vrijdag 3 augustus 2012

Payday

Geinig, tijdens de openingsscène van Payday staat een countrybandje in een feesten- en partijenzaal, maar na een minuutje merk je; die zanger is helemaal niet zo goed, en zijn blik is ook al zo opvallend gespeeld serieus en intens. Aha! Het is een acteur, de film gáát over hem. Rip Torn mag dan geen groot zanger wezen, zijn acteren volstaat zonder meer. Cultfilm Payday zit in de Tender Mercies en Crazy Heart-hoek maar is onverbloemd harder en bewust onsympathieker. Rechtser, zou ik haast zeggen. 'Je bent een verwend kind', voegt zijn 'soort van'-vriendin de zanger toe. En dat is deze 'boss hoss'. Een redneck-achtige egoïst, met niemand rekening houdend. Vergeleken met Crazy Heart zijn de gebeurtenissen aanvankelijk kleiner, zonder het melodrama. Dat een groupie eerst met een ander bandlid moet doen, voor ze in de buurt van de zanger mag verkeren. Gerommel met drugs, informeren naar elkaars soa's, en het inspecteren van andersoortige rommel bij je moeder. Toeren is naast het musiceren toch vooral jongens onder elkaar, een beetje kaarten, en kloten met mobiele auto-telefoons. (Ja, in de seventies.) Het gekibbel tussen manager en ster ('get me out of here!') is erg goed getroffen, net zoals de slaafse chauffeur – in feite de mannelijke groupie. Maar naarmate de film vordert, en de pil-inname stijgt krijgt Payday alsnog trekken van een grootse tragedie. Ik vond dat ietwat onnodig. Al sloot dat wel goed aan bij hoe het gros van de cast acteert. En het einde. Iedereen geeft eigenlijk nét iets te veel gas. Een boeiende countryositeit dus.

Geen opmerkingen: