maandag 2 augustus 2010

The Roaring Twenties

Zelden een film gezien, waarin zo'n mislukte pompeuze voice-over zit. Het lijkt parodie, maar in de jaren '30 was dat soort gezwollen "In a world"-dramatiek wellicht normaal. Gelukkig duikt de verteller gaandeweg de film steeds minder op, zijn aanwezigheid geeft de film ook wat episodisch. En dat terwijl het eigenlijk best een aardige film is. Met Cagney én Bogart! Klaarblijkelijk een gangbaar duo in de thirties, wist ik helemaal niet. En Cagney doodt Bogart altijd. De twee ontmoeten elkaar (en nog een andere soldaat, Jeffrey Lynn) in de Eerste Wereldoorlog. Bogart is een eikel, Lynn een broekie en Cagney droomt van zijn oude baantje in de garage en een meisje op een foto. In een fraai gedeelte keert Cagney na de oorlog terug, maar zijn baantje is pleite en het meisje van de foto blijkt minderjarig! (Fantastische grijns van Cagney als hij dat doorkrijgt) Deze armoede-fase van de film is heel lief en fijn, maar dan ontpopt de eerst nog zo naïeve Cagney zich als gangster, die profiteert van de Prohibition en een drankbezorgservice met taxi's begint. Hier voelt het spel van Cagney af en toe een beetje routineus aan. Na de film kapte ie dan ook een tijdje met gangsters, al kan hij wel weer lekker vilein uit de hoek komen. Lawaaiige spaghetti-eter! In de loop van het epos kruisen de paden van de drie soldaten elkaar, het inmiddels meerderjarig geworden meisje wordt ook nog onderwerp van conflict en uiteindelijk mag Cagney toch nog de heldenrol vervullen, wat hij in een fraai martelaarseinde heel goed doet. Op dat moment is ie verlepte zwerver! Wat een held.

Geen opmerkingen: