donderdag 9 augustus 2012
The Gambler
Meta-grapje met betrekking op Ossessione: hier zingt een zwerver op straat wat opera. En het wekt toch vooral
een dronken indruk... Het is een van de 'sfeermomentjes' die in The
Gambler goedverzorgd zijn, zoals altijd wel in seventies-Hollywood.
Lange slanke dames, kerels met vijf knoopjes van de blouse open, Het New
York van Hal Ashby, 'Glassiaanse' Mahler op de soundtrack, én geen angst
voor intellect. Coked up James Caan speelt een professor, in English,
maar hij heeft het – niet toevallig – ook over Dostojevski. Erg
overtuigend als leraar is Caan niet, ik kreeg er geen uitleg-kriebels
van, maar als de gokker is Caan wél op zijn plaats. En daar gaat de film
dan ook vooral over. Gokken als je geld hebt is geen gokken meer,
eigenlijk is het alleen maar leuk als er zoveel mogelijk op het spel
staat. Een eenvoudige waarheid, hier met overgave in praktijk gebracht.
Niet alleen in de casino's van Vegas, maar ook op basketbalveldjes in de
zwarte slums. Het opkomende Afro-Amerikaanse zelfbewustzijn speelt een
belangrijke rol. En uiteindelijk hangt Caans leven daar zelf op alle
mogelijke manieren vanaf. Tegen die tijd begint zich het gebrek
aan geslaagde dialogen te wreken. Die zitten allemaal in het begin (onder
andere met zijn moeder). Ook de allerstoerste scene komt al vroeg. Caan
wordt opgepikt door een Tenten-achtige loan shark. Een Wallace
Shawn-mannetje dat de relaxedheid zelve is, en ook goedmoedig lijkt.
Maar dan komen ze bij de 'klant'. Na gedane zaken pakt Caan de pols van
de schuld-inner. 'You didn't miss a beat'. Het Carmen-achtige
opera-einde mist trouwens een waanzinnig mooie kans op een 'freeze
frame', er is nota bene wél een beetje slow motion op dat moment.
Misschien moet de kijker zelf op pauze drukken. Dertig seconden later
komt de freeze alsnog.
Labels:
films uit de jaren '70,
Karel Reisz
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten