vrijdag 20 augustus 2010

The Stranger

Als ik me niet vergist de minste Orson Welles die ik heb gezien. Hopelijk blijft het ook de slechtste, want dit is echt vrij dramatisch. Te snel na de Tweede Wereldoorlog gemaakt denk ik, iedereen wordt nog verteerd door haat voor de nazi's. Begrijpelijk, maar het heeft geen goed effect op het acteren. Ergens zegt Edward G Robinson zelfs iets van 'nazi's kunnen zich zelfs als mensen voordoen, als het ze uitkomt'. Alsof het kwaad niet in ons ieder schuilt. Misschien bedoelde Welles het grappig, want een overdreven film is het sowieso. Hij speelt zelf een kampbeul die onder een nieuwe identiteit in een klein Amerikaans stadje woont. Dan haalt het verleden hem in, belanden er lijken in het bos, die klaarblijkelijk maar door de enige in het dorp aanwezige hond kunnen worden gevonden. (Resultaat, dode hond) Laat dat nu net de hond van Orson Welles' jonge vrouw zijn! Het is daar dat de film definitief misloopt, want het arme mens staat halsstarrig achter hem, terwijl de twee geen chemie hebben en Welles volgens mij sowieso niet in staat is om liefde te acteren. Hij is beter als geperverteerde schurk met foute snor, wat ie de rest van de film dus wel is. Robinson (als geheim agent) houdt zich ondertussen met in die tijd populaire Freudiaanse theorietjes en ziet er geen been in om de vrouw als lokaas in te zetten. (Haar vader maalt er ook al niet om!) Aan het eind gaan alle remmen los, wat nog wel voor een vermakelijk slot zorgt. De enige passages die me daarvoor interesseerden speelden zich af in de dorpswinkel annex café, waar een absurd self-service regime heerst. (Je moet zelf achter de bar de koffie tappen) De uitbater interesseert zich eigenlijk alleen voor een potje dammen.

Geen opmerkingen: