donderdag 9 augustus 2012
Belle de Jour
Er worden tien films van Buñuel uitgebreid in het Blackbook Of Movies besproken, maar deze niet. Dat
terwijl het toch zijn allerbekendste is. De enige Buñuel waarvan ik had
gehoord, vóór ik filmnerd werd. Dat is simpelweg een kwestie van
taboedoorbrekend, en meer niet, valt al snel te merken. Het eerste
probleem is Christine Deneuve, het levende standbeeld heeft op zich wel
de looks van een Wassenaars prinsesje, de desperate huisvrouw
die zich thuis zit te vervelen. Niets suggereert in haar mimiek echter
de zín om een hoer te spelen, en het scenario vind ik haar daar ook niet
bij helpen. Het ene moment vlucht ze weg uit het erotisch maisonnetje, het
volgende moment komt ze plots vrolijk babbelend weer terug. (Daarvoor
zweeg ze als het graf.) Het bordeel is wél leuk. Een simpel
appartementje met een paar meisjes en hun madame. Het is eigenlijk
vreemd dat de madame niet zelf meedoet/werkt, al ontwikkelt ze wel een
zekere interesse in Belle. De mannen die het maison bezoeken zijn stuk
voor stuk komisch, maar worden humaan genoeg in beeld gebracht. De
gynaecoloog met een butler-fantasie, het is net Lars von Trier met
nepsnor en bril. Lijkt me ook echt iets voor hem. De ondoorgrondelijke
reactie van het personage van Deneuve: 'Hoe kan men zo laag zinken?'
Labels:
films uit de jaren '60,
Luis Buñuel
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten