zaterdag 4 augustus 2012
Barry Lyndon
Ja een grof schandaal dat ik deze
altijd nog moest zien. 185 lange minuten hielden me tegen. Onterecht,
natuurlijk, al is Barry Lyndon is vooral een overdonderend esthetisch
genoegen. Het begint al met een 'natureingang'. ('I have hidden my
ribbon somewhere on my body.') Het is maar goed dat ik een cursus
kunstgeschiedenis heb klaarstaan. De ansichtkaarten die daar bij zaten
komen hier tot leven, keer op keer zoomt de camera uit, zodat je het
gevoel krijgt naar een detail uit een schilderij te hebben zitten
kijken, dat eventjes tot leven kwam. En dan de muziek. Drie uur lang barokke strijkjes, allemaal heel verfijnd, betrekkelijk dramaloos. Na
een tijdje hoopte ik stiekem op een scene zónder muziek, gewoon om te
testen hoe dat dan zou voelen. Ryan O'Neal speelt Barry Lyndon, een
soort opportunistische everyman die gedurende een aantal decennia zich
van het Ierse platteland (net niet) richting Engelse adel weet op te
werken. Hij doet dat allemaal met een betrekkelijk uitdrukkingsloos
gezicht (een scene waarin hij – tot ongenoegen van zijn vrouw –
onverstoorbaar aan zijn pijp zit te lurken is tekenend). Veel dialogen
zijn er niet, een voice-over vertelt op fijne licht-ironische toon álles
wat we zien en nog te zien krijgen. Zelfs een fiks aantal battles doet
de soezerigheid niet verdrijven. Maar dan, na de 'rise'. De 'fall'.
Barry Lyndon wenst een vrouw, en krijgt die ook. Eindelijk begon ik echt
iets in de film te zien, het is een Xavier Dolaneske
plaatjessensualiteit, met een hand die uitérst langzaam een andere hand
grijpt. (Denk ook weer aan de klassieke muziek.) Met de vrouw, komt de
(aangenomen) zoon, én het melodrama. Voor mij was die zoon (Leon Vitali)
van cruciaal belang. Eindelijk wat manie, wat Jagger-achtige verwijfde
rockster-gekte. En ja, het laatste duel (een van de velen) is
verschrikkelijk spannend.
Labels:
films uit de jaren '70,
Stanley Kubrick
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten