donderdag 30 juli 2009

Lacombe Lucien

Louis Malle over de Tweede Wereldoorlog, slecht kan 't in elk geval niet worden. Slecht in kwalitatieve zin dan, want dit keer houdt ie zich op bij de collabo's. Haast bij toeval, want de wat oenige thuis ongewenste boerenjongen Lucien Lacombe verruilt het verzorgingstehuis, waar ie tussen de continu prevelende oudjes (hee) werkt voor de Duitse politie, maar doet dit pas nadat ie is afgewezen door 't verzet! Lucien maakt 't allemaal niks uit en vind 't maar wat stoer, vooral de pistolen en 't geweld dan. (Door de film heen loopt op een spoor van dierengeweld, ooit de kop van een kip met drie vlakke klappen van een hand onthoofd zien worden?) De oorlog is al 'n tijdje aan de gang, eigenlijk hebben de collabo's er aan 't begin van de film al niet zoveel zin meer in. Een van hen perst wat joden af die verscholen in een appartementje zitten. Lucien gaat mee en hij dringt zich op aan zowel pa als diens schone dochter. Lucien drinkt zichzelf moed in en 't meisje is door jarenlange opsluiting ook zo gedesillusioneerd dat ze wel op z'n avances ingaat. Ze heeft ook niet echt een keuze natuurlijk. Dit meandert allemaal door, want Malle neemt hier 130 minuten de tijd. Is niet erg, al valt het einde na een pittoreske 'alles lijkt goed te komen'-sequentie dan toch ineens plotseling.

Geen opmerkingen: