dinsdag 14 augustus 2012

Mon Oncle Antoine

Heerlijke Canadese film. Het is dat de wereld van Louis Malle vaak zeer upper-class is, anders kon die vergelijking hier weer uit de kast. Romantisch, nostalgisch, zelfs een beetje sentimenteel, maar met zoveel klasse gedaan dat je vanzelf smelt. En dat terwijl het 'putje winter' is en de personages zich met flessen Bols door de ijsvlakten van Quebec slepen. In het begin lijkt het héle dorp onderwerp van de film, als een soort Winesburg, Ohio. We zien dan enkel nog flitsen. Een vader die met tegenzin in een of andere erts-industrie werkt, zijn arme kindjes, zijn frustraties. En in 'de bebouwde kom' de extended family van het enige winkeltje. (Een zaak in álles, van doodskisten tot bruidssluiers). Al snel concentreert de film zich vooral daarop. En da's niet erg. In de winkel treffen we een gladde bediende, met een oogje op de eigenares. Haar man is de Antoine uit de titel, een zuipschuit. Het mooist van alles zijn de 'kiendjes' natuurlijk. Het neefje is een vroegoud kereltje (Mitt Liv som Hund, maar dan een paar jaar later) in sommige shots lijkt hij wel 30, het zal zijn tanigheid zijn. Hij bewondert het inwonende meisje, en meer dan dat. De twee rollebollen op zolder, ergens tussen 'is het nou leuk, liefde of vindt het meisje het vervelend'. Alles is ambigu, en dat geldt ook voor de relatie van de drie volwassenen in huis. Intussen zijn de kerstvoorbereidingen in volle gang, zelfs het openen van de versierde etalage is een waar evenement. Dit is een echte 'folk'-film, dus wordt er gezongen. In de tweede helft slaat de dood toe, en volgt voor Antoine en zijn neefje een barre louterende tocht, eindigend in een erotische koortsdroom. Van mij had het verwachte Truffautische 'freeze' (!) frame daar mogen komen. Het komt alsnog. Prima.

Geen opmerkingen: