maandag 6 augustus 2012
The Anderson Tapes
Typisch fijn jaren
'70-product. Feiten, schmeiten, voor mijn gevoel ging het zo:
Hollywoodproducers wilden een komische heist-film maken, denk aan
Ocean's Eleven e.d. – waarvoor ze een kundige indieregisseur als Sidney
Lumet inhuurden. Die had echter héle andere plannetjes. Hij dikt de
tragische gangster-aspecten stevig aan, en neemt Quincy Jones mee voor wat weirde muziek. De synthesizer-soundtrack accentueert de angst
voor alziende beveiligingscamera's en een samenleving waarin iedereen
wordt afgeluisterd. En dat nog vóór Watergate. Bij elk microfoontje dat
in beeld komt laat Quincy een 'PRWIIIEEET' klinken. Het eindresultaat
blijft logischerwijs ergens halverwege al die elementen steken, en in
combinatie levert dat een vervreemdend soort koelte op. Sean Connery is
de Clooney van de film, hij wordt na tien jaar uit de bajes vrijgelaten en
begint meteen aan een nieuwe klus. 'I haven't been laid for ten years. '
Zijn Zweedsige vriendinnetje: 'hehehehe'. Boze Sean: 'hehe, shit!'
Daarna is het tijd om een nieuw team samen te stellen. Daar treffen we
ook 'the kid', een eerste rol voor Christopher Walken (aanstekelijk
goedgemutst als altijd), maar erg veel dialogen krijgt hij na een leuk begin
niet. De heist zelf bestaat uit het 'strippen' van een peperduur
appartementencomplex. Daar wordt de film echt goed, al is het maar omdat
je als kijker dit keer geen flauw idee hebt wat je moet verwachten. It
comes down to een soort verknipte waarschuwing tegen de politie-staat,
en denkend aan die juwelier die laatst bij een overval werd gedood – die
camera's hielpen naadje.
Labels:
films uit de jaren '70,
Sidney Lumet
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten