'Isn't this just another
showpiece program?' Deze exercitie uit duizenden wordt gered door De
Niro. Een van de laatste keren, dat hij er echt uitzinnig zin in had.
Eigenlijk moeten we dan spreken van een gemiste kans. The Untouchables
gaat immers vooral over de agenten die Al Capone probeerden te pakken,
terwijl de enige leuke rol Al Capone zelf is. Er zit veel Berlusconi in
de manier waarop een vadsige De Niro de gangsterkoning verolkt. De
mentaliteit, de kalende looks, het moment dat Capone met een sardonische
grijns bij de opera (duh!) krokodillentranen vergiet. Heerlijk. Buiten
het theater voelt de film steriel aan. Chicago is een studio-set, en ook de
agentjes zijn van bordkarton. Kevin Costner helpt niet. Zijn interactie
met eega Patricia Clarkson had een vleugje fysieke pijn kunnen bieden,
maar, hun scenes blijven rommelig, zelfs schetsmatig. Na een uur is er
ineens een (nieuwe) baby. Dat was DePalma even vergeten 'op te zetten'.
Morricone deelt in de malaise, met een zeldzaam matige soundtrack. Dan
kan alleen DePalma's visuele klasse hem nog redden. We volgen een
fenomenaal POV-shot bij Sean Connery thuis (een van de 'goede' cops), en
eindigen met een tergend traag opgebouwde Eisenstein-referentie. DePalma
kent zijn fysieke klassiekers, maar dit verhaaltje is te
triomfantelijk, en raakte mij niet. 'I'm just a poor beat cop.'
zaterdag 18 augustus 2018
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten