei der cinema. De kiemen ontschieten. Regisseur Wegener
deed – als een echte auteur – veel zelf, en speelde dus ook de 'schurk'.
Voor het zover is, boeien de locaties. Een angstaanjagend grote poort
sluit de joden op in hun middeleeuwse getto. Visioenen van de Exodus
volgen. 'De sterren voorspellen ellende', zegt de ene rabbi tegen de
ander, en de kijker voelt het mee, de toekomst kennende. Alsof alleen
een mirakel hen kon redden. En in deze film lijkt dat te komen. Een oude
baardmans knutselt lekker fout-mystiek aan de Golem (met hulp van wat
scriptures). Uit aanwijzingen van de sterren groeit de Joden-ster. De
oerkracht van de mens-machine zit op diens borst! De Golem lijkt (vooral
wanneer hij uitgeschakeld staat) wonderlijk veel op een standbeeld van
de pompeus vette Ongelovige, David Hume. Maar wanneer hij tot leven komt
en in foute handen valt... Bruut verwrongen gaat de mensch-machine aan
de wandel. Daar helpen geen bekloppingen meer tegen. In een waanzinnig
shot bidt een ganse sjoel tot de Here. Hun losgeslagen helper wil echter
geen kwaad doen. Hij wil zoals alle Frankensteins het meest
natuurlijke. Moeder de vrouw, en het kind. 'Awake the sleeping brethren.'
Labels:
Carl Boese,
films uit de jaren 1920,
Paul Wegener
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten