zondag 1 augustus 2010
De Battre Mon Coeur S'Est Arrêté
De Rus. Als er op deze lastig getitelde film iets cruciaals is aan te merken is het dat personage wel. Het zal, Un Prophète indachtig, Audiard's fascinatie voor gangsters zijn. Maar met de entree van deze Minskov forceert hij de film een beetje, maakt het te groot en dramatisch. Het eerste half uur, misschien wel langer, is mijn enthousiasme echter grenzeloos. De magere Romain Duris speelt een intense rol die hem als gegoten zit. Hoef je bij hem ook nooit meer aan L'Auberge Espagnole te denken. Constant aan het goochelen met aanstekers, roffelen met zijn handen, koptelefoon op en af, kortom, gespannen alsof ie onder de coke zit. Bijpassende druggy muziek van The Kills en ook de favoriete eendagsvliegen van Télépopmusik (Breathe!) komen langs. Daarmee kan de film al niet meer stuk eigenlijk, zelfs zonder echt goede klassieke stukken, opmerkelijk genoeg. Het personage van Duris is een schematisch aangenaam, logisch product van zijn ouders. Moeder een neurotische klassiek pianiste, inmiddels dood, pa een verlepte vastgoedhandelaar, met een on-Franse, bijna Nederlandse kop, soort Jan Cremer. Aan het begin van de film zit Duris helemaal in pa's vaarwater. Hij en zijn maten doen in semi-crimineel vastgoed. Exemplarisch voor hun decadente bedrijfsvoering is hoe ze ergens het interieur slopen van een van hun eigen panden, zodat er geen krakers of asielzoekers in kunnen trekken. Later moet hij in een spannende scène zijn vader (gedwongen) te hulp schieten in een maffia-achtig betalingsconflict, uitgevochten in de keuken van een "Noord-Afrikaans" restaurant. Daar had het qua geweld bij moeten blijven, het heeft precies de smoezelige sfeer die bij deze sjacheraars past. Al die opgefoktheid, dat kan niet goed gaan en dus komt ondertussen moederlief terug in Duris' gedachten. Hij begint weer piano te spelen, iets wat hij ooit goed kon, maar jaren niet heeft gedaan. Natuurlijk gaat hij daar evengoed met eenzelfde fanatisme in als al zijn andere bezigheden. Hij vindt een Aziatische lerares, waarmee hij niet kan communiceren, wat voor pijnlijke en hilarische, maar (belangrijk) zeker geen romantische momenten zorgt. Again, roept ze keer op keer. Talentloos is hij echter niet en zo zou dit dus een film kunnen worden van een man die rust vindt in de muziek. Maar dan is daar dus de Rus. Een echte, extreem gevaarlijke upper-class crimineel. Dat weet Duris best, maar als pa zich in de nesten steekt gaat hij toch pocherig Minskov opzoeken. En dat heeft keiharde consequenties. Ook in het (daardoor noodzakelijke?) altijd zo jammerlijke "twee jaar later"-einde. En dáár is het dan weer jammer dat Audiard niet door weet te pakken, of zou hij dit einde al afdoende vinden om aan te tonen dat de piano zijn hoofdpersonage toch niet kan redden.Tot slot nog even een geinige terzijde. Op IMDB vraagt iemand naar de hoeveelheid seks in de film, iets wat bezorgde Amerikanen daar vaker doen, als ze met hun kinderen en andere aanverwanten de film willen kijken. Dat valt hier best mee, maar dan waarschuwt iemand terecht voor het aanwezige geweld. Weer een ander geeft daarop het volgende curieuze antwoord: "Violence isn't awkward to watch with your family."
Labels:
films uit de jaren '00,
Jacques Audiard
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten